maandag 28 maart 2022

De tevreden bijrijder

Het is zondagmiddag. We zijn op de terugweg naar huis na een geslaagd weekend in de havenstad Ferrol. Lekker eten, stadswandelingen en uitwaaien langs die schitterende kust van Galicië. We hebben een kop koffie nodig. Ik zie op de kaart dat we zonder al te veel om te rijden het stadje Villalba kunnen inrijden.
 
Dit was geen goed idee. Overal staan agenten het verkeer om te leiden. Verderop zien we de carnavalsoptocht door de straten gaan. Bij een van de agenten draait Ana het raampje naar beneden en vraagt: ‘¿Kunnen we bij El Parador komen?’ De agent schudt meewarig zijn hoofd. ‘Absoluut onmogelijk, het spijt me. De hele stad is afgesloten.’ Met veel moeite weet Ana de auto in de smalle straat te keren om terug te rijden in de richting van de snelweg. ‘¡Echt jammer!’, zeggen we tegen elkaar. Want langzamerhand zijn we liefhebbers geworden van de Paradores, die keten van hotels in vaak monumentale gebouwen waar je ook uitstekend iets kunt nuttigen.
 
Op de rotonde buiten de stad staan veel politieauto’s. Agenten houden alle auto’s aan voor een alcoholcontrole. Chauffeurs moeten uitstappen. Ook wij worden staande gehouden. De agent kijkt even onze auto in en zegt tegen Ana: ‘U heeft vast niet gedronken.’ ‘¡Dat klopt!’ zegt Ana opgelucht. Met een wuivend gebaar geeft hij ons toestemming door te rijden.
 
We rijden een tijdje zwijgend verder over de snelweg, terwijl we luisteren naar ons favoriete radioprogramma Iemand zou de zondagmiddagen moeten verbieden (Alguien debería prohibir los domingos por la tarde), gepresenteerd door de regisseuse Isabel Coixet, die met haar wat zwoele, lage stem me altijd doet denken aan Tosca Hoogduin van vroeger als presentatrice van Easy Listening op de late avond (HIER zijn beiden te horen). Dan zegt Ana: ‘Hij controleerde mijn alcoholpercentage niet omdat ik een vrouw was.’ Ondanks haar opluchting van daarnet, klinkt haar stem nu licht verwijtend. ‘Ik denk dat je gelijk hebt,’ zeg ik.
 
We doen er weer even het zwijgen toe. Dan voeg ik toe: ‘Maar het was vooral omdat ik de bijrijder was. Ze dachten natuurlijk dat ik wél had gedronken, en dat jij daarom reed.’ We praten verder over het feit dat als een man en een vrouw samen in een auto zitten, het bijna altijd de man is die stuurt. Dat geldt zowel in Spanje als in Nederland, en waarschijnlijk in de hele wereld. Mannen denken dat ze daar beter in zijn, kunnen zoiets moeilijk uit handen geven en vrouwen leggen zich daar dan maar bij neer. Iets dergelijks gebeurt ook in de politiek, overigens, en daar maken mannen er ook vaak een zootje van. Er zijn voor mannen maar twee geldige redenen om de vrouw te laten rijden: alcohol of geen rijbewijs. Dit keer was alleen dat laatste het geval.
 
We laten het idee van een kop koffie maar even schieten. Ik merk dat het me op de een of andere manier tevreden stemt dat er in elk geval één persoon op deze wereld is, een agent uit de buurt van Villalba, die denkt dat ik verstandig met alcohol omga. Behaaglijk leun ik achterover in de bijrijdersstoel en luister naar de melancholieke muziek die boven het monotone geluid van de motor uitklinkt. Het leven van een bijrijder is zo slecht nog niet.




donderdag 3 maart 2022

Uit machteloze woede

Het motregent. Da’s vervelend nu we hier met zoveel mensen tezamen op dit plein staan. Maar de regen was hard nodig. Het is al zo lang droog geweest. Er waren zelfs al enkele bosbranden. De waterniveaus van de stuwmeren zijn op een historisch dieptepunt beland, wat later in het jaar problemen kan opleveren. 

Ik schud even met mijn hoofd om deze gedachten te verdrijven. We zijn nu hier bezig met iets dat veel belangrijker is. De oorlog in Oekraïne. Het was een goed idee van de gemeente Ponferrada om dit te organiseren. Zo veel mensen delen de woede over de Russische inval. Het zinloze geweld. Stom nationalisme, grootheidswaanzin. We moeten omgaan met onze machteloze woede. Een demonstratie gaat Oekraïne niet redden. Net zomin als het ondertekenen van de zoveelste digitale petitie. Toch vonden we dat we hier nu moesten zijn, op het Plaza del Ayuntamiento. 

De eensgezindheid is groot. Er zijn mensen van verschillende leeftijden, met verschillende politieke opinies, zo te zien. Ik herken een Russisch meisje dat vroeger in een van mijn favoriete bars werkte. Er zijn spelers van Deportiva Ponferradina. Er zijn weinig mensen die de invasie niet veroordelen, denk ik. In Nederland is het alleen extreemrechts die de invasie goedpraat. Logisch. Ze herkennen in Poetin iemand met dezelfde ideologie. Het blinde nationalisme. Vreemd genoeg merk ik dat in Spanje het vooral linkse mensen zijn die de invasie bagatelliseren. Ze gaan mee met de argumentatie van Poetin. De NATO breidde zich ook zo uit richting het oosten. Rusland voelde zich daardoor bedreigd. In Oekraïne zijn veel nazi’s. En andere onzinnige redenen om mensen de dood in te jagen. Enfin, extreemrechts en extreemlinks delen nu eenmaal hun voorkeur voor agressieve dictatoriale alfamannetjes.

Via mijn onlinelessen Nederlands heb ik veel mensen uit Oost-Europa leren kennen. Ik denk terug aan een van mijn eerste studenten, een meisje uit Oekraïne. Zij heeft haar familie daar. Hoe zal het met hen gaan? En dan is er mijn Russische student die nu in Enkhuizen woont. Tijdens de laatste les was hij helemaal van slag, omdat hij zich schaamde voor zijn land. Hij vertelde over hoe de media in Rusland een propagandaoorlog voeren om de bevolking achter de invasie te krijgen. Ze gebruiken daarbij precies dezelfde argumenten als extreemrechts en -links in onze landen. 

Ik sta hier dus ook voor deze mensen. Mijn Oekraïense studente. Mijn Russische studenten. Mijn studenten uit Belarus en Azerbeidzjan. Zij voelen allen de gevolgen van deze oorlog persoonlijk. Zij lijden allen onder het machtsdenken van Poetin.

Er wordt een minuut stilte aangekondigd voor de overledenen in de oorlog. Altijd een indrukwekkend moment. Stilte zegt vaak meer dan luid geschreeuw.