1. Restaurant
El Castro in Carucedo
We zitten aan
een grote ronde tafel, mijn Catalaanse vrienden en ik. We zijn tevreden.
Zojuist hebben we een flinke wandeling gemaakt rondom Las Médulas, één van de
mooiste monumenten van El Bierzo. We begonnen met regen, maar uiteindelijk brak
de zon door. We bespreken wat we gaan eten. Van alles wat, besluiten we.
Diverse voorgerechten, diverse hoofdgerechten. Alles delen, zelfs de Caldo
Berciano (stevige soep) en de botillo (varkensmaag gevuld met diverse delen van
het varken, rijkelijk gekruid met paprikapoeder), zoals het onder zulke oude
vrienden betaamd. Terwijl we alvast een wijntje en wat serranoham als
aperitiefje nemen, krijgen we het over de verschillen tussen de Nederlandse en
de Spaanse restaurants. Van de Nederlandse restaurants hebben mijn vrienden
duidelijk geen hoge pet op. Misschien wel omdat we vroeger altijd de
goedkoopste restaurants opzochten met patat met veel mayonaise, salade en een
stukje vlees of visfilet naar keus. En vaak de pizzeria of de Chinees. Toch voel
ik me opeens genoodzaakt het Nederlandse eten te verdedigen. Want af en toe mis
ik de stamppotten, de erwtensoep, de haringen en de versgekookte asperges. ‘Wij
Nederlanders eten in restaurants anders dan thuis’, beweer ik. ‘Stamppot maken
we zelf wel; als we uit eten gaan willen we Chinees, Thais, Grieks, Ethiopisch;
dan zoeken we het avontuur. ¡Het Nederlandse eten is best wel lekker!’ Dan zet
de dochter van de eigenaar de eerste voorgerechten op tafel. Dat snoert me
voorlopig de mond.
2. Restaurant El Lagar de Montejos in San Andrés
de Montejos.
Het is warm.
Zeker een graad of dertig moet het zijn. We hebben zojuist gewandeld van
Ponferrada naar San Andrés de Montejos. Dat duurt pakweg een uurtje, tenminste,
als je onderweg geen foto’s neemt of vogeltjes wilt determineren. Ik scoor een
Iberische tjiftjaf. Niet zeldzaam hier, wel mooi meegenomen. San Andrés de
Montejos is uitermate rommelig, zoals zoveel dorpen hier in El Bierzo.
Nieuwbouw, ruines, mooi opgeknapte herenhuizen, een kerkje, een scheef kapelletje,
stukjes braakliggend terrein, alles door elkaar in een weinig samenhangend
geheel. Vaak ben ik op de mountainbike door het dorp heen gefietst, maar nooit
is me een restaurant opgevallen. Na wat rondvragen vinden we het. Een mooie
ontdekking. Een lagar is de plaats
waar vroeger de druiven tot wijn werden geperst. Nog steeds neemt in het
interieur een immense pers van kastanjehout een voorname plaats in. We zetten
ons aan een tafeltje bij een klein raampje. De warmte van buiten dringt niet
door de dikke muren heen. De eigenaar komt naar ons toe en leest de diverse
gerechten voor. Als eerste schotels delen we een omelet met zee-egels en een
salade. Als tweede gang kiezen we kalfswangen. Het zijn de beste kalfswangen
die ik in mijn leven heb gegeten, zo vertel ik de eigenaar bij het afrekenen.
Hij maakt een gebaar naar zijn vrouw die de tafels aan het afruimen is. ‘Dat is
de kokkin,’ zegt hij trots.
3.
Bar-restaurant El Pinar in Ponferrada
We lopen met het
hele gezelschap en aanhang terug van het universiteitsgebouw richting centrum.
De stemming is uitgelaten. We hebben zojuist een voorleessessie van een
theaterstuk gedaan (film). Dat ging best goed, vonden we zelf. En het publiek
blijkbaar ook. Na afloop werden we uitgebreid gefeliciteerd en bedankt. Zelf
speelde ik een geile Engelse pelgrim. Uitstekende casting. ‘Kom, we gaan naar
die bar met de pinchos (hapjes) met paddenstoelen,’ zegt Miquel, de animator
van het project. We gaan met het hele gezelschap een bar binnen. Een televisie
staat keihard aan. We drinken met zijn allen pils en krijgen daarbij een potage
de setas (een stoofpotje met paddenstoelen) als pincho. Heerlijk, vinden we
allemaal. Dan nemen we afscheid van elkaar. Het loopt immers tegen tienen. Tijd
voor het avondeten. Ana en ik besluiten de barman aan te spreken over de
paddestoelen. Hij zoekt ze zelf in de bergen, zegt hij. Zonder de auto, lopend,
zoals het hoort. We knikken instemmend. Hij loopt naar een poster aan de muur
met alle paddenstoelen van de omgeving en wijst aan welke er in het voorjaar te
plukken zijn. ‘¿Heb je nu ook verse paddenstoelen?’, vragen we. ‘¡Zeker!’ We
kijken elkaar aan. Even later zitten we aan een tafeltje en eten twee heerlijke
exclusieve paddenstoelenschotels, terwijl uit de televisie het geluid van een
schreeuwerige quiz schalt. ‘Dit is alleen maar in El Bierzo mogelijk,’ zeg ik
tegen Ana.
El Lagar de Montejos
Geen opmerkingen:
Een reactie posten