Met hoekige bewegingen lopen de
Spaanse meiden naar de rand van het zwembad. Daar nemen ze een
gemeenschappelijke pose aan die twee vissen lijkt uit te beelden. De muziek
begint. Ze duiken het zwembad in en beginnen hun kuur. Ongelooflijk gelijk. En
steeds maar glimlachen. In de close-ups blijkt dat natuurlijk nogal krampachtig
te zijn. Dit is namelijk een zware sport. Toch is het vreemd dat ik zit te
kijken. Naar een jurysport, nota bene. Dat zou ik in Nederland nooit doen.
Het is vier
uur ’s middags. Rond die tijd zitten we meestal uit te buiken voor de televisie
en te kijken naar onze favoriete soap: Amar en Tiempos Revueltos.
Verwikkelingen in een buurtje in het Madrid van de jaren vijftig met werkelijk
steengoede acteurs. Maar helaas is deze soap tijdens de zomermaanden stopgezet.
Nee, niet omdat de PP nu aan de macht is en de soap duidelijk een wat linkse
signatuur heeft. In Spanje wordt de publieke televisie beheerst door de
regerende politieke partij. Veel presentatoren zijn vervangen door aan de partij
gelieerde mensen. Ook nieuwsitems veranderen. Zelfs het stierenvechten komt
weer terug. Maar zo´n populaire serie als Amar en Tiempos Revueltos zal de
regering niet durven stop te zetten. Behalve nu dan even. Tijdens de maanden
juli en augustus. Vanwege de sport.
Het begon
natuurlijk met de Europese kampioenschappen voetbal. Dat de soapserie daarvoor
moest wijken, daar kon ik nog wel mee leven. Het is uitstekend uitbuiken op de
sofa terwijl op de televisie te zien is dat het Nederlandse voetbal er flink op
achteruit is gegaan sinds ik in Spanje woon. Spanje speelde natuurlijk weer
geweldig, vooral tijdens de finale. Maar daarna was het de beurt aan Wimbledon,
al veel minder interessant. De Tour de France, zijn er eigenlijk nog mensen die
daar naar kijken? Hier in Spanje was de interesse voor deze evenementen in elk
geval een stuk minder nu Nadal geblesseerd en Contador gediskwalificeerd was.
Want laten we wel wezen, veel sporten zijn alleen maar interessant als je je
met één van de kanshebbers kunt vereenzelvigen.
En dat zie je
terug in de televisiebeelden van de Olympische Spelen. Ieder land heeft zijn
eigen Spelen. Hier in Spanje zien we veel synchroon zwemmen (vanwege goud in
Peking), taekwondo, judo, basketball, zeilen en vrouwenhandbal. In Nederland
denken ze dat de hele wereld weet wie Ranomi Kromowidjojo en Epke Zonderland
zijn. Ik weet nog goed dat ik een keer, nog voor de tijd van internet, tijdens
de Winterspelen in Madrid was en wilde weten of Nederland weer eens goud had
gewonnen op de 10 km langebaanschaatsen. Vergeet het maar. Geen krant of
televisie-uitzending die er aandacht voor had. Die sport leeft alleen maar in
Nederland. Niks is saaier dan het kijken naar een klok en twee mensen die
steeds hetzelfde rondje schaatsen. Maar ook ik hield als kind de rondestanden
bij. ‘Een rondje van 37 seconden, ongelooflijk!’ konden de buren me horen
schreeuwen. Het bijna gegarandeerde succes van Nederlandse schaatsers stond
mijn enthousiasme niet in de weg. Goed, af en toe was er een Amerikaanse skeeler
die het ook wel geinig leek om een gouden medaille te behalen. Dat bracht de
spanning weer wat terug. Zelfs naar het kunstschaatsen keek ik toen wel, omdat
Sjoukje Dijkstra medailles haalde. Daardoor weet ik nu nog steeds wat een
dubbele axel is.
Ondertussen
zijn de Spaanse meiden klaar met hun kuur Synchroon Zwemmen. Het is tijd voor
de jurywaarderingen. Zoals verwacht een stuk beter dan de Egyptische meiden die
hiervoor aan bod kwamen. En ik heb werkelijk geen idee waarom.