donderdag 14 april 2011

Stemmen

´Inschrijven in het kiesregister? Voor de komende verkiezingen? Nee, dat kan niet meer.´ ´Maar ik heb gemaild met het Nationaal Instituut van de Statistiek en die zeiden dat het tot vandaag kon!´ ´Oh even, vragen.´ Even later komt ze terug. ´Dus u weet zeker dat u hier woont?´ ´Jazeker, ik sta ingeschreven en heb zelfs een spaans ID-nummer.´ Ik laat haar een groen formulier zien waarop staat: ´España. Certificado de Ciudadano de la Unión.´ Dat overtuigt haar. Ze geeft me een formulier. ´Dan moet u dit invullen en weer inleveren met fotokopieën van uw Spaanse ID en van het paspoort uit uw land.´ Ik begin het vrij onbegrijpelijke formulier in te vullen. Dan ga ik naar buiten.

La Plaza del Ayuntamiento blikkert in de zon. Overal staan en zitten scholieren. Ik loop naar de boekwinkel verderop. Daar hebben ze een kopieermachine. Een lange rij met scholieren. Waarom moet het nu net schoolpauze zijn? Eindelijk aan de beurt. ´Deze één maal en deze bladzijden van mijn paspoort ook één keer,´ leg ik de winkelbediende uit. Ze knikt begrijpend en kopieert. Ik loop weer terug naar het gemeentehuis. De scholieren op het plein zijn verdwenen. De vrouw achter de balie wijst naar een andere balie. ´Daar moet u het formulier inleveren.´ Gelukkig is het niet echt druk hier. De vrouw bij de andere balie neemt mijn papieren in ontvangst. ´Ik weet niet helemaal zeker of ik alles wel goed ingevuld heb; niet alle vragen op het formulier waren me helemaal duidelijk.´ ´Volgens mij is het helemaal goed zo,´ antwoordt zij zonder ook maar één blik op het formulier te werpen. Ze niet de papieren aan elkaar vast en legt ze in een bakje op andere formulieren. Ik kijk haar aarzelend aan. ´Dat was het,´ zegt ze chagrijnig. Ik groet en verlaat het pand. Het is nog steeds heerlijk weer. En ik ben stemgerechtigd voor de gemeenteraadsverkiezingen. Althans, dat mag ik hopen.

Op de hoek van het plein lonkt een terras. Ik strijk neer en bestel een café con leche. Die wordt gebracht met een lekkere torrija erbij. Een wentelteefje. Wat zal ik 22 mei gaan stemmen? Problemen zat in Spanje. Een werkloosheid van 20%. Vooral het gevolg van het uiteenspatten van de huizenmarkt. Ook hier in Ponferrada werd als een gek gebouwd. We stonden soms hoofdschuddend naar de snelverrijzende nieuwbouwwijken te kijken. Wie zou daar gaan wonen? Nou, niemand dus. Maar volgens mij is de corruptie de moeder van vele problemen in Spanje. Zal ik eens een campagne beginnen op facebook?

Stem niet op corrupte politici! Stem niet op de Partido Popular in Valencia, ook al ben je rechts! Stem niet op de Partido Socialista Obrero Español in Andalusië ook al ben je links! Het probleem van de corruptie overstijgt de politieke tegenstellingen! Een corrupte politicus heeft geen mening! Een corrupte politicus liegt!

Misschien komt er wel een grote beweging uit voort. Even zie ik voor me hoe het Plaza de Ayuntamiento zich vult met een menigte. Er worden borden gedragen met daarop ´Weg met de corruptie´ en ook ´Corruptie is een ziekte´. Ik sta op de trappen van het gemeentehuis en houd een vurige toespraak. Na afloop klinkt er een luid gejuich. Er wordt gescandeerd: ´Superguiri, superguiri.´* Mijn lijst El Bierzo Holandés Ya wint daarna natuurlijk de verkiezingen. Ik schop het tot burgermeester. Kan ik mooi mijn vrienden en familieleden uit Nederland laten overkomen om wat overheidsbaantjes te betrekken. Overheidsprojecten schenk ik aan bevriende ondernemers tegen een kleine commissie. Een immigrant dient zich aan te passen, niet waar? Ja, dat zou mooi zijn.

De klok van het klooster slaat twaalf. Ik schrik op uit mijn gedachten. Ach, zo laat alweer? Ik reken af en loop naar de supermarkt Gadis. Daar hebben ze altijd verse vis.

*Guiri: scheldnaam voor typische buitenlandse toerist

dinsdag 5 april 2011

Terug

Ik schud mijn oom nog een laatste keer de hand en zeg: ´Jaap, nogmaals bedankt voor de gastvrijheid; het was weer fijn om hier te zijn.´ Hij knikt me bemoedigend toe. ´Het was een wederzijds genoegen,´ zegt hij. Ik loop naar de lift. Mijn zware rode koffer draag ik in mijn hand, omdat de wieltjes te veel lawaai maken op de geribbelde vloer van de galerij. Eenmaal buiten zet ik de koffer op de grond en loop over het fietspad richting bushalte. Er schijnt een pril lentezonnetje.

Daar verderop is de straat waar ik de afgelopen maand zo vaak boodschappen heb gedaan. Volop keuze. Maar liefst vier bakkers. Drie mohammedaanse en één Nederlandse. Hoe kan het toch dat die elkaar niet wegconcurreren? Iedere bakker zal zijn eigen publiek hebben. De autochtone Osdorpers halen hun brood en tompoezen bij de Nederlandse bakker. Op zaterdag stonden daar steeds lange rijen. Meestal ging ik naar één van de Turkse bakkers. Croissants en vers wit brood dat snel oud wordt. Net als het Spaanse brood. Mijn lunchpakketje voor vandaag heb ik gemaakt van Hollands volkorenbrood met oude kaas. In dezelfde straat drie Turkse supermarkten met de groenten en het fruit uitbundig uitgestald op straat en binnen een slagerij met producten die ik herkende van de overdekte markt in Ponferrada: koeienstaarten, lamskoppen, zwezerik, niertjes en lever. Alleen geen varkensvlees, vanzelfsprekend. Voor rookworst moest ik naar een Nederlandse winkel.

Bus 63 komt voor de halte tot stilstand. Toch handig, die OV-chipkaart. Geen gerommel meer met strippenkaarten. Voor me in de bus zit een bejaarde Nederlandse vrouw geanimeerd met een gesluierd moslimmeisje te praten. Ze glimlachen en kijken bijna trots, alsof ze willen zeggen: ´Zie je wel, zo kan het ook´. Een vriendelijk gesprek als politieke daad. Vreemd dat zoveel Nederlanders zich opeens verzetten tegen tolerantie en cultuurrelativisme. Angst voor de buitenwereld. Angst voor de moderne tijd. Ze lijken op de ortodoxe moslims die ze zo verfoeien. In Spanje leeft het antimoslim¬sentiment veel minder, volgens mij. En dat terwijl er zo´n brute aanslag is gepleegd in Madrid. Hoe zal dat komen? De Moorse wortels van de Spaanse cultuur? Het verleden als emigratieland? Of gewoon omdat er nog geen partij is die de onvrede weet te mobiliseren?

De trein van Station Lelylaan naar Schiphol doet er slechts tien minuten over. Net genoeg tijd om een sinaasappeltje te eten. Die mag niet mee het vliegtuig in. Ook die appel moet ik snel opeten. Door het raam zie ik de Oeverlanden. Een strookje natuur in het overvolle Nederland. Daar fietste ik gisteren nog. Geen ijsvogels gezien. Wel veel mannen op zoek naar anonieme seks. Toen ik ´s avonds mijn Ome Jaap hierover sprak toonde die zich zoals zo vaak tolerant. ´Daar heeft niemand last van, laat ze hun gang maar gaan.´ ´Als ze maar niet overal condooms neergooien,´ antwoordde ik streng. De natuur ligt me nu eenmaal na aan het hart. Daarna spraken we over het milieu, atoomenergie en klimaatsverandering. Voorlopig mijn laatste goede gesprek in het Nederlands. Wat is het toch fijn als je je heel precies kan uitdrukken.

Langzaam taxiet het vliegtuig naar de startbaan. Heb ik voldoende uit dit bezoek aan Nederland gehaald? Ik heb veel mensen gezien. Vrienden en familie. Nederlands gepraat. Stamppot en haring gegeten. Gefietst. Muziek gemaakt. Slechts tien minuten gevoetbald vanwege een scheut pijn in mijn hemstring. Toch ben ik weer tijd te kort gekomen. Zoals altijd. Een veel te druk programma. En nu lekker naar huis. Ik voel hoe het vliegtuig accelereert en loskomt van de grond.