dinsdag 18 oktober 2022

Wild

Het is dinsdagmorgen een uur of negen. Het is mistig op El Pajariel. Ik overweeg een van mijn favoriete paadjes omhoog te lopen. Lekker steil. Voor de zekerheid zoek ik een stok. Al twee keer eerder was ik tijdens een van mijn ochtendwandelingen te dicht bij een wild zwijn beland. Met een stok kan ik zo’n vervaarlijk beest wellicht op afstand houden. Een paar weken geleden was er hier een drijfjacht geweest op zwijnen. Ik denk dat de jagers er veel gedood hebben en de overlevenden zijn natuurlijk doodsbang. Zouden ze uit zijn op wraak? Bange dieren zijn het gevaarlijkst. Ik raap een iets grotere stok van de grond op en begin de beklimming.

Dit is geweldig. De mist dempt alle geluiden. Het is doodstil. Het ruikt naar herfst. Eenmaal boven, waar een klein veldje is, zie ik iets bewegen. Een ree. Met grote sprongen maakt het dier zich uit de voeten, de witte plek bovenaan de kont duidelijk zichtbaar. De spiegel, heet dat in het Nederlands. En in het Spaans? ¿El espejo? Of zullen ze hier denken dat ik weer eens een flauwe grap maak als ik zeg dat ik de spiegel van een ree zag? Thuis toch maar eens opzoeken. 

Dan wordt dit moment van natuurbeschouwing verstoord door een trilling in mijn zak. Een whatsappberichtje van mijn vrouw Ana met een link naar een twitterbericht van de politie (hier). Vannacht is er een beer gesignaleerd in Ponferrada. De politie heeft het dier naar El Pajariel gedreven. Ik kijk om me heen. Gelukkig kan ik via een wat breder karrespoor naar beneden. Ik vraag me bezorgd af of de beer mij misschien gezien heeft. Twijfelend kijk ik naar die toch wel wat schriele stok in mijn hand.

Als ik eenmaal weer veilig thuis ben, zie ik op de sociale media dat het berichten regent over de beer. Het nieuws haalt ook El País (hier) en zelfs The Guardian (hier). We waren al gewend aan de nabijheid van wilde zwijnen en vossen, maar een beer, dat is andere koek. Ook de wolven zijn overigens niet ver weg. Ik heb ze zelf nooit gezien maar heb wel hun harige drollen mogen aanschouwen. En natuurlijk leidt die nabijheid van deze wilde dieren tot discussies en verdeeldheid. 

Aan de ene kant is het natuurlijk een goed teken dat zulke dieren hier rondlopen. Het geeft aan dat de natuur hier puur en overdadig is. De dieren kunnen zorgen voor een natuurlijk evenwicht in de bergen en wie weet trekt het toeristen aan. Op Safari in El Bierzo!

Aan de andere kant zijn er de nodige problemen. De dieren boezemen angst in. De beren komen naar de fruitbomen in de dorpen, zoeken soms voedsel in de afvalbakken en verwoesten de bijenkorven. De extensieve veeteelt kan lijden onder de aanwezigheid van de wolven. En dat terwijl juist de loslopende runderen in de bergen of de schapenkuddes met herders in principe het meest circulair geproduceerde stukje vlees opleveren dat er maar bestaat. Moet er dan gejaagd worden op beren en wolven? Liever niet. Misschien moeten we de dieren voldoende angst aanjagen voor mensen en honden, zodat ze afstand houden van de boerderijen, dorpen en steden. 

Maar als ik nu over mijn computer door het raam kijk, zie ik El Pajariel met daarachter de Montes Aquilianos. Daar lopen wolven en ten minste één beer rond. Dat is toch zeker fantastisch? 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten