Nu mijn voornaamste werkzaamheden bestaan uit het geven van online Nederlandse les, raak ik met mijn studenten vaak aan de praat over hoe het is om je eigen land te verlaten en je te vestigen in een nieuwe omgeving met een andere cultuur en taal.
Echte vluchtelingen, die door oorlogsgeweld en onderdrukking hun land hebben moeten verlaten, komen niet bij mij terecht. Voor hen worden in de opvangcentra Nederlandse lessen georganiseerd, neem ik aan. Toch is het opvallend hoeveel van mijn studenten grote moeite hebben met de regimes in hun land, zoals degenen die komen uit Rusland, Iran, Turkije, China en Belarus.
Het grootste gedeelte van mijn studenten zijn zogenaamde ‘expats’, een woord dat gebruikt wordt voor de beter betaalde arbeidsmigranten. Zij zijn veelal werkzaam in de moderne technologie en zijn het gewend om online te communiceren. Een enkele liefdesemigrant zit er ook wel tussen, met wie ik dan om die reden nog meer gemeen heb.
Aan de hand van mijn eigen ervaringen en die van mijn studenten kom ik tot deze drie stadia van (vrijwillige) migratie.
Stadium 1: de eerste verliefdheid
Alles is nieuw. Er is zo veel te ontdekken. Dit stadium begon bij mij al tijdens mijn vakanties naar Spanje. Het fantastische eten, het heerlijke klimaat, de schitterende natuur, de taal en natuurlijk de gezellige en praatgrage mensen maakten dat Spanje mijn voornaamste reisdoel werd. Gedurende de eerste jaren dat ik hier woonde, bleef ik in dit gelukzalige stadium vertoeven, want je ergens vestigen is een nog veel wilder avontuur dan ergens op vakantie zijn.
Mijn studenten kennen hetzelfde gevoel. Aanvankelijk zijn zij razend enthousiast over de mooie Nederlandse stadjes, het vele groen, het uitgebreide culturele aanbod en de kleinschaligheid van de grote steden, waar de fiets en de benenwagen de voornaamste vervoersmiddelen zijn.
Stadium 2: de twijfel
Na een paar jaar komt onvermijdelijk de eerste twijfel opborrelen. En de nostalgie. Langzamerhand zie je de nadelen van het wonen in je nieuwe land. Het aanleren van de taal gaat niet zo snel als je dacht. Je begint dingen te missen. In mijn geval is dat mijn bewegingsvrijheid, die hier zoveel beperkter is. Het openbaar vervoer is schaars en fietsen staat gelijk aan je leven wagen. Nee, ik heb nog steeds geen rijbewijs. Ook liep ik tegen de onvolkomenheden van de Spaanse arbeidsmarkt aan.
Mijn studenten noemen altijd als eerste probleem het vochtige en winderige klimaat in Nederland, direct gevolgd door de veel te dure Nederlandse restaurants met de onvermijdelijke patat met mayonaise. En dan is er natuurlijk de zo lastige Nederlandse taal. In stadium 1 kunnen zij zich nog prima redden met het Engels, maar meer en meer zien zij de noodzaak om hun Nederlands te verbeteren om ook in de late uurtjes van een feestje met de Nederlanders te kunnen communiceren.
Stadium 3: het thuisgevoel
En op een gegeven moment ben je helemaal aangekomen. Je voelt je thuis. De jongeren onder mijn studenten kunnen dit niveau bereiken, maar mijzelf zie ik daartoe niet in staat, hoe goed ik ook mijn best doe. Misschien was ik een iets te oude immigrant om helemaal in te burgeren of was ik te veel bezig met Nederlandse en Engelse taallessen om het Spaans volkomen te beheersen. Ik ben en blijf een buitenstaander, een guiri, die met verwondering om zich heen kijkt. Enfin, dat geeft in elk geval voldoende inspiratie voor mijn blogs Brieven uit El Bierzo en Opiniones de un guiri.