dinsdag 30 september 2014

Aangelegde natuur

Als ik hier vanuit het huis van mijn oom in Osdorp uit het raam kijk zie ik dat ze aan de overkant van de vijver aan het werk zijn. De oever wordt afgegraven en in het midden van de vijver wordt een hele rij palen in de modder geramd door een op een wankel bootje balancerende hijskraan. Gisteren liep ik er heen om eens te lezen wat er op het in het park geplaatst bord stond: ‘Hier werkt Amsterdam aan natuurvriendelijke oevers’. De natuur wordt er aangelegd. Zoals heel Nederland is aangelegd. Eén groot park, eigenlijk. Als er ergens natuur verdwijnt vanwege een bouwproject zoals IJburg, dan wordt er elders ‘compensatienatuur’ gecreëerd. Met afkalvende oevers natuurlijk, of met de onvermijdelijke vrij rondlopende oerossen.

Overigens is er in het overvolle Nederland volop fauna aanwezig. Als ik alleen al uit het raam kijk zie ik vanuit de luie stoel zeker een tiental vogelsoorten. In het park aan de overkant struikel je welhaast over de konijnen. Vissers komen helemaal uit Engeland over naar Osdorp omdat hier de karpers te vangen. Alweer een jaar of tien geleden, toen ik zomers nog regelmatig werkte als gids, fietste ik met wat buitenlandse toeristen door de duinen toen ik een vos zag lopen. Ik stopte om de groep te wijzen op deze bijzondere waarneming. De vos kwam naar ons toe en begon te bedelen. Natuur in Nederland.

Hoe anders is de natuurbeleving in El Bierzo. Rond Ponferrada is het landschap rommelig. De stad gaat langzaam over in een woest berglandschap. Bij wandelingen of fietstochten kun je opeens op een illegale vuilnisstort stuiten. Op met de auto bereikbare plekken met een mooi uitzicht op de stad ligt de grond bezaait met lege blikjes, peuken en condooms. Maar zodra je wat verder van de stad verwijderd raakt, wordt het landschap leger. Veel bramen en brem, aangeplante pijnboombossen en soms een eikenbos. Het zit er vol wild. Everzwijnen, reeën, vossen, we hebben zelfs een keer een das gezien. Nog verder van de stad leven beren en wolven. Het is een klein wonder dat al deze dieren de drijfjachten van het najaar overleven. De natuur in El Bierzo wordt nauwelijks beschermd. Datgene wat ruim voorhanden is hoef je niet krampachtig te behouden. Geen hekjes rond het bos. Nee, er wordt volop gejaagd, de paddenstoelen en bosvruchten worden geplukt, op de modderpaden wordt gecrost met motoren. Een populierenbos langs een beek waar je in het voorjaar de wielewalen hoorde zingen, blijkt een jaar later te zijn omgehakt omdat het hout oogstrijp is. Bij langdurig droog weer zijn er altijd wel weer gekken die een berg in de fik steken. Gewoon, voor de kick.

De natuur in El Bierzo is gebruiksnatuur. Al van oudsher. De Romeinen delfden goud en spoelden een hele berg weg waar de goudaders in verborgen zaten. De weggespoelde berg en de overblijfselen van de kanaaltjes waarmee het water vanuit het hooggebergte werd aangevoerd zijn nu belangrijke historische monumenten: Las Medulas. Vlakbij dit moment ontsiert een moderne grote steengroeve het landschap. Bij een fietstocht op de mountainbike door de heuvels tussen Molinaseca en Bembibre kwam ik opeens uit op een open steenkoolgroeve. Een gapend zwart gat in de groene natuur. Toch fascinerend mooi. Op veel heuveltoppen staan windturbines. Felle discussies tussen vogelbeschermers en voorstanders van groene energie, normaalgesproken bondgenoten, vonden plaats over de impact van deze turbines op de populatie auerhoenen in de Berciaanse bossen. Langzamerhand begint ook in Spanje het bewustzijn te groeien dat natuur eindig is, ook al is het nog zo ruim voorhanden.

Ik werp weer een blik door het raam om te kijken of het wat wil vlotten met de natuurvriendelijke oevers. De futen, meerkoeten, waterhoenen, kuifeenden blauwe reigers en aalscholvers lijken geduldig te wachten tot ze eindelijk eens ophouden met die de rust verstorende werkzaamheden.

december 2012

Destijds vergeten dit te plaatsen. Kan nog steeds, zeker nu ik weer even in Amsterdam ben. De aangelegde natuur floreert. Ik heb nu ook zo'n mobiele telefoon met van aller er op en er aan, die iets betere foto's neemt. Leve de vooruitgang.

september 2014
 december 2012

september 2014



donderdag 25 september 2014

Verloren dorpen

Toen we van een geslaagde vakantie aan de Gallicische kust op de terugweg waren, besloten we een toeristische tussenstop te maken. We volgden vanaf de snelweg de aanwijzingen en moesten parkeren op een strookje land op een heuvel. Er was verder helemaal niemand. We daalden langs een paadje af naar de rivier El Sil en daar was het: een tunnel dwars door de berg heen, zo’n tweeduizend jaar geleden door de Romeinen uit de rots gehakt om een lus van de rivier af te snijden. Een door het weer aangetast bord gaf de historische achtergronden. We klommen weer omhoog en besloten naar het nabijgelegen dorp Montefurado te gaan, omdat het er zo van een afstand spectaculair uitzag. Het was een vervallen Gallicisch dorpje met de karakteristieke huisjes met houten balkons, omgeven door de rechtopstaande resten van een berg die de Romeinen hadden weggespoeld om het goud te winnen. Medulas worden dergelijke goudmijnen hier genoemd.

Wat mij als Nederlander verwonderde was dat in heel Montefurado geen enkele bar te bekennen was. Geen restaurant. Helemaal niets geen horeca. Veel van de authentieke huizen waren half ingestort. We vroegen ons af hoelang het dorp nog zou bestaan. De dorpelingen die er nog waren zaten bij elkaar bij een uitkijkpunt met uitzicht over het dal. Ze riepen ons om er bij te komen. Een schitterende plek. We konden verderop de Romeinse tunnel zien. Terwijl we daar stonden te praten over het dorp, het verval, het gebrek aan toeristische faciliteiten, bedacht ik me hoe een dorp van zulke historische waarde er in Nederland uit zou zien: alle huizen piekfijn gerestaureerd met aangeharkte tuintjes ervoor, minstens twee snackbars, een pannenkoekenhuis, diverse cafés met terrassen, een kinderboerderij en overal bordjes van wandel en/of –fietsroutes.

In heel Spanje zijn er dergelijke dorpen die door de trek naar de steden leeg zijn gelopen en in verval zijn geraakt. Ook hier in El Bierzo zijn ze rijk ververtegenwoordigd, sommige op loop- of fietsafstand van Ponferrada. Het verval heeft ook zijn charme, dat moet gezegd worden. De houten balkons die elk moment in kunnen storten. De natuur die zich weer meester maakt van de ingestorte huizen. Maar het is ook triest. Het moeten vroeger redelijk welvarende dorpen zijn geweest, gezien de vele herenhuizen en de voor zulke dorpen onbegrijpelijk grote kerken.

Zelfs een middelgrote provinciestad als Ponferrada ontsnapt niet aan het verval. El Rañadero, het straatje dat van onze buurt naar het historische centrum omhoog klimt, zou met wat flinke opknapbeurten één van de mooiste straatjes van de regio kunnen zijn. Dat is nu zeker niet het geval. Overal graffiti. Dichtgespijkerde huizen. Bouwvallen. Open gaten. Een huis dat jaren geleden in de fik stond staat er nog steeds in half afgebrande staat met wat dranghekken er omheen.

Waarom wordt er niet meer werk gemaakt van stadsherstel en dorpsherstel? Op de één of andere manier is het geld de verkeerde kant opgegaan. Het conglomeraat van politici, banken en projectontwikkelaars had blijkbaar meer interesse in een enorm nieuwbouwproject als la Rosaleda dan in het wellicht wat duurdere restaureren van de oude stadskernen of dorpen in de omgeving. En da’s jammer. Nu staan er nog steeds veel gloednieuwe appartementen in de nieuwbouwwijk te koop, terwijl enkele kilometers verderop dorpen staan te verpauperen. Met een flinke investering in openbaar vervoer, wegen, fiets- en voetpaden en bekabeling zouden de dorpen prima leefbaar worden voor de moderne medemens. Daar hoeft het dorpsbeeld niet onder te lijden.

Overigens ben ik er tegen dat alle dorpen gerestaureerd worden. Een vervallen onbewoond dorp in de bergen, waar de wandelaar kan zien hoe de natuur geduldig het op de mens verloren terrein terugwint, stemt tot deemoedigheid. En dat kan soms geen kwaad.

Montefurado

Villanueva de Valdueza in El Bierzo