maandag 31 december 2012

Tweede Kerstdag


Waarom heeft Nederland toch zo vaak twee christelijke feestdagen? Tweede kerstdag, paasmaandag, pinkstermaandag. Trouwens, van dat hele pinksteren heb ik nooit begrepen wat er nou eigenlijk precies gevierd werd. Wel accepteerde ik de extra vrije dagen altijd dankbaar, vanzelfsprekend. In Spanje is het vandaag gewoon een werkdag. Ach, hier in Nederland wordt ook aardig de hand gelicht met tweede kerstdag. Volgens mij kan ik straks gewoon uitgebreid boodschappen doen. Bijna alle supermarkten zijn open. Dat is gelukkig veranderd.
Voor stellen is het best handig, twee Kerstdagen. Eén voor de schoonfamilie, één voor de eigen familie. Maar bij ons leven die twee families wel erg ver van elkaar vandaan. Dit jaar vieren we beide kerstdagen gescheiden.

Maar gelukkig zijn er de moderne communicatiemiddelen. Via sms en videochat ben ik er achter gekomen wat heb ik in El Bierzo allemaal gemist heb. In Spanje wordt vooral kerstavond gevierd. Met uitgebreid eten, natuurlijk. Vol jaloezie vernam ik wat er allemaal op het menu stond. Diverse zeedieren. Bubbeltjeswijn uit de regio. Een heerlijk toetje. Bij de middagmaaltijd op eerste kerstdag moest er een lammetje er aan geloven. Cordero al horno; lamsvlees uit de oven. Dit laatste bericht maakte mij al veel minder jaloers, al moet gezegd worden dat mijn schoonouders dit gerecht heerlijk klaarmaken. Maar lieve help, als je ’s nachts na twaalven na een overvloedige maaltijd met de nodige wijn van tafel gaat, is het best moeilijk de volgende dag rond een uur of twee ´s middags vol enthousiasme aan te treden voor alweer een overvloedige maaltijd.

Mijn eigen middagmaaltijd van gisteren wist weinig afgunst op te wekken bij mijn wederhelft. Twee broodjes kaas en een glas melk. ‘Maar ‘s avonds gingen we er flink tegenaan’, zo vertelde ik net tijdens een lange culinaire videochatsessie, ‘toen hebben we lekker voor de hele familie Chinees gehaald.’ Ondanks het slechte beeld waren de opgetrokken Spaanse wenkbrauwen duidelijk zichtbaar. Bij Kerstmis hoort uitgebreid koken. ‘Maar wel bij de goede Chinees, hoor,’ haastte ik me nader te verklaren. Er zijn hier vlakbij twee Chinese restaurants. Een goedkope van mindere kwaliteit en een duurdere hele goede. ‘¿Met pekingeend?’ Eindelijk klonk er iets van verlangen naar een maaltijd in Nederland in haar stem door. ‘Met extra veel pekingeend,’ dikte ik aan.

En zo stond bij onze gesprekken, ondanks de vele sombere berichten over crisis, armoede en andere rampspoed, toch het eten weer centraal. ‘Als je volgende week hier bent maak ik een lekkere stamppot boerenkool voor je klaar,’ vertelde ik. Ja, laat het maar aan mij over om vrouwen enthousiast te krijgen. ‘En we ontbijten met kerststol, of misschien haal ik wel warme oliebollen.’ ‘Ik neem turrones (Spaanse zoete kersthapjes) mee voor oudjaar,’ hoorde ik, ‘en misschien een flesje cuturrús voor je oom en jou.’ Mijn vragende blik kwam blijkbaar duidelijk over. ‘Je weet wel, dat likeurtje uit het dorpje Las Médulas dat we laatst in dat restaurantje kregen aangeboden.’ De herinnering aan die fijne dag en deed een scheut heimwee naar El Bierzo door mij heen gaan. ‘En ik zorg voor de druiven op oudejaarsavond’ zei ik. Het is in Spanje de gewoonte om bij de jaarwisseling bij elke klokslag een druif in de mond te steken en zo mogelijk op te eten. Hoewel niet van verstikkingsgevaar gespeend is deze traditie een stuk veiliger dan de onzalige Nederlandse gewoonte om het nieuwe jaar in te luiden met vuurwerk. En veel goedkoper bovendien.

En zo besloten we de komende oudejaarsavond te vieren met een combinatie van onze twee culturen: oliebollen en druiven. Leve de Europese eenwording! Met dit goede voornemen sloten we de videochatsessie af. Immers, het liep alweer tegen vijven; borreltijd in Nederland terwijl El Bierzo toe was aan een uitgebreide siësta.







vrijdag 7 december 2012

De dood van een grensrechter


Zelf heb ik het gemist want ik zat een paar straten verderop in een café naar de wedstrijd Real Madrid – Ajax te kijken. Daar was verder slechts geringe belangstelling voor. De mensen praatten dwars door de uitzending heen en keurden het televisiescherm slechts een blik waardig als er een herhaling van een doelpunt van Real Madrid werd uitgezonden. ‘¡Wat een pass van Moldric!!’ riep dan iemand enthousiast. In de rust ging ik op huis aan. Het was immers half tien, zo´n beetje de tijd voor het Spaanse avondeten. De Champions League tijden zijn niet afgestemd op de Spaanse eetgewoonten. En daar aangekomen vertelde Ana het me: ‘Nederland was zojuist op het journaal.’’ ¿Oh?’ Ik begon me al zorgen te maken. Meestal is geen nieuws het beste nieuws. ‘Er is een grensrechter doodgeschopt en nu is heel Nederland ontsteld,’ vertelde ze me.

De volgende dag, toen ik online was, las ik op internet in diverse Nederlandse kranten wat er gebeurd was. Het betrof de vader van een jeugdspeler van de Buitenboys uit Almére, de vaste vlagger bij de thuiswedstrijden. Een aantal jongens van 15, 16 jaar vonden dat hij partijdig was en schopten hem terwijl hij op de grond lag. De dag erna overleed hij in het ziekenhuis.

Het nieuws maakte grote indruk in Nederland. Op facebook zag ik veel berichten langskomen. Ook kreeg ik een mail van de teamleider van mijn oude team dat de wedstrijd van komende zaterdag niet door zou gaan. De KNVB had alle amateurwedstrijden van het weekeinde geschrapt in verband met de ernstige gebeurtenis. Het moet een weekeinde vol bezinning worden. Ook mijn club afc Taba doet mee. Op de site verscheen een bericht dat er zondag een bijeenkomst zou worden gehouden voor alle leden en aanhang om over geweld en voetbal te praten. Net zoals bij zoveel amateurclubs in Nederland.

Voor mij was er één ding onbegrijpelijk. Waarom werden alleen de amateurwedstrijden stopgezet? Het professionele voetbal kan toch zeker ook wel solidariteit tonen? De bond had die wedstrijden ook moeten schrappen; dat zou pas indruk maken. Maar nee, de eredivisie is natuurlijk veel te belangrijk. Hier staat namelijk geld op het spel. En niet zo’n beetje ook. Het professionele voetbal draagt zeker zijn steentje bij aan de agressie op de velden bij de amateurs. Zij geven het slechte voorbeeld met hun harde overtredingen, het aan elkaar trekken bij elke corner, het altijd claimen van een uitbal, het verbale geweld, het de schuld geven aan de scheidsrechters door de coaches. Kinderen doen dat na. Zelfs veteranen doen dat na, weet ik uit ervaring. Dit weekeinde gaan de wedstrijden van de kinderen niet door, maar ze mogen wel op Studio Sport naar professionele overtredingen kijken.

Natuurlijk mengde ook onze populist Wilders zich in de discussie. De jongens die zijn opgepakt zijn namelijk allemaal Marokkanen. ‘Het is geen voetbalprobleem,’ betoogde hij, ‘maar een Marokkanenprobleem.’ Het één sluit het ander natuurlijk niet uit. Bij een volkssport als voetbal komen alle sociale problemen samen. Maar ik heb te vaak tegen volkomen idioten gespeeld om te denken dat er geen probleem bij het voetbal zelf ligt. Een enkele keer heb ik zelf een wedstrijd gefloten. Net als die man bij de Buitenboys, omdat een team van mijn club nu eenmaal een scheids nodig had en de bond die alleen voor de hogere teams levert. Nog nooit heb ik me zo eenzaam gevoeld als toen met die fluit in mijn hand. Sommige mensen veranderen in redeloze wezens als zij moe worden en iemand een beslissing neemt die tegen hun belangen ingaat. Er wordt gescholden. Je wordt onder druk gezet. Je moet alle zeilen bijzetten om een escalatie te voorkomen.

Is het voetbal in Spanje minder agressief? Ik weet het eigenlijk niet. De wedstrijden tussen Barcelona en Real Madrid kunnen de gemoederen aardig verhitten. Mijn bloedeigen schoonvader is dusdanig tegen Real Madrid dat Mourinho bij hem vergeleken een zeer redelijke vent lijkt. Ik ben hier in Ponferrada wel eens bij een club wezen kijken, ook om te zien of er misschien een team zou zijn waarbij ik me zou kunnen aansluiten. Daar was geen sprake van. Het lijkt wel of er in Spanje niet slecht gevoetbald wordt. Terwijl slecht voetballen heel leuk kan zijn, als iedereen maar accepteert dat-ie heel slecht is. Wat me opviel daar aan de zijlijn bij een kleine club was dat inderdaad het voetbal minder agressief leek. Beslissingen van de scheids werden redelijk gemakkelijk geaccepteerd. Maar goed, Ponferrada is een kleine provinciestad in een zeer rurale omgeving. Niet te vergelijken met Amsterdam. Of met welke stad in Nederland dan ook.

Laten we hopen dat de dood van de grensrechter in Nederland in elk geval iets in beweging zet en dat voetbal gewoon weer kan zijn wat het hoort te zijn: lekker met z’n allen achter een balletje aanrennen. Daar doe ik tijdens mijn visites aan Nederland dan graag weer aan mee.