vrijdag 27 september 2013

Parallelle werelden

Soms zou je wel willen dat er parallelle werelden waren waar je tussen heen en weer kon reizen, gewoon om eens te zien hoe een andere beslissing zou hebben uitgepakt. Van de wereld waar je ‘ja’ hebt geantwoord naar een wereld waar je ‘nee’ hebt gezegd. Van de wereld waar je op die splitsing rechtsaf bent gegaan naar een wereld waar je linksaf bent geslagen. Van een Europa waar Merkeliaanse bezuinigingen de boventoon voeren naar een Europa met een Keynesiaans stimuleringsbeleid. En heel sterk voelde ik de behoefte te kunnen reizen tussen parallelle werelden op een maandagmorgen in A Coruña, toen ik in een café de krant ABC las over de toewijzing van de Olympische Spelen van 2020 aan Tokio in plaats van aan Madrid.

Terwijl ik daar wachtte op mijn café con leche, telde ik het aantal pagina’s vol verontwaardiging dat aan de afwijzing van Madrid gewijd was. Dat waren er zeker 25. Alle columnisten waren het erover eens: het ontbreekt de IOC aan transparantie; het is lang niet altijd de beste kandidaat die de Olympische Spelen krijgt toegewezen; de uitverkiezing is een loterij met een zweem van corruptie. En toen werd ik toch wel heel erg benieuwd naar die parallelle wereld waarin Madrid de Olympische Spelen toegewezen had gekregen en het ABC daaraan waarschijnlijk nog veel meer dan 25 pagina’s gewijd zou hebben met columns die, naar ik vermoed, al van tevoren geschreven waren in de zekerheid dat drie keer op een rij afgewezen worden wel heel erg onwaarschijnlijk zou zijn. Op de één of andere manier had ik niet de indruk dat de krant dan vol zou staan met relativerende opmerkingen zoals: Madrid heeft dan wel gewonnen, maar dat zegt helemaal niets, want het is allemaal maar een loterij met een zweem van corruptie en bovendien is de IOC volkomen intransparant. Ik had een donkerbruin vermoeden dat deze conservatieve, regeringsgetrouwe krant in de toewijzing een bewijs zou hebben gezien dat, dankzij het bezuinigingsbeleid van Rajoy, het vertrouwen in Spanje hersteld is, niet alleen op de financiële markten, maar nu ook binnen de internationale sportgemeenschap.

De meer progressieve media waren vooral kritisch naar Spanje zelf. De afwijzing zou wellicht te wijten zijn aan de de dopingschandalen, de slechte vooruitzichten van de economie en natuurlijk de corruptieschandalen waarin de regeringspartij verwikkeld is. Ach, was het maar waar dat de IOC zich door morele waarden liet leiden. Ook circuleerden er in de sociale media berichten over het wanhopige Engels van de burgemeester van Madrid, Ana Botella, de vrouw van ex-president Aznar, die nu ook wel gekscherend Annie Bottle wordt genoemd (botella = fles). Toen ik in Ponferrada weer een computer met internetaansluiting tot mijn beschikking had, zocht ik verlekkerd naar haar zoveel geparodieerde toespraak aan de leden van de IOC. Eigenlijk was de toespraak minder erg dan ik dacht. Goed, ze heeft een bijzonder zwaar accent, maar wie ben ik om daar wat over te zeggen. Ze lijkt ze ook niet helemaal te weten wat ze zegt en haar mimiek en intonatie zijn ronduit vreselijk (enfin: kijk zelf maar HIER). Maar de tekst vond ik eigenlijk dik in orde; vast voor veel geld geschreven door één of andere Engelstalige marketingdeskundige. Waar de meeste Spanjaarden over vielen waren de woorden: a relaxing cup of café con leche in Plaza Mayor. Dat werd werkelijk overal geparodieerd. Ik hoorde het de mensen op de terrassen in Ponferrada napraten, zonder dat ik het idee had dat hun Engels zoveel beter was dan dat van Annie Bottle. Ja, in het kader van de inburgering heb ook ik me schuldig gemaakt aan dergelijke flauwe grappen. Die week dronken wij niet alleen relaxing cups of café con leche, maar ook de cervezas, de copas de vino, ja, zelfs las croquetas waren relaxing.

Toch begrijp ik niet goed waarom die relaxing cup of café con leche zoveel hilariteit veroorzaakte bij de Spanjaarden. Vinden zij dat de combinatie van Engels met Spaans niet kan? In het Nederlands zeg ik ook: ‘Kom, we nemen eens een lekkere café con leche.’ Café con leche is immers niet zomaar een kopje koffie met melk. Misschien vinden de Spanjaarden koffie helemaal niet relaxing vanwege de cafeïne. Of denken zij aan de prijs van een café con leche op de Plaza Mayor in Madrid die indaad weinig relaxing is. Maar voor een toerist in Madrid hoort het er allemaal bij: een café con leche op de Plaza Mayor, een romantisch diner in het Madrid de los Austrias; allemaal gedaan en van genoten. Madrid is een fijne stad, die wellicht een betere vertegenwoordiging verdiende dan deze burgemeester, maar dat de geldverslindende Spelen aan Spanje voorbij gaan, lijkt mij voor de financiën van het land een zegen. Maar goed, dan kun je alleen maar zeker weten als je een kijkje kunt nemen in die parallelle wereld waarin Annie Bottle de harten van de IOC-leden heeft weten te betoveren.


vrijdag 20 september 2013

Waar is thuis?

Toen ik de moeder van één van mijn privéleerlingen vertelde dat er geen lessen zouden zijn tot begin oktober, was haar spontane reactie: ‘¡Wat leuk! ¡Dus je gaat naar huis!’ In lichte verwarring antwoordde ik: ‘Nee, mijn huis staat in Ponferrada’, maar moest onmiddellijk denken aan de TED talk van Pico Iyler getitled Where is home, die ik deze zomer gebruikt had voor een les aan één van mijn betere leerlingen Engels (klik voor deze ted talk HIER).

Ik had deze video niet alleen gekozen omdat het onderwerp me aansprak, maar vooral omdat Pico Iyler (hoe spreek je die naam in godsnaam uit) een Engels spreekt dat voor buitenlanders gemakkelijk is te volgen, misschien wel juist omdat hij de in Engeland geboren en getogen zoon van Indiase emigranten is. Zijn antwoord op de vraag Where is home is diffuus: thuis is waar hij zich op zijn gemak voelt. Hij voelt zich niet verbonden met een land of natie, maar met de groeiende internationale gemeenschap van mensen die van land veranderden en de kinderen daarvan.

In zeker opzicht behoort de moeder van mijn leerling ook tot deze gemeenschap van niet aan een land gebonden personen. Zij is de dochter van twee Bercianen die in de jaren vijftig naar Nederland vertrokken waar ze het grootste gedeelte van haar jeugd doorbracht, tot de familie na de vervroegde pensionering naar het familiehuis in hun dorp terugkeerde. Bij toeval waren Ana en ik de gehele remigrantenfamilie deze zomer tegengekomen tijdens een overigens schitterende wandeling langs diverse bergdorpjes. Zelden heb ik mensen ontmoet die zo enthousiast waren over Nederland. Ze spraken met zichtbaar genoegen enkele woorden Nederlands waar nog steeds een Brabants accent in te herkennen was en leken meer last van heimwee te hebben dan ik. Misschien was dat wel de reden dat de moeder mij de Spaanstalige wiskundebijles aan haar zoon toevertrouwde, waarbij ikzelf waarschijnlijk meer opstak dan de jongen zelf (maar dat gebeurt wel vaker bij mijn lessen).

Maar goed. De opmerking van de moeder: ‘¡Wat leuk, dus je gaat naar huis!’ deed bij mij de vraag rijzen waar mijn huis of thuis dan eigenlijk is. Het is duidelijk dat mijn fysieke huis zich hier in Ponferrada bevindt. Daar staan bijna al mijn bezittingen en, oneindig veel belangrijker, daar woont degene met wie ik de rest van mijn leven wil delen. Maar een andere vraag is: waar voel ik me thuis? Of: waar zou ik het liefst willen wonen?

Toen ik de overstap naar van Nederland naar El Bierzo maakte waren er Spanjaarden die me waarschuwden: ‘Jij hebt een veel te romantisch idee van Spanje. ¡We zijn niet allemaal zo open, hartelijk en vriendelijk als jij denkt!’ Nu ik hier meer dan vier jaar woon en de mensen steeds beter ken en versta, heb ik een veel realistischer beeld van Spanje gekregen. Het is niet alleen zonneschijn; er is ook een schaduwzijde. Onderlinge haat, jaloezie en hebberigheid heb je hier net zo goed als in alle andere samenlevingen. Dergelijke menselijke zwakheden lijken versterkt te worden door de crisis. Wat vroeger een leuke vakantieanekdote opleverde, is nu een dagelijkse ergernis. Ik mopper nu over dezelfde zaken als de Spanjaarden; ook dat vormt onderdeel van het integratieproces.

Maar toch blijf ik hier de vreemdeling, el guiri, el holandés. Soms heb ik het gevoel dat ik me moet verantwoorden voor het gedrag van een Nederlandse voetballer of de uitspraken van een politicus met wie ik werkelijk niets anders gemeen heb dan de nationaliteit. Ook is het zo dat ik me in Nederland in alle opzichten gemakkelijker beweeg. Ik kan me veel nauwkeuriger uitdrukken in de taal, begrijp de humor beter en ben beter in staat situaties of personen in te schatten. Ook fysiek beweeg ik me gemakkelijker in Nederland. Eén van de voordelen van Amsterdam is dat je er zo lekker kan fietsen, en voor reizen naar andere steden is er het zo verguisde maar eigenlijk puike openbaar vervoer. Ik heb geen rijbewijs (en dat zal vast wel zo blijven) en dat is een grote handicap in El Bierzo.

Ook Nederland bekijk ik steeds meer met de ogen van een buitenstaander. Als ik in Amsterdam ben, heb ik het gevoel dat ik op vakantie ben, ook al ga ik er nu heen om te werken.  Maar ook in Ponferrada heb ik nog lang niet het vakantiegevoel verloren. Er is nog zo veel te ontdekken in El Bierzo. En het werk als privédocent aan huis levert vele interessante contacten op. Eigenlijk is het best een fijn gevoel: altijd op vakantie. Eens zien of ik dit de rest van mijn leven kan vasthouden, ongeacht waar mijn huis staat.