woensdag 27 november 2013

Talendoolhof

Als Nederlandse emigrant die in Spanje Engels en Duits geeft aan privécursisten ben ik in een doolhof van talen terecht gekomen waarin ik soms verdwaal. Vooral het schakelen tussen talen, van Duits naar Spaans bijvoorbeeld, levert me moeilijkheden op. Toen mijn student Duits me vroeg wat billig betekende kwam het Spaanse woord niet bij boven en moest ik een hele uitleg geven. ‘Je koopt iets en dat kost dan weinig geld.’ ‘¿Barato?’, vroeg hij me verbaasd. Het is me zelfs al diverse malen overkomen dat ik desgevraagd niet eens op een Nederlandse vertaling van een simpele uitdrukking kon komen. Soms ben ik bang dat ik mijn Nederlands gebrekkig ga spreken, zonder dat mijn Spaans echt verbetert. Laatst, toen ik mijn been stootte aan een tafelpoot vloekte ik: ‘¡El cabo de la leche!’ Dat lijkt een teken van integratie te zijn; de taal waarin je vloekt, is normaalgesproken je eerste taal. Helaas is het in het Spaans niet ‘El Cabo de la leche’, hetgeen niets anders kan zijn dan de aanduiding van de fictieve geografisch locatie De Melkkaap, maar Me cago en la leche; ik schijt in de melk, wat toch wat ernstiger klinkt.

Ondertussen heb ik geleerd wat bij het uitspreken van de Noord-Europese talen de specifieke moeilijkheden voor de Spanjaarden zijn. Veel moeite hebben zij met het uitspreken van reeksen medeklinkers. Het woord Street of Spain kunnen zij niet zeggen zonder een heel klein e’tje ervoor: eStreet of eSpain. Het allermoeilijkst is misschien wel de rijkdom aan klinkers van de Noord-Europese talen. Toen we in Nederland woonden en Ana Nederlands leerde, merkte ik dat bepaalde zinnen een dubbelzinnige betekenis kunnen krijgen bij het verkeerd uitspreken van de klinkers, zoals: ‘We hadden gisteren enorm veel lol’ of ‘Kijk, een meerkoet!’ Zelfs een aardig bedoelde opmerking als ‘Leuk jurkje, hoor’ kan een ongewenste venijnige betekenis krijgen. Het verschil tussen lange en korte klinkers in het Engels, en de mogelijke pijnlijke situaties die het gevolg kunnen zijn van het verkeerd uitspreken ervan, leg ik mijn Spaanse studenten graag uit met de voorbeelden ‘Where can I leave my sheet’ en ‘It’s a dirty beach’.

Maar goed, de waarheid is dat mijn eigen uitspraak van het Spaans ook een herkenbaar Nederlands accentje heeft. Behalve de beruchte C of de Z in een woord als cerveza, zijn er ook nog de G’s in woorden als lago (meer) of gato (kat). Bij mij blijft dat klinken als lako en kato. Dat ook mijn Engels soms aan dezelfde kwaal lijdt merkte ik een paar weken geleden, toen we met een internationaal gezelschap hadden afgesproken op een zondagmorgen te gaan wandelen vanuit het hotel LasCuatro Estaciones in het bergdorp Espinoso de Compludo.  Eén van mijn collega’s, een Engelse native speaker, belde me de dag tevoren op met de mededeling dat hij heel vroeg in de morgen vanuit Ponferrada naar Espinoso zou gaan rennen. Hij vroeg me (in het Engels) of ik een jas voor hem wilde meenemen. ‘A coat?’, vroeg ik. Plotseling begon hij heel langzaam Engels te spreken. Yes, a coat, you know? Against the rain and the wind .To put on when it’s cold.’ Daarna ging hij voor de zekerheid zelfs over op het Spaans. ‘Un abrigo. Contra la lluvia y el viento.’ Licht verbaasd over zoveel uitleg zei ik: ‘Yeah, I know what a coat is;  I’ll take one with me,’ om pas na het verbreken van de verbinding te begrijpen wat er misschien wel aan de hand zou kunnen zijn. Hij wilde uitsluiten dat ik de woorden coat en goat met elkaar zou verwarren.

Ik heb nog overwogen om die middag ergens een geit te gaan kopen, gewoon, om mijn collega te straffen voor zo weinig vertrouwen in mijn luistervaardigheid Engels. Ik zag al voor me hoe ik bij het hotel aan zou komen met een mooie witte geit aan een lijn met de woorden: ‘Here is the koat you asked for, but tell me, what are you going to do with it?’ Maar zelfs in een landelijke omgeving als El Bierzo zijn geiten op zaterdagmiddag best lastig te krijgen. En misschien zal mijn grap ook niet helemaal door iedereen begrepen worden. In elk geval bleek de wandeling van Espinoso de Compludo naar Molinaseca helemaal geen witte geit aan een lijn nodig te hebben om heel bijzonder en aangenaam te zijn.

Los Puentes de Malpaso
Tussen Espinoso de Compludo en Molinaseca