maandag 23 december 2013

Zich voortbewegen als een slang

Het is een koude dag in november. Ik loop langs het Kasteel van Ponferrada in de richting van de brug over de rivier El Sil. Het is al donker. Het duurt nog een minuut of twintig voor mijn volgende Engelse les begint; ik kan lekker langzaam lopen. Hoe ging de conversatieles die ik net gegeven heb? Best aardig, vind ik zelf. Als gespreksthema gebruikte ik een artikel over de laatste PISA-test, waarbij de onderwijsprestaties in verschillende landen met elkaar vergeleken worden. Dat zou voor een leraar Natuurwetenschappen interessant moeten zijn. En dat bleek inderdaad het geval. We praatten uitgebreid over de onderwijssystemen in Nederland en Spanje. In Spanje blijven leerlingen van alle niveaus tot hun 16e bij elkaar in de klas. Pas daarna wordt er een eerste keuze gemaakt tussen een beroepsopleiding of een vooropleiding voor de universiteit. In Nederland wordt veel eerder op niveau geselecteerd. Dat is gemakkelijker voor de leraar, maar is het ook goed voor het onderwijs? Het leek mijn cursist een goed idee. Een klas met leerlingen van gelijk niveau moet wel gemakkelijker te hanteren zijn. Hij wees me ook op een opvallend verschijnsel. Hij had zowel lesgegeven in Andalusië (Zuid-Spanje) als in Castilla-León, met exact hetzelfde systeem en dezelfde boeken. Toch zijn de resultaten van de PISA-test in beide streken enorm verschillend. Castilla-León doet niet onder voor het Europese gemiddelde, terwijl Andalusië daar ver onder zit. ‘Volgens mij ligt het aan de cultureel-historische en economische verschillen’, legde hij uit. ‘In Andalusië kwam de algemene alfabetisering pas laat op gang. Dat is voor het niveau veel belangrijker dan welk onderwijssysteem je hanteert.’ Ik was het met hem eens.

Het is precies zeven uur als ik bij mijn tweede cursist van deze avond aanbel. Dit is een meisje van 12 jaar met een behoorlijk niveau Engels. We nemen plaats aan een tafeltje in haar slaapkamer en beginnen een conversatie. Ik vraag haar welke schoolvakken zij leuk vindt. Nou, Engels natuurlijk, maar ook laat zij mij vol enthousiasme haar leerboeken van de andere vakken zien. Scheikunde bijvoorbeeld. ‘Kijk, dit moet ik weten,’ zegt ze. Ik zie een pagina vol tekeningen van bizar gevormde flesjes waarvan zij geacht wordt alle namen uit het hoofd te leren. ‘Hoe heet deze fles dan?’ vraag ik. Ze zegt een ingewikkeld Spaans woord dat ik onmiddellijk vergeet. In Spanje lijkt het onderwijs veel meer gericht te zijn op het uit het hoofd leren van feitenkennis dan in Nederland, waar het probleemoplossend denken zo in de mode is. Ik heb in Spanje cursisten gehad die nauwelijks in staat waren een Engelse conversatie te voeren, maar wel alle grammaticale testen zonder enige fout wisten te maken. Nou, dit meisje heeft mazzel, want ze heeft een wel hele progressieve Nederlandse leraar Engels aangetroffen; zo eentje die probeert aan te sluiten bij de leefwereld van de leerling en gebruik maakt van de allernieuwste snufjes op het gebied van de sociale media. ‘Heb je de videolink bekeken die ik je heb gemaild?’, vraag ik. Ze knikt. ‘Vond je het interessant?’ Ze schudt haar hoofd. Ik slik een lichte teleurstelling weg. Ik had voor haar een link uitgezocht naar de BBC Learning English getiteld Pink Pipes in Berlin, waarbij een nieuwslezer eerst enkele woorden introduceert (snaking, swamp, constuction site, in the pipeline) en daarna heel langzaam en duidelijk articulerend een eenvoudig nieuwsitem over roze geverfde buizen in Berlijn voorleest. ‘Heb je de vragen gemaakt?’ vraag ik. ‘Ja, maar ik vond ze een beetje stom,’ antwoordt ze. ‘Laten we er toch maar eens naar kijken. Wat is een swamp? Ze leest een lange zin op die moeilijk te verstaan is, maar waarin ik de woorden tent, Hawkeye en Trapper herken. De tent van Hawkeye en Trapper in de televisieserie MASH, waar ik vroeger wel naar keek, heette inderdaad The Swamp, maar dat kan dit jonge Spaanse meisje toch niet weten. Nadat ik haar heb uitgelegd wat de meer gebruikelijke betekenis van het woord is, gaan we over tot de tweede vraag: Wat is snaking? Alweer komt ze met een antwoord waar ik niet veel van versta, maar waarin ik even denk het woord fellatio the herkennen. ‘Eh kun je dat nog eens voorlezen?’ Dezelfde zin, nu iets duidelijker, maar nog steeds zonder dat ik er een touw aan kan vastknopen, behalve dan dat woord fellatio. ‘Mag ik eens lezen wat je hebt opgeschreven?’ Ze geeft me haar blad papier en ik lees.’Snaking is when a female (or male) performs fellatio on a group of men consecutively, then immediately repeats the process in reverse order.’ ‘Waar heb je dit gevonden?’ ‘Oh, op internet, maar ik begrijp er niet veel van.’ (Blijkt later een definitie uit de UrbanDictionary te zijn) Voorzichtig zeg ik: ‘Het is niet helemaal de gebruikelijke betekenis. Snaking is het zich voortbewegen als een slang.’ Met mijn arm doe ik de slingerende beweging na. Snel ga ik door met het behandelen van de volgende vraag: Waarom zijn de buizen in Berlijn roze geverfd? Als we klaar zijn zet ze, zoals altijd, een grote groene krul achter haar werk, pakt een multomap van de boekenplank, stopt het papier achter de andere oefeningen die we dit najaar behandeld hebben en zet de multomap terug. Ongerust volg ik haar bewegingen. Zou iemand dat gaan lezen? Haar leraar Engels op school bijvoorbeeld? Of één van haar ouders? En zou dat hun mening over de Nederlandse onderwijsmethodes nadelig kunnen beïnvloeden?

Na de les loop ik naar de huiskamer waar haar moeder zit te lezen. ‘¿En, hoe ging het? ¿Heeft ze wat geleerd?’ ‘Ik geloof het wel’, antwoord ik, ‘ze spreekt al heel goed Engels, maar misschien is de aanschaf van een goed Engels-Engels woordenboek het overwegen waard.’