zaterdag 13 oktober 2018

Op reis met het kleine zwarte koffertje

Toen we op weg naar onze vakantiebestemming op het busstation van Ponferrada stonden te wachten op de bus naar Madrid, viel mijn oog op ons kleine zwarte koffertje. Het kleine zwarte koffertje dat al zo vaak met ons had meegereisd, meestal als handbagage; het formaat voldeed immers aan de voorschriften, maar soms ook als bagage om te factureren als we ook nog twee rugzakjes mee wouden nemen, zoals dat nu het geval was. Onze grote grijze koffer was duidelijk herkenbaar, een groen lintje en bovendien een label met mijn naam en adres er op. Het kleine zwarte koffertje droeg als herkenningsteken een geel lintje. ‘Laten we het lintje er af halen,’ stelde ik voor. Verbaasd keek Ana me aan. ‘Ik wil voorkomen dat iemand bij de bagagebehandeling in Barajas (het vliegveld van Madrid) uit nijd ons koffertje naar een ver exotisch land stuurt omdat hij denkt dat we Catalaanse separatisten zijn,’ legde ik uit. ¿Maar het is toch niet zo waarschijnlijk dat dat gebeurt?, zei Ana. ‘Je hebt maar één gek nodig,’ antwoordde ik stellig, terwijl ik het lintje al begon los te knopen.

Zo zie je maar weer dat de strijd om de nationale identiteit in Catalonië, die met een voor een buitenstander onbegrijpelijk fanatisme wordt gevoerd, van grote invloed kan zijn op het leven van twee vreedzame inwoners van een middelgrote provinciestad in Noordwest Spanje. Dat lintje had er al jaren gezeten; dat deed echt niemand kwaad.
En nu zijn gele lintjes opeens het symbool bij uitstek voor de strijd tussen de Catalaanse separatisten, die overal in Catalonië de lintjes ophangen, en de tegenstanders van de onafhankelijkheid, die zo veel mogelijk lintjes verwijderen.

Ik moet eigenlijk van al dat nationalisme en dat zoeken naar de nationale identiteit helemaal niets hebben. Aan het oplossen van de grote problemen van deze tijd, zoals de ongelijke verdeling van welvaart en kansen, de klimaatverandering, de armoede en de oorlogen, heeft het nationalisme, zacht gezegd, nooit erg bijgedragen. Enfin, om een ongelofelijk saaie interlandwedstrijd een beetje draaglijk te maken kan een lichte vorm van patriottisme van nut zijn, maar ik ben toch echt niet zo ver gegaan dat ik, om maar een voorbeeld te noemen, indertijd in de finale van 2010 een speler als Mark van Bommel ging toejuichen of mijn lievelingsspeler Xavi Hernández begon af te vallen.

Op zich staan de lintjes niet eens voor de onafhankelijkheid van Catalonië, maar voor de vrijlating van de Catalaanse politici die nu een jaar geleden het ongrondwettelijke referendum organiseerden. Dat is de reden dat bijvoorbeeld de burgemeester van Barcelona, Ada Colau, soms ook een lintje draagt, al is zij niet voor de onafhankelijkheid. Ik kan me best in de eis tot vrijlating vinden; ik zie niet in waarom zij hun proces in de gevangenis moeten afwachten; ze gebruikten geen geweld en hebben zich niet persoonlijk verrijkt. Maar goed, om nu vanwege deze politici ons kleine zwarte koffertje in gevaar te brengen, nee, zo ver reikt mijn solidariteit niet.

Het toeval wilde dat in de week na onze vakantie, die ik in Nederland doorbracht, Puigdemont voor een door De Balie georganiseerde bijeenkomst naar Amsterdam kwam. Ik had nog overwogen een kaartje te kopen. Ik was best benieuwd hoe men in Nederland tegen het Catalaanse probleem aankeek. Maar ik zag er van af toen ik bemerkte hoe vol mijn agenda wel niet aan het raken was. Mijn broer Willem was wel gegaan. ‘Het was zeer rommelig, zei hij, ‘de speech van Puigdemont en het interview werden gehouden in het Catalaans, met alle vertaalproblemen van dien.’ (HIER kan men een videoregistratie zien)

De dag na de bijeenkomst kocht ik op Schiphol een Volkskrant om tijdens mijn vlucht naar Madrid te lezen wat er zoal vermeld stond over Puigdemont. Helemaal niets! De kwestie leeft niet echt in Nederland, blijkbaar. Dus las ik maar het verslag van de wedstrijd van Ajax tegen Bayern München voor de Champions League. Een gelijkspel, da's niet slecht.