zaterdag 5 februari 2022

Vlees

 Het is woensdagavond. 
‘¿Wat wil je vanavond eten?’, vraag ik aan Ana. Ze kijkt op uit haar boek. 
‘Haal maar iets lekkers’, antwoordt ze. 
Met deze wat vage aanwijzing ga ik op weg naar de supermarkt Gadis. Daar is altijd wel wat lekkers te vinden. Heerlijke wijn en vooral veel producten uit Galicië. 

Even later sta ik twijfelend tussen de schappen. Wordt het salade? Iets met vis? Met schelpdieren? Dat laatste hebben we vanmiddag bij de hoofdmaaltijd al gegeten. Ik loop naar vleeswarenafdeling. Mijn oog valt op een pakketje ham waarop staat: 
‘Ham van vrijlopende Keltische varkens, gevoed met kastanjes, zonder gluten, zonder lactose’. 
Toch maar vlees dan? Kan dat eigenlijk wel?

Want opeens wordt er over vlees volop gedebatteerd in Spanje. Dat heeft te maken met het interview dat de minister van consumptie Alberto Garzón gaf aan The Guardian (HIER). Dit zou waarschijnlijk vrij onopgemerkt voorbij zijn gegaan, als de Partido Popular, de grootste oppositiepartij in het nationale parlement maar regeringspartij in onze deelstaat Castilië-León, het interview niet had gebruikt voor campagnedoeleinden. De deelstaatverkiezingen van Castilië-León staan immers voor de deur.

Garzón werd bijna van landverraad beschuldigd omdat hij in het had gewaagd te opperen dat er in Spanje te veel vlees wordt geconsumeerd en dat er in de megastallen vlees van slechte kwaliteit wordt geproduceerd onder dieronwaardige omstandigheden. Het lijken weinig opzienbarende opmerkingen. Hetzelfde kan immers worden gezegd over bijna alle rijke landen, misschien wel met Nederland voorop. Het resultaat van de kritiek op de uitspraken van de minister is juist wat er niet de bedoeling van was: er is nu een serieuze discussie ontstaan over hoe het vlees wordt geproduceerd en wat daar de gevolgen van zijn voor de leefomgeving en de gezondheid.

Gelukkig hebben we geen megastalen hier in El Bierzo, voor zover ik weet. Maar nog niet zo lang geleden was er een grote varkenshouderij, in de heuvels dicht bij het lieflijke dorpje Molinaseca. Tijdens een van mijn mountainbiketochten had ik eens een verkeerde afslag genomen en was ik daar per ongeluk langs gereden. Het was er afgrijselijk. Het stonk, de grond was vervuild van de varkenspoep en ik voelde me erna de hele dag misselijk. De varkenslapjes uit de intensieve varkenshouderijen verdwenen voorgoed van ons menu.

Als het dan toch varkensvlees moet zijn, kiezen wij voor het vlees van Iberische varkens. Die zijn zwart, lopen vrij rond en eten worden soms op een dieet gezet van eikeltjes van de steeneik, wat een bijzonder smakelijk, maar wel wat prijzig product oplevert. De ham van Keltische varkens uit Galicië die kastanjes eten is een poging om te concurreren met de jamón ibérico van de hoogvlakte. 

Eigenlijk zou dit product hier in El Bierzo ook geproduceerd kunnen worden. Er zijn hier in de omgeving zoveel kastanjebomen dat men van gekkigheid vaak niet weet wat met de kastanjes te doen. Zo worden er in veel dorpen in het najaar magostos gehouden, volksfeesten waarbij op een mooie plek een vuur wordt maakt om daarop de kastanjes te roosteren. Best lekker, maar daarna zijn er nog steeds veel over. Ze als varkensvoer gebruiken kan een kwalitatief hoogwaardig stukje vlees opleveren en dat mag dan, net als de jamón ibérico, best een stuk duurder zijn. Dan eten we wel wat minder vlees. En er hoeven geen regenwouden te worden gekapt om soja voor ons veevoer te verbouwen. Een win-winsituatie. 

Gerustgesteld door al deze gedachten pak ik het pakje glutenloze ham zonder lactose van loslopende Keltische varkens die gevoed zijn met kastanjes uit het schap en laat het met een plofje in mijn winkelwagentje vallen. Daarna wandel ik naar de wijnafdeling. Daar is de keuze sneller gemaakt: een plaatselijke jonge wijn van de mencia-druif.