Daar waar net buiten de bebouwde kom van Ponferrada El Boeza in El Sil vloeit, is het landschap bijna Nederlands te noemen is. De grillen van de riviertjes maken het water soms turbulent, maar bij weinig regenval of smeltwater laat de grote stuwdam in de Sil boven Ponferrada minder water door en lijkt het alsof de rivier stilstaat, al is dat nooit helemaal het geval. Langs de zuidoever, vlak onder mijn vaste wandelberg El Pajariel, groeit er riet en is er in de lente veel vogelgezang te horen. Soms staat er een blauwe reiger aan de oever of vissen er aalscholvers in het diepere deel van het water.
Toen ik vorige week na een lange wandeling langs de samenvloeiing liep, dwaalden als vanzelf mijn ogen over het wateroppervlak. Iets donkers bewoog zich snel door het water in de richting van het riet aan de overkant. Ik dacht aan een meerkoet, een waterhoen, of misschien een aalscholver. Ik wilde al doorlopen, toen het dier terugkwam en diverse keren onderdook. Mijn kleine verrekijkertje bracht uitkomst. Een zoogdier. Een marterachtige. Was dat een otter? Dat was een otter! Mijn allereerste otter! Mijn hart begon sneller te kloppen.
De dag erna keerde ik naar dezelfde plek terug. Ik liep twee keer langs de oever en verdomd, daar was hij alweer, nerveus aan het vissen. Dit keer slaagde ik erin een video maken met mijn mobiele telefoon met helaas een zeer beperkte camera. Zie hier het nog steeds povere resultaat:
Nu zijn otters in Spanje een veel minder zeldzame verschijning dan in Nederland. Ik herinner me een Engelse les die ik gaf aan mijn student David, waarbij we aan de praat raakten over otters. Hij had er namelijk veel gezien in een rivier nabij León en maakte zich zorgen over de forellen aldaar. Ik vertelde hem dat we in Nederland otters uitzetten, omdat deze beesten in de jaren zestig uitgestorven waren door het overmatige gebruik van landbouwgif. Toen ik eraan toevoegde dat we de arme beesten soms met een zendertje uitrusten om ze te kunnen traceren, zei hij grinnikend: ‘Nou, dan moeten jullie ze hier maar komen vangen.’
Natuurlijk was ik er nog niet helemaal zeker van of het wel een otter was die ik gezien had. Komen die eigenlijk wel voor zo dicht bij een middelgrote provinciestad? De zoekterm otters in Ponferrada bracht mij naar het twitter-account van de lokale politie waar een levendige discussie plaatsvond over een dier dat langs de rivier gesignaleerd was. (HIER) De politie dacht aan een ontsnapte fret, maar iemand anders plaatste een foto van een otter langs de oever van wat leek op El Sil. Ook ontstond er een discussie of het wel verstandig was om dit bericht te delen. Als iedereen zou gaan kijken, zou de otter immers snel verdwenen zijn.
Een fret leek mij onwaarschijnlijk, omdat die niet zo’n enthousiaste duiker is. Wat ik echter niet kon uitsluiten was dat het een Amerikaanse nerts betrof. Net zoals in Nederland zijn die soms ontsnapt uit de fokkerijen en hun gedrag lijkt op dat van de otter. Bij toeval had ik, of liever gezegd, had mijn Spaanse nichtje Ana er een gespot in Salamanca. Ik probeerde haar toen enthousiast te krijgen voor de edele kunst van het vogelen. Nadat we vanaf de Middeleeuwse brug over de Tormes inderdaad een heuse ijsvogel hadden gezien, slaakte ze plots een kreetje en wees naar beneden. Een zwarte marter sloop langs de oever van de rivier. Een Amerikaanse nerts.
Ik ben echt niet een hater van dieren of planten die niet inheems zijn. Natuur is nu eenmaal dynamisch. Zo vind ik de Eucalyptus best mooi, terwijl veel milieuactivisten hier deze geïmporteerde boom tot volksvijand nummer één lijken te hebben gebombardeerd. Je moet er natuurlijk niet teveel bij elkaar zetten, zoals met name in Galicië is gebeurd. Maar toch, een Amerikaanse nerts signaleren in plaats van een otter is net zoiets als in het Vondelpark een halsbandparkiet zien terwijl je denkt dat het een wielewaal is.
Ik ben nog enkele malen langs de plek van de otter gelopen, soms gewapend met de iPad van mijn vrouw die over een zoveel betere camera beschikt. Helaas. De otter heb ik niet meer teruggezien.