dinsdag 21 januari 2014

Laat Spanje anders blijven!

Eén van de problemen waar je als één van de weinige Nederlandse emigranten in El Bierzo tegen aanloopt, is dat mensen er soms vanuit gaan dat alles wat ik doe, zeg of vind typisch Nederlands is. Als ik, bijvoorbeeld, lopend naar een afspraak ga, pakweg een half uurtje, regenachtig weer, dan zegt men bij mijn aankomst: ‘Wat zijn jullie toch een sportief en actief volk.’ Alsof er niet vele Nederlanders zijn die mij absoluut voor gek zouden verklaren. Soortgelijke situaties doen zich voor bij discussies over politiek, economie of sociaal gedrag. Mijn mening geldt als typisch Nederlands. Dat geldt zeker als het gesprek gaat over eetgewoonten. Ik ben niet echt van de dikke. Nou ja, aan de magere kant, vinden sommigen; ik zelf houd het op slank. Het is me al verscheidene keren overkomen dat ik tijdens een gesprek probeerde het Nederlandse eetschema uit te leggen: een stevig ontbijt, een lunch ergens tussen twaalf en één uur, en tegen een uur of zeven een stevige warme hap. In El Bierzo lokt deze uitleg een meewarig hoofdschudden op terwijl men met een blik op mijn buik zegt: ´Jullie Nederlanders eten niet echt veel, èh’, waarna ik me genoodzaakt zie uit te leggen dat we in Nederland meer dan voldoende eten, dat daar net als hier overgewicht een groter probleem is dan ondergewicht en dat niet alle Nederlanders zijn zoals ik.

De laatste tijd komt het gesprek vaker op dit thema omdat er in Spanje stemmen opgaan om de eettijden aan te passen aan de rest van Europa. Dat zou het einde kunnen betekenen van de uitgebreide maaltijd tussen twee en vier, de avondmaaltijd na tien uur ´s avonds en het ontbijt bestaande uit in de cafe con leche gedoopte koekjes. Als het aankomt op eetgewoonten, ben ik behoorlijk flexibel. In Nederland, waar ik de gehele maand december was, at ik met veel plezier een lichte lunch en ’s avonds de stamppot, terwijl ik eenmaal in Spanje aangekomen zonder noemenswaardige problemen overschakelde op het Spaanse ritme. De reis van Amsterdam naar Ponferrada van minimaal 13 uur gaat sowieso gepaard met een zekere ontregeling van de diverse lichaamsfuncties, hetgeen wellicht de overgang vergemakkelijkt. Maar goed, wat zou voor Spanje beter zijn? Vasthouden aan het eigen ritme, of zich aanpassen aan de rest van Europa?

Toen ik twee jaar geleden een klusje deed voor een Berciaans bedrijfje waarbij ik naar Duitse bedrijven moest bellen, bemerkte ik dat het verschil in dagschema voor zakendoen weinig praktisch is. Ik moest ervoor zorgen dat ik ’s morgens mijn telefoontjes gepleegd had. Tussen twaalf en één gaan de Duitsers lunchen en tegen half twee gooien de Spanjaarden de boel dicht om pas weer open te gaan tegen vijven, juist als de Duitsers zich opmaken om naar huis te gaan. En natuurlijk is er ook de kwestie van de (vermaledijde) arbeidsproductiviteit. Uitgebreid eten maakt slaperig. Een siësta kan dan nuttig zijn, maar daar komt het vaak niet van, bijvoorbeeld als de reis tussen huis en werk te lang is. Degenen die wel naar huis kunnen gaan, genereren weer meer woon-werkverkeer, wat ook al niet bijdraagt aan de economische efficiency. Ook op de scholen levert het Spaanse ritme problemen op, aangezien veel leerlingen hun belangrijkste maaltijd van de dag op school geserveerd krijgen. Een lunchpakketje is in Spanje taboe.

Ondanks al deze praktische overwegingen ben ik geen voorstander van het veranderen van het Spaanse eetsysteem. Ik ben bang voor de teloorgang van een eetcultuur waar ik erg aan gehecht ben geraakt. Overal in Spanje heb je restaurantjes die ’s middags een uitgebreid menu van goede kwaliteit aanbieden tegen zeer schappelijke prijzen. De westerse wereld wordt steeds maar gelijkvormiger. In heel Europa doen we hetzelfde; we kijken naar dezelfde soort tv-programma’s, we dansen op dezelfde muziek; we eten pizza’s en hamburgers. Laat Spanje alsjeblieft wat de eetgewoontes betreft anders blijven!