vrijdag 30 april 2021

Willem

Mijn twee oudere broers en ik groeiden samen op in de Bos en Lommerbuurt, tegenwoordig ook vaak de Kolenkitbuurt genoemd. Het was toen een typische naoorlogse wijk, veel gezinnen met kinderen, een kraamkamer van de babyboomgeneratie. We sliepen met z’n drieĆ«n samen in een slaapkamertje, waar de hond Rakker zich vaak bijvoegde. 

Toen mijn oudste broer Anton met Lenie trouwde, bleven Willem en ik over in dat kleine kamertje, hij 15 jaar oud en ik 10. Als vanzelfsprekend werd hij mijn grote voorbeeld. Soms stribbelde ik tegen en riep: ‘Dit is geen muziek!!’ als hij Soft Machine of Frank Zappa opzette. Maar een paar maanden later, dankzij Willems overtuigingskracht en de voortdurende herhaling van de muziek, zette ik zelf ook de langspeelplaten van mijn broer op en probeerde mijn vriendjes met dezelfde geestdrift als Willem ervan te overtuigen dat deze echt geniaal waren. 

Iets dergelijks gebeurde met de literatuur. Willem Frederik Hermans, Harry Mulisch, Remco Campert, Philip Roth, ik plukte de boeken van Willems boekenplank, las ze en had het sterke gevoel dat we samen iets deelden. Dat gebeurde ook wanneer we spraken over politiek. Dankzij hem zette ik al vrij jong de eerste schreden op weg naar mijn politieke bewustwording. 

We schaakten veel bij ons thuis. Een van de partijen tussen Willem en mij werd genoteerd en van commentaar voorzien in het kwaliteitsblad Wirant, een weekblad gemaakt door Willem en Roland. Naast de schaakrubriek stonden daar korte verhalen, strips en zelfs een kookrubriek in. Helaas is het weekblad maar twee keer verschenen en zijn beide exemplaren in de loop der tijd verloren gegaan.

Toen hij honkbal ging spelen, ging ik dat natuurlijk bij dezelfde club doen. Ik wil graag een anekdote delen die volgens mij iets zegt over Willem, zijn bijzondere gevoel voor humor en onze verhoudingen indertijd.

Wij speelden honkbal bij Blauwwit in Sportpark Sloten, zo’n 25 minuten fietsen van ons huis. Willem bracht me er vaak heen op zaterdag, omdat vader ook op zaterdag werkte en moeder het druk had in de huishouding. Ik had die dag een vroege wedstrijd, maar minder vroeg dan ik dacht. Ik had de verkeerde aanvangstijd aan mijn moeder doorgegeven. Toen we na 25 minuten fietsen bij Sportpark Sloten aankwamen, werd ons duidelijk dat we ruim een uur te vroeg waren. Willem dacht mijn moeder de fout had gemaakt; ik hield wijselijk mijn mond. We fietsten zwijgend terug, pakweg 25 minuten, maar onze moeder was boodschappen doen. Willem pakte een groot vel papier, schreef daar met stift in grote letters: ‘Bedankt!’ op, en legde het op tafel. We fietsten in ongeveer 25 minuten weer terug naar Blauwwit, waar ik mijn wedstrijd speelde. Onze moeder vertelde ‘s avonds hoe ze, toen ze van boodschappen doen thuis was gekomen, er werkelijk helemaal niets van had begrepen. De jongens waren toch op de club? Maar waarom ligt dat mysterieuze bericht dan op tafel? Gelukkig kon ze er later hartelijk om lachen.

Nadat Willem het huis uitging en met zijn huidige vrouw Els ging samenwonen, werd onze band vanzelfsprekend anders. Ik ontwikkelde mijn eigen muzikale, literaire en politieke voorkeuren, maar toch bleven we veel delen. Vakanties of dagjes uit, ook met de kinderen. Sinterklaas vieren met de familie en de laatste keer zelfs met zijn twee kleindochters via Zoom. Vaak vonden mijn vrouw Ana en ik bij Willem en Els een gastvrij verblijf. De laatste jaren werd hij door fysieke problemen gekweld. Toch kwam het eind voor mij onverwacht en veel te snel. Er waren nog zoveel muziekstukken om naar te luisteren, boeken om te lezen, films om te zien en onderwerpen om over te discussiƫren. Je laat een leegte achter, Willem, we zullen je enorm missen.


Min of meer de tekst die ik sprak op de uitvaart van mijn broer Willem op dinsdag 20 april 2021. 

Mijn broer Willem en ik met de hond onder de kerstboom