vrijdag 11 november 2022

Prik prik

Terwijl ik dit schrijf, beginnen mijn beide armen pijn te doen. Het is een bekende bijwerking van de vaccinaties. Vandaag kreeg ik mijn vierde covid-prik en, omdat ik nu toch eenmaal op de priklocatie was, een griepprik. 

Bij toeval kwam ik er een paar dagen geleden achter dat ik vandaag gevaccineerd kon worden. Er was weinig ruchtbaarheid gegeven aan deze campagne. Omdat ik hoorde dat in Nederland iedereen al de vierde prik kon krijgen, keek ik eens op de app van de gezondheidszorg hier. En daar stond het, donderdag 10 november van 8 tot 13 uur konden mensen tussen de 60 en 64 jaar oud de herhaalprik komen halen. De locatie was een tent bij het ziekenhuis van El Bierzo, stond er. Ik kon via de app de afspraak plannen tussen 10 en 11 uur.

Gisteren zag ik tot mijn vreugde dat het vandaag mooi weer zou worden. Zo zou ik op de fiets naar het ziekenhuis kunnen gaan, wat aanzienlijk sneller zou gaan dan de bus of lopen. Toen ik dat bij het avondeten aan Ana vertelde, reageerde ze enthousiast. 
‘Dan ga ik je brengen met de auto.’ 
‘Dat hoeft niet hoor, ik ga wel op de fiets of met de bus.’ 
‘Doe niet zo gek, ik haal je om tien uur op en na afloop gaan we gezellig een kopje koffie drinken.’

En zo reden we vanmorgen naar het ziekenhuis. Het was bij het ziekenhuis enorm druk met auto’s. Ze stonden overal geparkeerd. We reden langs het hospitaal in de richting van de priklocatie. Iemand stond het verkeer te regelen. ‘¿Covid?’ vroegen we door het raam. Hij haalde een lint weg en gebaarde dat we daar in moesten rijden. We zigzagden met de auto tussen twee lange linten, net zoals dat gebeurt bij lange rijen op een vliegveld. Het was een drive-in-priklocatie. Een kleine rij met auto’s stond al te wachten. Natuurlijk maakten we foto’s. Dit was uniek. Het verschijnsel ‘drive-in’ was tot nu toe aan mij voorbijgegaan. 
Ik hoefde niet uit te stappen. Het prikken gebeurde door het raam. 
Voor de linkerarm moest ik wel een vreemde beweging maken naar het raam toe, waardoor ik denk dat ik aan die kant wat meer pijn zal krijgen.
Toen we in een bar aan de koffie zaten, vertelde ik Ana dat ik de volgende keer misschien toch op de fiets zou gaan. 
‘¿Waarom? ¿Dit is toch gezellig?’ 
‘Nou, voor de foto. Een Nederlandse guiri op de fiets wachtend in een rij auto’s, dat zou het perfecte plaatje opleveren zijn voor mijn blogs.’
‘Maar dan zou er niemand zijn die die foto van je zou kunnen maken.’
‘Da’s waar.’
Terwijl we onze koffie dronken, praatten we verder over waar we dit weekend zouden gaan wandelen en eten.