woensdag 31 augustus 2016

De hele papierwinkel

Hier verderop in de straat is een papelería, een papierwinkel, geheten Ofimay. Ik ben een trouwe klant. Omdat we zelf geen printer hebben, zend ik gedurende het schooljaar bijna dagelijks mijn Engelse en Duitse grammaticaoefeningen naar het emailadres van de winkel. Als ik daar aankom staat de eigenares Belén me meestal al op te wachten met een glimlach en het pakketje A4’tjes paraat. Natuurlijk koop ik er ook mijn pennen, schriften, nietjes en andere zaken die meestal in een papelería verkocht worden.

Regelmatig moet ik er ook kopieën van mijn paspoort, van mijn NIE (número de identidad de extranjero), van mijn diploma´s en van andere officiële documenten maken. Want ondanks de Europese Unie gaat emigreren van Nederland naar Spanje gepaard met een hele papierwinkel. Toen Belén weer eens wat officiële papieren aan het kopiëren was probeerde ik een woordgrap te maken; in het Nederlands is het immers best grappig dat je die hele papierwinkel in een papierwinkel moet kopiëren. Zoals zo vaak bij het letterlijk vertalen van humor, oogstte mijn opmerking ‘Qué papelería ¿no?’ slechts verwarring. Papeleo is het woord voor bureacratische rompslomp en een papelería is een winkel waar je schrijfwaren koopt. 

Heel veel papierwinkel komt voort uit het feit dat de belastingen en de sociale zekerheid nationaal geregeld zijn. En iemand zoals ik die in Spanje woont, maar ook nog af en toe in Nederland werkt, loopt dan onvermijdelijk regelmatig tegen een bureaucratische muur aan. Een enkele keer levert de bureaucratie me ook een klusje op, omdat hier veel gepensioneerde remigranten wonen die het Nederlands niet voldoende beheersen om de formele brieven van de Nederlandse instanties te begrijpen, laat staan om een telefoongesprek met een Nederlandse ambtenaar van de belastingdienst te voeren.

Normaal gesproken zijn de maanden augustus en juli rustige maanden voor de kopieermachine van de papierwinkel Ofimay, maar zo niet dit jaar. De reden: Ana en ik besloten te trouwen en wel op 6 augustus. Dat besluit werd reeds in het vroege voorjaar genomen. We gingen gewapend met de volgens ons benodigde papieren naar het stadhuis om het één en ander te regelen. Toen ik na enkele weken een brief kreeg van de gemeente Ponferrada waarin vermeld stond dat er toestemming werd gegeven voor ons huwelijk, trok ik bij de middagmaaltijd een lekkere fles Arayel, de lokale champagne, open. Dat bleek iets te vroeg gejuicht.

Pas ergens in juni werd ons duidelijk dat we ook naar het bevolkingsregister moesten en daar gaven ze ons een lijstje met de benodigde formulieren. Dit leverde de nodige telefoongesprekken op met het Amsterdamse bevolkingsregister en uiteindelijk vroeg ik via internet een aantal documenten op die volgens mij de lading wel dekten. Maar helaas, toen ik met een stapeltje kersverse uitdraaien uit de printer van papierwinkel Ofimay naar het bevolkingsregister in Ponferrada toog, maakten ze me duidelijk dat ik een Fe de Vida, een bewijs van leven, nodig had van de Nederlandse ambassade in Madrid en dat de tijd echt begon te dringen als we echt op 6 augustus wilden trouwen. Toen ik de Nederlandse ambassade belde, zeiden ze me dat ze een inschrijving bij de gemeente Ponferrada nodig hadden van niet meer dan 3 maanden oud. De mijne was 5 jaar oud. Bij het stadhuis vertelden ze me dat ik het formulier over een week zou kunnen ophalen. Pas een paar weken voor het officiële huwelijk, dus eigenlijk veel te laat, hadden we alle papieren op orde en togen we met twee getuigen naar het bevolkingsregister om daar onze aanvraag voor ons huwelijk officieel in te dienen. We waren al druk in de weer met het bedenken van een alternatieve ceremonie voor als het officiële huwelijk, waar we zoveel mensen voor hadden uitgenodigd, niet door zou gaan. Uiteindelijk zijn we, dankzij wat hulp van een welwillende ambtenaar, toch nog op de 6e voor de wet getrouwd en hebben we dat uitbundig gevierd.

Officieel is er binnen de Europese Unie sprake van vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen. Aan dat vrije verkeer van personen moet nog wat gewerkt worden, heb ik als Europese migrant gemerkt. En het wordt de hoogste tijd dat vrij verkeer van liefde ook geregeld wordt. In het Verdrag van Ponferrada, stel ik voor.