Eindelijk ben ik voor een Spanjaard aangezien! Nou was dat niet voor het eerst. Maar die eerste keer telt niet helemaal mee, want dat was in het buitenland, tijdens onze huwelijksreis in Vietnam. Toen een receptioniste van een hotel in Hanoi me vroeg waar ik woonde en ik trots antwoordde met ‘Spain,’ riep ze enthousiast:
‘You’re Spanish! I love Spain!! I love Cristiano Ronaldo!!!’
In elk geval vond zij mij net zo Spaans als Cristiano Ronaldo, met wie ik overigens sowieso vrij veel dingen gemeen heb.
Maar dat ik hier in El Bierzo voor een Spanjaard wordt aangezien, was nooit eerder gebeurd. Hoe herkennen ze toch zo snel de guiri* in me? Een enkele keer vragen mensen me in het voorbijgaan de weg, maar als ik ze dan aankijk, merk ik dat ze er onmiddellijk spijt van hebben daarvoor mij te hebben aangesproken.
Maar laatst liep ik na een lange wandeling richting centrum door een straatje dat onderdeel vormt van El Camino de Santiago. Een oudere vrouw met een brief in haar hand stond in een deuropening.
‘¿Meneer, kunt u me helpen? Ik heb deze brief gekregen en ik begrijp er helemaal niets van.’
Het was haar maandelijkse rekening van het waterbedrijf, zo te zien, met een hoop cijfers en specificaties. Ik wachtte even tot ze zou inzien dat ze met een buitenlander te maken had, maar nee, ze bleef herhalen dat ze er helemaal niets van begreep. Ik deed een halfslachtige poging een en ander te verduidelijken.
‘Het is de maandelijkse rekening van het water. Kijk, hier staat wat u verbruikt heeft en dat is geloof ik het tarief en verder weet ik het ook niet helemaal.’
Hoofdschuddend luisterde ze naar mijn uitleg en fluisterde:
‘Ik begrijp er niets van.’
Toen kwam het moment van redding. Een jonger echtpaar kwam uit het huis naast het hare. Dat waren haar buren, klaarblijkelijk, want ze groetten haar vriendelijk.
‘Goedemorgen mevrouw Fernández!’
Tot mijn ontzetting zette mevrouw Fernández het gesprek over de waterrekening niet met haar buren voort, maar groette kort terug en wachtte zo te zien ongeduldig tot het tweetal zich had verwijderd om zich daarna weer tot mij te richten:
‘Ik snap niets van deze brief. ¿Weet u wat ik nu moet doen?’
Ik probeerde nog wat duidelijkheid in de informatie te scheppen en wees haar ten slotte op het telefoonnummer dat onderaan de brief stond voor eventuele vragen. Daarna namen we afscheid. Toen ik achteromkeek, zag ik dat ze nog steeds hoofdschuddend met de brief in haar hand voor haar deur stond. Zou ze staan te wachten op een volgende onnozele voorbijganger, gewoon om een beetje aanspraak te hebben? Nee, natuurlijk niet. Ze stond daar al die nuttige informatie die ze van een echte Berciano had gekregen te verwerken. Tevreden liep ik naar huis.
*guiri: de typische buitenlandse toerist, het liefst met een verbrand voorhoofd, een korte broek en knokige knieën.