‘¿Zullen we
in Spanje een corralito beleven?’ vroeg Ana me nadat we naar verontrustende
berichten op het journaal hadden gekeken. Verbaasd keek ik haar aan. Corralito?
Nooit van gehoord. Het bleek een bekende term in de Spaanssprekende landen te
zijn. Het komt van Argentinië, het jaar 2001, toen de Argentijnse regering de
peso loskoppelde van de dollar en alle banktegoeden bevroor om een
kapitaalvlucht te voorkomen. We hadden het nu dus over iets dat we tot nu toe
niet voor mogelijk hadden gehouden. Dat Spanje uit de euro gaat. Daar zou ik
als leraar economie eigenlijk een glashelder beeld van moeten hebben.
Ach ja, de
economische wetenschap. Een gedragswetenschap, zo leg ik mijn studenten altijd
uit. En zeker geen exacte wetenschap. Want het gedrag van mensen is in wezen
onvoorspelbaar. En zeker als je zelf deel uitmaakt van hetgeen je onderzoekt.
Het gedrag van konijnen kun je als mens bijvoorbeeld redelijk objectief
bestuderen. Maar stel dat een konijn het gedrag van konijnen zou bestuderen.
Dan zou dat konijn, als het zelf over veel wortels zou beschikken, al snel
concluderen dat het voor de konijnenpopulatie als geheel nu eenmaal het beste
is als de zwakkeren het onderspit delven en de sterken overblijven om zich
vooral veel voort te planten. Zou het konijn zelf over weinig wortels
beschikken dan wordt een theorie van een eerlijker verdeling van de wortels en
de voortplanting waarschijnlijker. Mijn studenten reageren meestal verward op
dit verhaal. ‘Wat hebben we nou voor een idioot voor de klas staan?’ zie je ze
dan denken.
Nee, in de
economie bestaan geen absolute waarheden. Al hoor je die wel vaak verkondigd
worden. Bijvoorbeeld dat de ‘markt’ altijd gelijk heeft. De grootst mogelijke
onzin. Dat blijkt toch wel uit de huidige crisis. En dat bleek al tijdens de
tulpenmanie in de 17e eeuw in Holland. Toen werden er kapitale
bedragen betaald voor tulpen. Tot die markt uiteenspatte. Net als nu de markt
van onroerend goed. De markt laat zien dat veel mensen vaak achter elkaar aan
rennen, ook als eigenlijk wel duidelijk is dat het de verkeerde richting is.
‘We zijn in oorlog met de markten,’ is een andere waarheid die ik wel hoor
verkondigen. Vreemde zaak. Waarschijnlijk wordt er gedoeld op de grote spelers
op de markt. De mensen willen graag iemand de schuld kunnen geven. De bankiers
bijvoorbeeld. Of de kredietbeoordelaars. Standard & Poor´s, Moody´s en
Fitch behoren nu in Spanje misschien wel tot de meest gehate instituten. Voor
een deel lijkt dat onterecht. De boodschapper van het slechte nieuws krijgt de
schuld. Je hoeft niet bepaald een geniale econoom te zijn om een land met een
werkloosheid van 24% en enorme binnenlandse schulden minder kredietwaardig te
achten, zeker als het taboe op het verlaten van de eurozone wordt opgeheven.
Maar de kredietbeoordelaars geven niet alleen een beoordeling (waarbij ze in
het verleden de nodige blunders hebben gemaakt, overigens), maar doen ook
aanbevelingen. En dat doen ze vanuit een bepaalde economische theorie. Die van
dat konijn met veel wortels. Er moet bezuinigd worden. Zelfs op onderwijs.
Ontslagen. Gesaneerd. Geprivatiseerd. En als de huidige regering dat dan doet
en dat niet het gewenste effect heeft, nou, dan verlagen ze de status van
Spanje gewoon weer. Want natuurlijk kijken ze niet echt naar het beleid, maar
gewoon naar het resultaat: de werkloosheid, de tekorten, de schulden.
Enfin, die
avond na het nieuws zaten we dus te bomen over de toekomst. Spanje de euro uit?
Terug naar de peseta? Zal het daarna beter gaan? Spanje zal dan goedkoper
worden voor het buitenland, maar de koopkracht zal dalen. En Nederland? Euro´s
of terug naar de gulden? En wat zou dat allemaal voor ons betekenen? Het werd
ons bang te moede.