Het is zaterdag 22 mei. Het is druk op perron 1 van station Ponferrada. Normaalgesproken zou ik dat een goed teken vinden. Er wordt tenminste nog wel met de trein gereisd. Maar nu, in deze Covid-19-tijden, is drukte altijd zorgwekkend. Goed, twee weken geleden heb ik mijn eerste vaccinatie gehad. Maar Ana is pas volgende week aan de beurt. Trouwens, één vaccinatie maakt nog geen immuniteit, volgens de deskundigen. Met slechts een paar minuten vertraging rijdt de trein uit Vigo het station binnen en komt piepend tot stilstand. We stappen in.
Het is inderdaad druk in de coupé. Terwijl we onze koffertjes in het bagagerek leggen, komt de trein langzaam op gang. We gaan zitten en kijken uit het raam. We weten uit ervaring dat het eerste stuk erg mooi is. Eerst door de diep uitgesneden vallei van de rivier El Boeza naar Bembibre. Daarna begint de lange klim om uit El Bierzo te komen. Hier moet de trein zelfs een hele cirkel maken om hoogte winnen. Het uitzicht van de steile rivierbedding maakt plaats voor zwarte puinhellingen. Het zijn de littekens die de steenkoolwinning heeft achtergelaten. ‘Als er nu eens geïnvesteerd zou worden in een nieuwe rechte tunnel, zou deze reis een stuk korter duren,’ zeg ik tegen Ana. Met een kort knikje geeft ze me gelijk. Het is immers één van mijn stokpaardjes.
Als we eenmaal op de hoogvlakte zijn aangekomen verliezen de meeste medereizigers hun interesse voor het uitzicht. Maar in de trein ben ik een echte uit-het-raamkijker. En ik vind de immense leegheid van het landschap fascinerend. Hier wordt het Spaanse graan verbouwd, de suikerbieten en andere akkergewassen. Ook ligt er veel land braak. Het gaat in Spanje niet altijd goed met de boeren. Net als in Nederland komen ze soms met hun tractoren naar de steden om te demonstreren tegen de in hun ogen onrechtvaardige prijzen voor hun gewassen. Ze eisen minimumprijzen en behoud van hun subsidies.
In een vorig leven legde ik tijdens mijn economielessen mijn studenten uit dat gegarandeerde prijzen meestal geen goed idee zijn. Ik tekende dan een kruis op het bord die de vraag en het aanbod moesten voorstellen en met een horizontale streep boven het kruispunt gaf ik aan wat het gevolg was van een minimumprijs. Een aanbodoverschot.
Deze tekening moest de Europese melkplas, de boterberg en de olijfplas verklaren. Een verlies-verliessituatie. Zinloze inzet van land en arbeid voor een product dat niet verkocht wordt.
Maar juist hier in deze lege hoogvlakte zijn er mogelijkheden. Verschuif de subsidies van landbouwproducten naar hernieuwbare energie, waar wel vraag naar is. Een groot deel van dit lege land zou kunnen worden aangewend voor zonneparken of windparken. Hier zou bijna niemand er last van hebben, behalve een enkele uit-het-raamkijkende treinreiziger. De natuur zou zelfs rijker kunnen worden als in die nu lege velden zonnepanelen op ruime afstand van elkaar worden geplaatst waardoor er ook grassen, bloemen en struiken kunnen groeien. En als er minder landbouwproducten worden geproduceerd, stijgen vanzelf ook de prijzen daarvan. Een win-winsituatie, mijns inziens.
Als we in Palencia aangekomen zijn, stappen we uit. We blijven hier een nachtje slapen om de diverse fototentoonstellingen te bekijken. Ons blik valt op het bord met de aankomst- en vertrektijden. Vergeleken Ponferrada is dit station het middelpunt van de wereld. Er gaan treinen naar Catalonië, Galicië, Baskenland Asturias, Cantabria en Madrid. ‘Als er een snelle verbinding zou komen tussen Ponferrada en León, zouden wij ook aangesloten zijn op dit netwerk,’ zeg ik tegen Ana. Maar ze hoort me niet. Ze is al op weg naar de uitgang van het station.