maandag 8 december 2014

Hallo en tot ziens

Een aantal weken van december en januari zal ik in Nederland doorbrengen. Werken, familie en vrienden bezoeken, een pilsje in mijn favoriete bar, muziek maken met de jongens van Flanders Fields, voetballen met de jongens van de Taba veteranen, en wie weet, als het eindelijk weer eens een echt winter wordt, schaatsen. Met een krachtig ¡Adiós! neem ik afscheid van El Bierzo om waarschijnlijk pas half januari weer met een welgemeend ¡Hola! terug te komen.

Hoewel er eigenlijk maar weinig mensen in El Bierzo hola of adiós zeggen. Als bekenden elkaar tegenkomen op straat wordt er onmiddellijk gegroet met hasta luego (tot straks). Als rasechte guiri (typische buitenlander) blijf ik vasthouden aan het hola dat ik geleerd heb tijdens mijn Spaanse lessen in Nederland, waar ze me ook vertelden dat hasta luego gebruikt wordt om afscheid te nemen. Misschien heeft dat hasta luego wel als subtiele bijbetekenis: ‘Hola, ik heb nu eigenlijk geen tijd voor een gesprek, dus hasta luego dan maar weer. Sowieso is dat luego misplaatst, want vaak gaat het om mensen die je in geen weken hebt gezien, en die je vast en zeker niet luego opnieuw tegen gaat komen. Het woord ahora (letterlijk: nu) heeft een soortgelijke ontwikkeling doorgemaakt. In uitdrukkingen als hasta ahora (tot zo), lo hago ahora (ik doe het zo) en ahora vengo (ik kom er zo aan) heeft het niet veel meer te maken met de oorspronkelijke betekenis.

Ook het woord adiós lijkt langzaamaan te verdwijnen om te worden vervangen door het Italiaanse leenwoord ¡ciao! of vaker nog het dubbele: ¡ciao ciao! Aan deze trend doe ik wèl enthousiast mee, misschien wel omdat ciao ciao best lijkt op het doedoei dat in Nederland zo gebruikelijk is. De oudere generatie is minder blij met de Italiaanse groet. Er zijn zekere leden van mijn schoonfamilie (ik noem geen namen) die mij steeds corrigeren met: ‘In Spanje zeggen we nooit ciao ciao; we zeggen hier adiós.’ Het zou me niets verbazen als ze dachten dat ik degene was die deze nieuwe manier van afscheid nemen heeft geïntroduceerd, net zoals de roergebakken groenten, de mayonaise bij de gebakken aardappelen en andere eigenaardigheden.

Er is een bepaalde manier van afscheid nemen die me aanvankelijk behoorlijk verwarde. Dat gebeurde vooral na uitgebreide middagmaaltijden en dan met name in de lente of het najaar. Zoals de trouwe lezers van dit blog weten ben ik niet altijd een voorstander van de uitgebreide Spaanse lunch. Op een bijzondere gure of regenachtige winterdag vind ik het prima om een groot deel van dag aan tafel door te brengen. Ook op warme zomerdagen is de Spaanse comida met daarna een siësta bijzonder aangenaam. Maar de eerste mooie lentedagen breng ik het liefst door in de natuur om te luisteren naar het vogelengezang. In de herfst is er niets aangenamer dan te wandelen op het tapijt van bladeren in een eikenbos om de geur van vochtige verrotting en paddenstoelen op te snuiven. Maar dat kan niet altijd. Soms moet er gegeten worden en niet zo’n beetje ook: vooraf aardappelen met snijbonen, dan geroosterd lamsvlees, vervolgens een toetje van arroz con leche (koude rijstepap) en uiteindelijk koffie, thee met bonbonnes en een orujo de hierbas (de plaatselijke likeur). Best lekker allemaal, maar tijdens het eten dwaalt mijn blik onwillekeurig naar buiten waar de zon langzaamaan aan kracht verliest en reeds de toppen van de bomen rood kleurt. Als dan het moment van afscheid eindelijk is aangekomen (en dat kan nog heel wat tijd in beslag nemen), dan gebeurt dat vaak met de woorden: ¡Hasta mañana! (tot morgen). ¡¿Hasta mañana?! Gaan we weer zo uitgebreid eten dan? Tegenwoordig weet ik dat hasta mañana niet 'tot morgen' betekent, net zo min als hasta luego te vertalen is met 'tot straks' of hasta ahora met 'tot nu.'

Enfin, het moment van tijdelijk afscheid is aangekomen. Dus, adiós Ponferrada, hasta luego El Bierzo, ciao ciao mijn Spaanse vrienden, hasta mañana beste schoonfamilie en hasta siempre, mi gran amor.
Een blik door het raam

Geen opmerkingen:

Een reactie posten