donderdag 21 juli 2022

De schuldvraag

Het is dinsdag 19 juli. Eindelijk is het minder warm. Maar er hangt nog steeds rook in lucht. Ik heb geen lessen vandaag. De paar lessen Nederlands die geprogrammeerd stonden, zijn geannuleerd door mijn studenten. Dat zal zijn omdat de hittegolf nu ook is aangekomen in Nederland, waar de meeste van mijn studenten wonen. Het wordt daar misschien wel 40 graden. Ongekend. Als ik met mijn volle boodschappentas over mijn schouder de Avenida de América inloop, besluit ik even neer te strijken op het terras van café Gijon voor een kopje koffie. Da’s lang geleden! Het was zo lang te heet. Carmen, een van de twee eigenaressen, komt licht mopperend met een doekje naar buiten. ‘Ik heb net de tafels schoongemaakt, maar nu zijn ze alweer vuil. Da’s door de as die maar blijft neerdalen.’ Even maak ik me zorgen over de gezondheid van mijn longen, nu ik zo’n hardnekkig post-Covid-hoestje heb. 

Maar ik zit hier zo lekker krantjes te lezen. Veel artikelen over de natuurbranden. En vanzelfsprekend wordt de schuldvraag opgeworpen. In El Diario de León lees ik een eigenaardige opinie van iemand die vindt dat het de schuld is van de ecologen, want die hebben op de één of andere manier de geiten uit de bergen doen verdwijnen.
In het rechtse dagblad El Mundo wordt gesuggereerd dat President Sanchez de klimaatverandering als oorzaak aanwijst om zijn slechte beleid inzake het schoonhouden van de bergen te verhullen. Het vreemde is dat in linkse media juist de rechtse regering van de deelstaat Castilla-León ervan langs krijgt, omdat die nalatig zou zijn bij het voorkomen en bestrijden van de branden. 

Ook ik voel de behoefte om iemand de schuld te geven. Da’s moeilijk, want dit keer is het vuur niet expres aangestoken en ook niet het gevolg van een onvoorzichtige veeboer (zoals de vorige keer in Los Montes Aquilianos). We hebben de brand bijna zien ontstaan. Dat was afgelopen zondag, toen we laat in de middag, na even gezwommen te hebben bij een van de rivierstrandjes die El Bierzo rijk is, iets gingen drinken op een hooggelegen terras tussen de wijngaarden bij Cacabelos. Het begon te onweren, maar nauwelijks te regenen. Dit droge onweer vormt een gevaar, zoals bleek toen we naar huis reden en we een rookkolom zagen opstijgen vanaf de Montes Aquilianos. Dat was verontrustend. Die avond maakte Ana deze foto vanaf ons balkon. Nog veel verontrustender!
Maar wie kan ik de schuld geven van deze natuurbranden die zo duidelijk het gevolg zijn van het veranderende klimaat? Ik laat de gebruikelijke verdachten aan mijn geestesoog passeren. De grote energiebedrijven worden vaak genoemd als hoofdschuldigen. En de intensieve veehouderij. Of het kapitalisme, deze zo allesomvattende term die altijd als dooddoener gebruikt kan worden. Ja, maar vergeet de Chinezen niet, zeggen anderen, ook al produceert een Chinees gemiddeld veel minder CO2 dan een Europeaan. En wat te denken van al die mensen die zich verzetten tegen het plaatsen van windturbines en zonnepanelen? Dragen die geen schuld? Of moet ik het misschien vooral bij mezelf zoeken? Best veel gevlogen, de laatste jaren. En sinds ik in Spanje woon, zit ik ook wel erg vaak in een auto, ook al is dat als bijrijder. Maar het is natuurlijk groter. Wij allen, vooral hier in het rijke Westen, hebben deze hitte en droogte veroorzaakt door onze manier van produceren en consumeren. 

Mijn gedachten gaan terug naar zaterdagavond, toen we op het popfestival Planeta Sound 2022 waren. Het was toen zo vreselijk heet. Maar gelukkig speelde de band Lori Meyers pas laat in de avond. Iedereen was zwetend aan het dansen en zong luidkeels met de band mee: 'Todo esto es culpa de la gente, yeah, yeah. Todo esto es culpa de la gente, yeah, yeah.' Oftewel, vrij vertaald: ‘Dit alles is de schuld van de mensen. Ja Ja.’ (HIER kun je het lied horen)

PS Het is nu donderdag 21 juli 2022, maar nog steeds vliegen helicopters af en aan naar de Montes Aquilianos om het vuur te blussen.

vrijdag 8 juli 2022

De positieve interrailer

Langzaam zie ik op het afleesapparaatje twee rode streepjes verschijnen. Positief. Ik dacht het al. Dat kriebelende hoestje kon nog gewoon een verkoudheidje zijn, maar die pijn in de spieren wees op griep of covid. Waar zou ik het virus hebben opgelopen? Dat moet haast wel in de trein zijn geweest.

Het was een mooie reis! Goed, het is een hele zit in de trein van Ponferrada naar Amsterdam, twee dagen heen en twee dagen terug, twee keer met een overnachting in een pension. Maar je beseft tenminste wel dat je onderweg bent. Bovendien ontwijk je al die veel te drukke luchthavens en is het natuurlijk minder slecht voor het milieu. Net als in de jaren 80 reisde ik met interrail. Nostalgie! Maar veel dingen zijn veranderd. Zo is de interrailkaart nu digitaal. Dus geen stempeltjes meer in een boekje dat je kunt bewaren. Ook kun je tegenwoordig niet meer op de bonnefooi in een stadje aankomen en dan rustig een pensionnetje zoeken. Nee, om problemen te voorkomen moet er van tevoren geboekt worden, wat via dat verfoeilijke booking.com toch vaak het handigst gaat. Wat wel gebleven is: lekker lezen in de trein, af en toe wat doezelen, uit het raam kijken en een wandeling naar de restauratiewagon voor een versnapering.

Tot mijn verbazing bleken in Frankrijk en België de mondkapjes in het openbaar vervoer niet verplicht. Aanvankelijk voelde ik me bijna naakt, maar ja, het deed nog pijn achter mijn oren van de lange reis van Ponferrada naar de grens van de dag ervoor en bovendien: wie ben ik om me anders te gedragen dan de meeste Franse medereizigers? Het mondkapje ging af. Hooguit zette ik hem op als iemand in mijn nabijheid wat al te luid hoestte en in de bomvolle metro van Parijs. Ja, ook dat is gebleven, de overstap in Parijs van de ene gare naar de andere als je reist tussen Noord- en Zuid-Europa.

Enfin, na een zeer aangenaam verblijf in Amsterdam en ruime omstreken, reisde ik weer terug, vaak in treinen vol hoestende en proestende medereizigers. Ik begon me een beetje te ergeren. Waarom gingen die mensen op reis terwijl ze duidelijk niet gezond waren? Da’s niet verantwoord. De meeste van hen gewoon voor een vakantiereisje. Nee, mijn eigen reisje was natuurlijk wél van essentieel belang. Ik had immers een verjaardagsfeest van vrienden te vieren, een voetbaltoernooi te spelen bij mijn oude cluppie, muziek te maken met Flanders Fields en zoveel vrienden en familieleden te zien.

En nu weet ik het dus zeker. Voor het eerst heb ik covid onder de leden. Ik besluit een foto van het testresultaat op de sociale media te zetten. Even later krijg ik een berichtje van de familie in Amsterdam. Een aantal van hen heeft corona of corona gehad. Dan ben ik waarschijnlijk al voor de terugreis besmet geraakt. Dus misschien waren de medereizigers wel niet een gevaar voor mij, maar ik voor hen. 

Ik trek op een denkbeeldige kaart van Europa een lijn van Amsterdam naar Ponferrada en probeer in te schatten hoeveel virussen ik daar heb uitgeademd. Daarna trek ik lijnen vanaf deze hoofdlijn naar plaatsen waar mijn medereizigers heen zouden kunnen zijn gereisd en op hun beurt het virus verspreid hebben. Langzaamaan kleurt de kaart van West-Europa zwart. Het zweet breekt me uit. Maar dat schijnt vrij normaal te zijn, als je corona hebt.