dinsdag 23 juni 2020

Ik vond het leuk!

Het is al zomers warm. We zitten op het balkon te eten als Ana me vraagt:
‘¿Wat is de bijzonderste vakantie-ervaring die je ooit hebt meegemaakt?’
Terwijl ik over het antwoord nadenk, kijk ik naar de roodgekleurde lucht boven de bergen. De merel beneden neemt met een lied vol nostalgie afscheid van alweer zo’n mooie dag. Nog steeds niet zeker van mijn antwoord neem ik een slokje van die heerlijke lokale wijn. Eigenlijk zou dit moment zelf in aanmerking komen, maar ik ben niet op vakantie. Ik woon hier.
  ‘Ik denk dat dat de treinreis was van Barcelona naar Vigo in 1983.’
‘¡Maar dat was zonder mij!’
Ze zegt dit met speelse verontwaardiging.
‘Zonder jou, maar onderweg naar jou. Een paar dagen later zouden we elkaar immers leren kennen, daar op die camping aan de Atlantische kust.’

Wat maakte die treinreis tot een onvergetelijke vakantie-ervaring? We waren samen aan het interrailen, mijn vriend Wybe en ik. Toen onze Catalaanse vrienden ons vertelden dat er een groot feest gaande was in Pamplona en dat we beslist ook naar Galicië moesten gaan, aarzelden we geen moment. We namen de nachttrein van Barcelona naar Pamplona. Het was zeker een gedenkwaardig moment toen wij om zes uur ’s morgens met onze rugzakken het station van Pamplona uitliepen en in een feestvierende menigte terecht kwamen. We hielden het daar vier dagen vol. Toen besloten we om gezondheidsredenen het feestgedruis ter ere van San Fermín te verruilen voor de rust van de Galicische kust.

De trein naar Vigo was best vol en we hadden geen zitplaatsen gereserveerd. Maar de conducteur kwam met een oplossing. In elk station stapten wel weer reizigers uit en in, dus we konden altijd wel ergens zitten, maar steeds op andere plaatsen. En dat was geweldig. We zaten meestal niet naast elkaar waardoor we gedwongen waren om met de paar Spaanse woorden die we kenden te converseren met de passagiers die bij toeval naast of tegenover ons zaten. Dat waren mensen uit alle streken van Noord-Spanje. We werden langzamerhand zelf een toeristische attractie. Bij elk station riep er wel iemand: ‘¡Eens kijken waar die jongens nu weer terecht komen!’ Tijdens die treinreis kwam ik tot drie belangrijke conclusies. Ik zou Spaans gaan leren. Spanje zou voortaan mijn vakantieland worden. En de volgende keer moest ik meer schone T-shirts meenemen op vakantie. 

‘¿Je hebt daarna die reis nog een paar keer gemaakt, toch?’
‘Zeker, maar het was nooit meer zo speciaal. Misschien omdat ik voortaan een zitplaats reserveerde. En de tijden veranderden. Ik werd ouder en ook in het noorden van Spanje werd een guiri (bijnaam voor typische toerist uit Noord-Europa) een steeds gewoner verschijnsel. Maar die keer dat mijn gebrekkige Spaans tijdens zo’n reis tot een pijnlijk misverstand leidde, zal ik nooit vergeten.’
‘¡Vertel!’

Dat was een paar jaar later. Ik reisde alleen en nam de nachttrein van Barcelona naar Ponferrada. Toen ik ’s avonds instapte, zat er maar één andere passagier in de coupée, een jongeman van ongeveer mijn leeftijd. We probeerden te converseren. Hij maakte me duidelijk dat hij wel eens in Amsterdam was geweest. Ik knikte hem enthousiast toe. Ik dacht even na over hoe ik hem kon vragen of hij het daar leuk had gevonden. Eén van de problemen van de  Spaanse grammatica is dat de vraag Vind je het leuk? vertaald wordt met ¿Te gusta? waarbij het voorwerp dat je leuk vindt het onderwerp van de zin is, een beetje zoals in de zin Het bevalt me. Dat deel van de grammatica had ik inmiddels aardig onder de knie, maar helaas de verleden tijd van die constructie niet helemaal. Ik keek de jongeman aan en vroeg:
¿Te gusto?’
Hij werd een beetje zenuwachtig, merkte ik, en zei dat hij me niet begreep. Daarom herhaalde ik de vraag enkele keren waarbij ik langzaam en zo duidelijk mogelijk articulerend sprak.
’¿ T e     g u s t o ?'
Het was op dat moment dat de trein stopte bij een station en, tot zichtbare opluchting van mijn medepassagier, een andere reiziger in onze coupée stapte. Later kwam ik erachter dat eigenlijk alleen de klemtoon fout was geweest. ¿Te gustó? zou betekend hebben: Vond je het leuk? ¿Te gusto? betekent: Vind je me leuk? En dat was blijkbaar niet helemaal het geval.

Ana moet hartelijk lachen om mijn anekdote. Ondertussen is het helemaal donker geworden. De stilte is weldadig. We schenken voor de laatste keer onze glazen vol en proosten op alle reizen die we gemaakt hebben en op alle reizen die we samen hopelijk na de coronacrisis nog gaan maken.