zondag 25 december 2022

De Kerstgedachte

Het is kerstavond. We vieren deze in Spanje voor de familie zo belangrijke avond met z’n tweetjes thuis. Toen Ana dat vanmiddag over de telefoon vertelde aan een oude vriendin van haar moeder, reageert deze verschrikt.
‘Dat kan ik niet toestaan. Jullie moeten hier bij ons komen eten.’
Dat voorstel werd afgewimpeld. We hadden immers al alle ingrediënten voor een heerlijk vissoep met daarna een schotel van zeeduivel met schelpjes in huis gehaald. Als toetje hadden we pistachetaart gekocht. En bovendien hadden we een paar heerlijke flessen wijn gehaald bij de onvolprezen Bodega Cepall in het dorp Sancedo. We hadden zin in deze intieme avond vol gastronomie en mooie muziek van onze Spotify-lijsten. Later die middag, terwijl we aan het koken waren, zou de vriendin van Ana’s moeder nog eens bellen, maar besloten we wijselijk het telefoontje te negeren.

We zitten tegenover elkaar, de soepborden vol, de wijnglazen in onze hand. Uit de computer klinkt What a difference a day makes, uitgevoerd door Jamie Cullum We kijken nog eens de woonkamer rond. Kerstsfeer alom. Er branden lichtjes en kaarsen. Op tafel liggen de takken met bladeren van de eucalyptus, boven de deur hangt de maretak, waaronder we elkaar al gekust hebben. We proosten. We nemen een slok. En dan zetten we voorzichtig onze lepels met de hete soep aan onze mond. Heerlijk.

Bijna onvermijdelijk in deze verontrustende tijden gaat ons gesprek van culinaire kwesties over op wat minder vrolijke onderwerpen. De familieleden die ons de laatste jaren ontvallen zijn. De wereldproblematiek: Covid, klimaatverandering, de oorlog in Oekraïne. Ik werd dit jaar veel met de oorlog geconfronteerd, omdat ik Oekraïense, Wit-Russische en de laatste tijd vooral veel Russische studenten heb die Nederlands willen leren. Zij zijn hun land ontvlucht, meestal vanwege het gevoel van schaamte dat de aanval van hun vaderland op het broederland bij hen heeft opgewekt. Zo gaan we uiteindelijk ook een beetje triest naar bed, maar ook dat hoort bij de kerstgedachte. 

De volgende dag maken we het kerstontbijt klaar. Ik had in Ponferrada nergens kerststol kunnen vinden, maar wel heerlijk krentenbrood met walnoten. In elk geval gezond. Terwijl Ana in de keuken in de weer is met de koffie, loop ik naar de kleerkast waar ik haar kerstcadeau heb verstopt. Ik schuif het, bij gebrek aan een kerstboom, half onder de eucalyptusbladeren op tafel. Daarna ga ik naar de keuken om het brood te snijden. Als ik weer de huiskamer binnenkom, zie ik dat mijn cadeau gezelschap heeft gekregen. Eigenaardig. Beide pakketjes hebben exact dezelfde afmeting, al is de verpakking anders. Ik spreek mijn vermoeden uit.
‘Misschien hebben we elkaar hetzelfde cadeau gegeven.’
Ana pakt haar cadeautje uit. Het is het boek La Familia van Sara Mesa. Ana lacht.
‘Je hebt gelijk.’
We kijken elkaar stralend aan en we zijn het met elkaar eens. Echte liefde is elkaar per ongeluk hetzelfde boek cadeau geven, maar wel gekocht in verschillende boekwinkels.



donderdag 15 december 2022

Bericht vanuit het lege Spanje

Nog steeds vol verbazing loop ik de huiskamer in. Ana, die op de bank naar onze favoriete serie Amar es para siempre zit te kijken, kijkt me vragend aan.
‘¿Wie belde er?’
‘Dat vertel ik je straks wel tijdens het reclameblok.’
Want ik wil niets missen van de serie, die we nu al minstens 15 jaar bijna elke werkdag na het middageten kijken. De serie volgt de personages rond een cafeetje in Madrid door de naoorlogse jaren heen. We zijn nu in de vroege jaren tachtig aangeland, de periode dat ik zelf voor het eerst in Madrid was. 

Als de reclame begint, zet ik, zoals gewoonlijk, het geluid uit en geef Ana uitleg.
‘Het was een hbo-school in Alkmaar. Ze vroegen me of ik Intercultureel Engels wilde geven en wel vanaf volgende week.’
'¿Intercultureel Engels?'
‘Ja, ik weet ook niet wat dat is. Ze hadden in mijn cv bij een één of andere vacaturebank gezien dat ik ook Engelse bijles gaf.’
'¿Wat heb je geantwoord?'
‘Dat ik in Spanje woon, maar ja, dat wisten ze natuurlijk al vanwege het telefoonnummer. En dat ik eigenlijk een bevoegde leraar economie ben. En dat ik niet per direct beschikbaar ben, maar eventueel voor een korte periode in de toekomst best wil overkomen voor wat lessen.’
Dan zie ik dat de laatste irritante reclame voorbij is en zet ik het geluid weer aan. De advocate, gespeeld door een geweldige actrice, is ongewenst zwanger geraakt en dat terwijl ze net lijsttrekker is geworden van een politieke partij. Wat is die serie toch spannend!

Later die dag denk ik nog eens na over dat aanbod vanuit Alkmaar. Het bewijst het eens te meer. De arbeidsmarkt is in Nederland volkomen over de toeren. Het personeelsgebrek leidt tot lesuitval in het onderwijs, vertragingen of annuleringen van treinen, enorm lange wachtrijen bij Schiphol, te weinig horecapersoneel en wanhopige telefoontjes naar 64-jarige leraren in verre landen met de verkeerde bevoegdheid.

En dat is lang niet het enige probleem waar Nederland mee kampt. Arbeidsimmigranten zouden veel vacatures kunnen opvullen, maar er zijn te weinig betaalbare woningen. Er mag niet gebouwd worden want er wordt al te veel stikstof uitgestoten door met name de agrarische sector. De wegen staan vol files, de industrie stoot te veel CO2 uit en dan is er het structurele gevaar dat bij stijgend zeewaterniveau ten gevolge van klimaatverandering het hele westen van Nederland onder water zou kunnen lopen. Kort gezegd: Nederland zit aan de grenzen van de economische groei of is daar al overheen.

Het is een groot verschil met de situatie hier in El Bierzo. Deze streek behoort tot het ‘lege Spanje’, of, zoals sommigen zeggen ‘het leeggemaakte Spanje, omdat ze vinden dat de leegloop het gevolg is van verkeerd beleid.

El Bierzo zou een prima vestigingsplek zijn voor bedrijven, Europese instanties, gepensioneerden en online werkende zzp’ers. Het leven is hier veel goedkoper dan in Madrid, Barcelona, Amsterdam of Londen. Een woning vinden is geen probleem en er zijn geen files. Hier is de natuur nog puur. Hier vind je ruimte en rust. En de wijn is enorm lekker. Komt naar El Bierzo!



vrijdag 11 november 2022

Prik prik

Terwijl ik dit schrijf, beginnen mijn beide armen pijn te doen. Het is een bekende bijwerking van de vaccinaties. Vandaag kreeg ik mijn vierde covid-prik en, omdat ik nu toch eenmaal op de priklocatie was, een griepprik. 

Bij toeval kwam ik er een paar dagen geleden achter dat ik vandaag gevaccineerd kon worden. Er was weinig ruchtbaarheid gegeven aan deze campagne. Omdat ik hoorde dat in Nederland iedereen al de vierde prik kon krijgen, keek ik eens op de app van de gezondheidszorg hier. En daar stond het, donderdag 10 november van 8 tot 13 uur konden mensen tussen de 60 en 64 jaar oud de herhaalprik komen halen. De locatie was een tent bij het ziekenhuis van El Bierzo, stond er. Ik kon via de app de afspraak plannen tussen 10 en 11 uur.

Gisteren zag ik tot mijn vreugde dat het vandaag mooi weer zou worden. Zo zou ik op de fiets naar het ziekenhuis kunnen gaan, wat aanzienlijk sneller zou gaan dan de bus of lopen. Toen ik dat bij het avondeten aan Ana vertelde, reageerde ze enthousiast. 
‘Dan ga ik je brengen met de auto.’ 
‘Dat hoeft niet hoor, ik ga wel op de fiets of met de bus.’ 
‘Doe niet zo gek, ik haal je om tien uur op en na afloop gaan we gezellig een kopje koffie drinken.’

En zo reden we vanmorgen naar het ziekenhuis. Het was bij het ziekenhuis enorm druk met auto’s. Ze stonden overal geparkeerd. We reden langs het hospitaal in de richting van de priklocatie. Iemand stond het verkeer te regelen. ‘¿Covid?’ vroegen we door het raam. Hij haalde een lint weg en gebaarde dat we daar in moesten rijden. We zigzagden met de auto tussen twee lange linten, net zoals dat gebeurt bij lange rijen op een vliegveld. Het was een drive-in-priklocatie. Een kleine rij met auto’s stond al te wachten. Natuurlijk maakten we foto’s. Dit was uniek. Het verschijnsel ‘drive-in’ was tot nu toe aan mij voorbijgegaan. 
Ik hoefde niet uit te stappen. Het prikken gebeurde door het raam. 
Voor de linkerarm moest ik wel een vreemde beweging maken naar het raam toe, waardoor ik denk dat ik aan die kant wat meer pijn zal krijgen.
Toen we in een bar aan de koffie zaten, vertelde ik Ana dat ik de volgende keer misschien toch op de fiets zou gaan. 
‘¿Waarom? ¿Dit is toch gezellig?’ 
‘Nou, voor de foto. Een Nederlandse guiri op de fiets wachtend in een rij auto’s, dat zou het perfecte plaatje opleveren zijn voor mijn blogs.’
‘Maar dan zou er niemand zijn die die foto van je zou kunnen maken.’
‘Da’s waar.’
Terwijl we onze koffie dronken, praatten we verder over waar we dit weekend zouden gaan wandelen en eten. 

dinsdag 18 oktober 2022

Wild

Het is dinsdagmorgen een uur of negen. Het is mistig op El Pajariel. Ik overweeg een van mijn favoriete paadjes omhoog te lopen. Lekker steil. Voor de zekerheid zoek ik een stok. Al twee keer eerder was ik tijdens een van mijn ochtendwandelingen te dicht bij een wild zwijn beland. Met een stok kan ik zo’n vervaarlijk beest wellicht op afstand houden. Een paar weken geleden was er hier een drijfjacht geweest op zwijnen. Ik denk dat de jagers er veel gedood hebben en de overlevenden zijn natuurlijk doodsbang. Zouden ze uit zijn op wraak? Bange dieren zijn het gevaarlijkst. Ik raap een iets grotere stok van de grond op en begin de beklimming.

Dit is geweldig. De mist dempt alle geluiden. Het is doodstil. Het ruikt naar herfst. Eenmaal boven, waar een klein veldje is, zie ik iets bewegen. Een ree. Met grote sprongen maakt het dier zich uit de voeten, de witte plek bovenaan de kont duidelijk zichtbaar. De spiegel, heet dat in het Nederlands. En in het Spaans? ¿El espejo? Of zullen ze hier denken dat ik weer eens een flauwe grap maak als ik zeg dat ik de spiegel van een ree zag? Thuis toch maar eens opzoeken. 

Dan wordt dit moment van natuurbeschouwing verstoord door een trilling in mijn zak. Een whatsappberichtje van mijn vrouw Ana met een link naar een twitterbericht van de politie (hier). Vannacht is er een beer gesignaleerd in Ponferrada. De politie heeft het dier naar El Pajariel gedreven. Ik kijk om me heen. Gelukkig kan ik via een wat breder karrespoor naar beneden. Ik vraag me bezorgd af of de beer mij misschien gezien heeft. Twijfelend kijk ik naar die toch wel wat schriele stok in mijn hand.

Als ik eenmaal weer veilig thuis ben, zie ik op de sociale media dat het berichten regent over de beer. Het nieuws haalt ook El País (hier) en zelfs The Guardian (hier). We waren al gewend aan de nabijheid van wilde zwijnen en vossen, maar een beer, dat is andere koek. Ook de wolven zijn overigens niet ver weg. Ik heb ze zelf nooit gezien maar heb wel hun harige drollen mogen aanschouwen. En natuurlijk leidt die nabijheid van deze wilde dieren tot discussies en verdeeldheid. 

Aan de ene kant is het natuurlijk een goed teken dat zulke dieren hier rondlopen. Het geeft aan dat de natuur hier puur en overdadig is. De dieren kunnen zorgen voor een natuurlijk evenwicht in de bergen en wie weet trekt het toeristen aan. Op Safari in El Bierzo!

Aan de andere kant zijn er de nodige problemen. De dieren boezemen angst in. De beren komen naar de fruitbomen in de dorpen, zoeken soms voedsel in de afvalbakken en verwoesten de bijenkorven. De extensieve veeteelt kan lijden onder de aanwezigheid van de wolven. En dat terwijl juist de loslopende runderen in de bergen of de schapenkuddes met herders in principe het meest circulair geproduceerde stukje vlees opleveren dat er maar bestaat. Moet er dan gejaagd worden op beren en wolven? Liever niet. Misschien moeten we de dieren voldoende angst aanjagen voor mensen en honden, zodat ze afstand houden van de boerderijen, dorpen en steden. 

Maar als ik nu over mijn computer door het raam kijk, zie ik El Pajariel met daarachter de Montes Aquilianos. Daar lopen wolven en ten minste één beer rond. Dat is toch zeker fantastisch? 




zondag 25 september 2022

Het Duitse voorbeeld 2: De omgang met het verleden

Het is een warme avond in augustus. We zitten op een terras langs de Rijn in Bonn om met een uitgebreide maaltijd onze laatste avond met onze Duitse vrienden te vieren. We heffen de bierglazen en proosten in drie talen: 
‘Proost!’ ‘Prost!’ ‘¡Salud!’ 

We krijgen het over het imago van onze landen in Europa. Ik vertel dat wij vroeger tijdens onze interrailreizen altijd duidelijk maakten dat we geen Duitsers maar Nederlanders waren, omdat we het idee hadden dat er in Europa nog steeds veel rancune bestond tegen de Duitsers. Maar dat ik tegenwoordig de indruk heb dat Nederlanders veel minder populair zijn, met name in de Zuid-Europese landen. Onze Duitse vrienden vertellen dat ze dat soms ook een zekere vijandigheid gevoeld hebben tijdens bezoeken aan Nederland. Dan zeg ik:
‘Ach ja, sommige Nederlanders gingen tientallen jaren na de oorlog in het verzet, toen het er echt niet meer toe deed en zonder risico was. Maar wat ik in Duitsland indrukwekkend vind, is hoe de misdaden van het naziregime worden erkend en gememoriseerd. Andere landen zouden daar een voorbeeld aan moeten nemen.’ 
Ik voel opeens wat tranen van emotie in mijn ogen wellen. Snel neem ik een slok bier en kijk over de Rijn, waar een schip op het lage water richting Rotterdam ploetert. 

Mijn emoties hadden alles te maken met de treinreis van Düsseldorf naar Bonn van een paar dagen eerder. Ik had ervoor gezorgd dat we met de stoptrein gingen, die er weliswaar een stuk langer over zou doen, maar die langs Neuss zou gaan, de stad waar mijn vader tijdens de oorlog als dwangarbeider te werk was gesteld. Terwijl we daar langs ellenlange fabrieksterreinen vol chemische industrie reden, keek ik uit het raam en dacht aan mijn vader. Hoe zou het toen daar geweest zijn? De hel op aarde, vast en zeker.

Werkelijk overal in Duitsland zijn monumenten en herdenkingsplaten voor de vele slachtoffers van het naziregime. Ook voor de dwangarbeiders. Er zijn maar weinig landen bereid zo de schuld op zich te nemen. 

Neem nu Nederland. Hoeveel moeite heeft het wel niet met de erkenning van de pikzwarte bladzijden uit de geschiedenis. Pas door druk vanuit de nazaten van de slachtoffers komt daar nu verandering in, maar jarenlang werden de wrede en zo lucratieve slavenhandel en de onderdrukking en oorlogssmisdaden in Indonesië verzwegen.

Ook Spanje heeft moeite met het verwerken van het verleden. Er is zelfs een tendens om de koloniale onderdrukking en de repressie door de inquisitie te bagatelliseren door de negatieve verhalen toe te schrijven aan ‘De Zwarte legende’, die door protestante landen is rondgebazuind om Spanje in een kwaad daglicht te stellen. Maar ook de omgang met de Spaanse burgeroorlog en de Franco-dictatuur is pijnlijk. Veel te lang is het Franco-monument El Valle de Los Caídos (de vallei der gevallen) blijven bestaan. Toen de huidige linkse regering het monument wilde ontmantelen, was dat met tegenwerking van de rechtse partijen. In Spanje slaagt men er niet in de verwerking van het dictatoriale verleden los te weken van de huidige politieke tegenstellingen. 
Zowel mijn woonland als mijn geboorteland zouden aan Duitsland een voorbeeld kunnen nemen.

Ondertussen is het in Bonn donker geworden. Na de zware Duitse avondmaaltijd besluiten we nog een laatste wandeling te maken langs de oever van de Rijn. Het is nog steeds warm en we praten over lichte onderwerpen, zoals over waar we elkaar de volgende keer zullen ontmoeten: in Duitsland, in Nederland of in El Bierzo.
El Valle de los Caídos

Plakkaat in Essen ter nagedachtenis aan de gedwongen arbeiders in de steenkoolindustrie






woensdag 7 september 2022

Het Duitse voorbeeld 1 Openbaar vervoer

 De zon scheen. We keken door het raam naar het voorbijglijdende landschap vol prachtige groene bossen en velden. En dat in het dichtbevolkte Ruhrgebied, waar voorheen de mijnbouw en zware industrie de natuur zo hadden doen lijden. Ik raadpleegde nog een keer google.maps in mijn mobiele telefoon. ‘We kunnen straks overstappen op een andere trein, maar ook nog even doorrijden en dan overstappen op een bus die ons dichter bij ons pension brengt.’ Ana keek me glimlachend aan. ‘¡Dit is vrijheid!’ verzuchtte ik hardop. Nu lachte Ana uitbundig. Ze wist precies wat ik bedoelde. Ik had het deze vakantie immers al vaker gezegd.

In Duitsland kon deze zomer iedereen voor negen euro per maand gebruik maken van al het regionale openbaar vervoer. Dat had alles te maken met de oorlog in Oekraïne. Zo zouden immers minder mensen de auto gebruiken en daardoor minder energie gebruiken en bovendien was het een tegemoetkoming aan de huishoudens die financieel zo te lijden hadden onder de inflatie. En dat gaf een gevoel van vrijheid: niet die rompslomp van kaartjes kopen; je niet druk hoeven te maken over de prijs. Heerlijk.

In Spanje is onlangs ook zo’n soort maatregel genomen. De regering geeft grote kortingen op abonnementen op regionale treinen, bussen en metro’s. Op zich lijkt me dat een goed plan.
Maar er is een probleem voor de regio’s die ze hier het lege Spanje (La España vacía) noemen en waartoe El Bierzo ook behoort. Er is bijna geen openbaar vervoer!

Ik was als bewust rijbewijsloze Amsterdammer best geschokt toen ik in El Bierzo kwam wonen en merkte dat er In Ponferrada geen enkele bus rijdt naar de voornaamste toeristische attracties. Zelfs Las Medulas, de topattractie van El Bierzo, is alleen per auto bereikbaar en hetzelfde geldt voor Peñalba de Santiago (dat wel eens wordt genoemd als een van de mooiste dorpen van Spanje), het skigebied Leitariegos en al die prachtige wandelroutes in Alto Sil, het noordelijke berggebied van El Bierzo. Er is een plan om een toeristische stoomtrein te laten rijden door de vallei van de rivier El Sil. Wat mankeert er eigenlijk aan een gewone trein? 
Trouwens, ook voor het woon-werkverkeer wordt er weinig gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. Zelf heb ik een keer een baan in León, de meest nabijgelegen grote stad, aan me voorbij moeten laten gaan omdat het zeer gecompliceerd en tijdrovend was om daar naartoe en vandaan te reizen.

Ach, zo is het nu eenmaal als je emigreert. Soms win je iets, soms verlies je iets. Goed, het openbaar vervoer is in Nederland en Duitsland veel beter dan hier in Spanje, maar toen we op de terugweg naar huis onze eerste Spaanse maaltijd nuttigden in een restaurant, waren we het er al snel over eens. In Spanje is het eten veel beter.





donderdag 21 juli 2022

De schuldvraag

Het is dinsdag 19 juli. Eindelijk is het minder warm. Maar er hangt nog steeds rook in lucht. Ik heb geen lessen vandaag. De paar lessen Nederlands die geprogrammeerd stonden, zijn geannuleerd door mijn studenten. Dat zal zijn omdat de hittegolf nu ook is aangekomen in Nederland, waar de meeste van mijn studenten wonen. Het wordt daar misschien wel 40 graden. Ongekend. Als ik met mijn volle boodschappentas over mijn schouder de Avenida de América inloop, besluit ik even neer te strijken op het terras van café Gijon voor een kopje koffie. Da’s lang geleden! Het was zo lang te heet. Carmen, een van de twee eigenaressen, komt licht mopperend met een doekje naar buiten. ‘Ik heb net de tafels schoongemaakt, maar nu zijn ze alweer vuil. Da’s door de as die maar blijft neerdalen.’ Even maak ik me zorgen over de gezondheid van mijn longen, nu ik zo’n hardnekkig post-Covid-hoestje heb. 

Maar ik zit hier zo lekker krantjes te lezen. Veel artikelen over de natuurbranden. En vanzelfsprekend wordt de schuldvraag opgeworpen. In El Diario de León lees ik een eigenaardige opinie van iemand die vindt dat het de schuld is van de ecologen, want die hebben op de één of andere manier de geiten uit de bergen doen verdwijnen.
In het rechtse dagblad El Mundo wordt gesuggereerd dat President Sanchez de klimaatverandering als oorzaak aanwijst om zijn slechte beleid inzake het schoonhouden van de bergen te verhullen. Het vreemde is dat in linkse media juist de rechtse regering van de deelstaat Castilla-León ervan langs krijgt, omdat die nalatig zou zijn bij het voorkomen en bestrijden van de branden. 

Ook ik voel de behoefte om iemand de schuld te geven. Da’s moeilijk, want dit keer is het vuur niet expres aangestoken en ook niet het gevolg van een onvoorzichtige veeboer (zoals de vorige keer in Los Montes Aquilianos). We hebben de brand bijna zien ontstaan. Dat was afgelopen zondag, toen we laat in de middag, na even gezwommen te hebben bij een van de rivierstrandjes die El Bierzo rijk is, iets gingen drinken op een hooggelegen terras tussen de wijngaarden bij Cacabelos. Het begon te onweren, maar nauwelijks te regenen. Dit droge onweer vormt een gevaar, zoals bleek toen we naar huis reden en we een rookkolom zagen opstijgen vanaf de Montes Aquilianos. Dat was verontrustend. Die avond maakte Ana deze foto vanaf ons balkon. Nog veel verontrustender!
Maar wie kan ik de schuld geven van deze natuurbranden die zo duidelijk het gevolg zijn van het veranderende klimaat? Ik laat de gebruikelijke verdachten aan mijn geestesoog passeren. De grote energiebedrijven worden vaak genoemd als hoofdschuldigen. En de intensieve veehouderij. Of het kapitalisme, deze zo allesomvattende term die altijd als dooddoener gebruikt kan worden. Ja, maar vergeet de Chinezen niet, zeggen anderen, ook al produceert een Chinees gemiddeld veel minder CO2 dan een Europeaan. En wat te denken van al die mensen die zich verzetten tegen het plaatsen van windturbines en zonnepanelen? Dragen die geen schuld? Of moet ik het misschien vooral bij mezelf zoeken? Best veel gevlogen, de laatste jaren. En sinds ik in Spanje woon, zit ik ook wel erg vaak in een auto, ook al is dat als bijrijder. Maar het is natuurlijk groter. Wij allen, vooral hier in het rijke Westen, hebben deze hitte en droogte veroorzaakt door onze manier van produceren en consumeren. 

Mijn gedachten gaan terug naar zaterdagavond, toen we op het popfestival Planeta Sound 2022 waren. Het was toen zo vreselijk heet. Maar gelukkig speelde de band Lori Meyers pas laat in de avond. Iedereen was zwetend aan het dansen en zong luidkeels met de band mee: 'Todo esto es culpa de la gente, yeah, yeah. Todo esto es culpa de la gente, yeah, yeah.' Oftewel, vrij vertaald: ‘Dit alles is de schuld van de mensen. Ja Ja.’ (HIER kun je het lied horen)

PS Het is nu donderdag 21 juli 2022, maar nog steeds vliegen helicopters af en aan naar de Montes Aquilianos om het vuur te blussen.

vrijdag 8 juli 2022

De positieve interrailer

Langzaam zie ik op het afleesapparaatje twee rode streepjes verschijnen. Positief. Ik dacht het al. Dat kriebelende hoestje kon nog gewoon een verkoudheidje zijn, maar die pijn in de spieren wees op griep of covid. Waar zou ik het virus hebben opgelopen? Dat moet haast wel in de trein zijn geweest.

Het was een mooie reis! Goed, het is een hele zit in de trein van Ponferrada naar Amsterdam, twee dagen heen en twee dagen terug, twee keer met een overnachting in een pension. Maar je beseft tenminste wel dat je onderweg bent. Bovendien ontwijk je al die veel te drukke luchthavens en is het natuurlijk minder slecht voor het milieu. Net als in de jaren 80 reisde ik met interrail. Nostalgie! Maar veel dingen zijn veranderd. Zo is de interrailkaart nu digitaal. Dus geen stempeltjes meer in een boekje dat je kunt bewaren. Ook kun je tegenwoordig niet meer op de bonnefooi in een stadje aankomen en dan rustig een pensionnetje zoeken. Nee, om problemen te voorkomen moet er van tevoren geboekt worden, wat via dat verfoeilijke booking.com toch vaak het handigst gaat. Wat wel gebleven is: lekker lezen in de trein, af en toe wat doezelen, uit het raam kijken en een wandeling naar de restauratiewagon voor een versnapering.

Tot mijn verbazing bleken in Frankrijk en België de mondkapjes in het openbaar vervoer niet verplicht. Aanvankelijk voelde ik me bijna naakt, maar ja, het deed nog pijn achter mijn oren van de lange reis van Ponferrada naar de grens van de dag ervoor en bovendien: wie ben ik om me anders te gedragen dan de meeste Franse medereizigers? Het mondkapje ging af. Hooguit zette ik hem op als iemand in mijn nabijheid wat al te luid hoestte en in de bomvolle metro van Parijs. Ja, ook dat is gebleven, de overstap in Parijs van de ene gare naar de andere als je reist tussen Noord- en Zuid-Europa.

Enfin, na een zeer aangenaam verblijf in Amsterdam en ruime omstreken, reisde ik weer terug, vaak in treinen vol hoestende en proestende medereizigers. Ik begon me een beetje te ergeren. Waarom gingen die mensen op reis terwijl ze duidelijk niet gezond waren? Da’s niet verantwoord. De meeste van hen gewoon voor een vakantiereisje. Nee, mijn eigen reisje was natuurlijk wél van essentieel belang. Ik had immers een verjaardagsfeest van vrienden te vieren, een voetbaltoernooi te spelen bij mijn oude cluppie, muziek te maken met Flanders Fields en zoveel vrienden en familieleden te zien.

En nu weet ik het dus zeker. Voor het eerst heb ik covid onder de leden. Ik besluit een foto van het testresultaat op de sociale media te zetten. Even later krijg ik een berichtje van de familie in Amsterdam. Een aantal van hen heeft corona of corona gehad. Dan ben ik waarschijnlijk al voor de terugreis besmet geraakt. Dus misschien waren de medereizigers wel niet een gevaar voor mij, maar ik voor hen. 

Ik trek op een denkbeeldige kaart van Europa een lijn van Amsterdam naar Ponferrada en probeer in te schatten hoeveel virussen ik daar heb uitgeademd. Daarna trek ik lijnen vanaf deze hoofdlijn naar plaatsen waar mijn medereizigers heen zouden kunnen zijn gereisd en op hun beurt het virus verspreid hebben. Langzaamaan kleurt de kaart van West-Europa zwart. Het zweet breekt me uit. Maar dat schijnt vrij normaal te zijn, als je corona hebt. 


zondag 15 mei 2022

Het seizoen is weer begonnen!

De zomer is dit jaar vroeg begonnen. Het is nog begin mei, maar de temperaturen beginnen op te lopen tot over de 30 graden. Dat belooft wat voor de rest van de zomer. De eerste natuurbrand hebben we al van nabij meegemaakt. Dat was afgelopen dinsdag, toen we van onze lunch werden opgeschrikt door het geluid van een overvliegende helikopter. Een blik uit het raam leerde ons dat de brand dichtbij was, aan de rand van Ponferrada. De helikopter vloog af en aan tussen de rivier El Sil en de rookpluim. Gelukkig wisten ze het vuur vrij snel te blussen. Maar ook dit jaar zullen de hoge temperaturen en periodes van droogte weer gepaard gaan met natuurbranden. 

De brand deed me terugdenken aan de opmerkingen van Trump van een paar jaar geleden. Er waren toen heel veel bosbranden in Californië en Trump, die beslist niets het woord klimaatverandering niet in zijn mond wilde nemen, beweerde toen dat hij van de Finse president had gehoord dat je bosbranden het beste kon voorkomen door regelmatig het bos aan te harken en schoon te maken. (HIER)

Dat veroorzaakte de nodige hilariteit, met name in Finland waar de president ontkende ooit zoiets tegen Trump gezegd te hebben. Finnen plaatsten grappige foto’s op de sociale media waarop ze het bos aan het schoonmaken waren, zoals deze met als tekst: Een gewone dag in het Finse bos.

Maar eerlijk gezegd begon bij mij het vermoeden te rijzen dat Trump niet met een Fin, maar met een Spanjaard had gesproken, want al die Europese landjes, tja, wie kan ze nou uit elkaar houden. Hier in Spanje wordt het schoonhouden van het de bergen wel degelijk gezien als een effectief middel om bosbranden te voorkomen. Ze wijten de bosbranden zelfs ten dele aan de ontvolking van bergdorpen, waardoor het hout niet meer gesprokkeld wordt. Dat dode hout vat makkelijk vlam, vooral als een plaatselijke boer zo onvoorzichtig is een stukje grond af te branden terwijl er teveel wind staat, of als er een één of andere gek vindt dat brandende bergen mooi zijn. Feit is natuurlijk dat de Spaanse bossen een stuk droger zijn dan de Finse, waardoor het verwijderen van dood hout wellicht noodzakelijker is.

Ook voor Nederlanders is het een gek idee dat de natuur moet worden schoongemaakt. In Nederland, voorheen het meest aangeharkte land van heel Europa, hebben we juist geleerd om dode bomen en takken in de bossen te laten liggen zodat schimmels, paddenstoelen en insecten zich tegoed kunnen doen aan het hout. Maar ook in Nederland worden de zomers steeds warmer en droger. Ook daar zal het brandgevaar toenemen.

De dag erna ging ik kijken waar de brand geweest was. Het viel nog wel mee met de hoeveelheid grond die was afgebrand, maar de paniek was er vooral omdat het zo dicht bij de stad was geweest. Het leek te zijn begonnen bij het paadje langs de rivier El Boeza. Aangestoken, volgens mij, om het struikgewas te verwijderen of uit balorigheid. Vol onbegrip over zo’n onzinnige daad liep ik terug naar huis.

PS De eerste foto, die ik wel degelijk vanaf ons balkon heb gemaakt, is eerlijk gezegd van een brand van een paar jaar geleden, toen iemand de Pajariel in de fik had gestoken. Maar afgelopen dinsdag zag het er bijna hetzelfde uit, hoor.

maandag 28 maart 2022

De tevreden bijrijder

Het is zondagmiddag. We zijn op de terugweg naar huis na een geslaagd weekend in de havenstad Ferrol. Lekker eten, stadswandelingen en uitwaaien langs die schitterende kust van Galicië. We hebben een kop koffie nodig. Ik zie op de kaart dat we zonder al te veel om te rijden het stadje Villalba kunnen inrijden.
 
Dit was geen goed idee. Overal staan agenten het verkeer om te leiden. Verderop zien we de carnavalsoptocht door de straten gaan. Bij een van de agenten draait Ana het raampje naar beneden en vraagt: ‘¿Kunnen we bij El Parador komen?’ De agent schudt meewarig zijn hoofd. ‘Absoluut onmogelijk, het spijt me. De hele stad is afgesloten.’ Met veel moeite weet Ana de auto in de smalle straat te keren om terug te rijden in de richting van de snelweg. ‘¡Echt jammer!’, zeggen we tegen elkaar. Want langzamerhand zijn we liefhebbers geworden van de Paradores, die keten van hotels in vaak monumentale gebouwen waar je ook uitstekend iets kunt nuttigen.
 
Op de rotonde buiten de stad staan veel politieauto’s. Agenten houden alle auto’s aan voor een alcoholcontrole. Chauffeurs moeten uitstappen. Ook wij worden staande gehouden. De agent kijkt even onze auto in en zegt tegen Ana: ‘U heeft vast niet gedronken.’ ‘¡Dat klopt!’ zegt Ana opgelucht. Met een wuivend gebaar geeft hij ons toestemming door te rijden.
 
We rijden een tijdje zwijgend verder over de snelweg, terwijl we luisteren naar ons favoriete radioprogramma Iemand zou de zondagmiddagen moeten verbieden (Alguien debería prohibir los domingos por la tarde), gepresenteerd door de regisseuse Isabel Coixet, die met haar wat zwoele, lage stem me altijd doet denken aan Tosca Hoogduin van vroeger als presentatrice van Easy Listening op de late avond (HIER zijn beiden te horen). Dan zegt Ana: ‘Hij controleerde mijn alcoholpercentage niet omdat ik een vrouw was.’ Ondanks haar opluchting van daarnet, klinkt haar stem nu licht verwijtend. ‘Ik denk dat je gelijk hebt,’ zeg ik.
 
We doen er weer even het zwijgen toe. Dan voeg ik toe: ‘Maar het was vooral omdat ik de bijrijder was. Ze dachten natuurlijk dat ik wél had gedronken, en dat jij daarom reed.’ We praten verder over het feit dat als een man en een vrouw samen in een auto zitten, het bijna altijd de man is die stuurt. Dat geldt zowel in Spanje als in Nederland, en waarschijnlijk in de hele wereld. Mannen denken dat ze daar beter in zijn, kunnen zoiets moeilijk uit handen geven en vrouwen leggen zich daar dan maar bij neer. Iets dergelijks gebeurt ook in de politiek, overigens, en daar maken mannen er ook vaak een zootje van. Er zijn voor mannen maar twee geldige redenen om de vrouw te laten rijden: alcohol of geen rijbewijs. Dit keer was alleen dat laatste het geval.
 
We laten het idee van een kop koffie maar even schieten. Ik merk dat het me op de een of andere manier tevreden stemt dat er in elk geval één persoon op deze wereld is, een agent uit de buurt van Villalba, die denkt dat ik verstandig met alcohol omga. Behaaglijk leun ik achterover in de bijrijdersstoel en luister naar de melancholieke muziek die boven het monotone geluid van de motor uitklinkt. Het leven van een bijrijder is zo slecht nog niet.




donderdag 3 maart 2022

Uit machteloze woede

Het motregent. Da’s vervelend nu we hier met zoveel mensen tezamen op dit plein staan. Maar de regen was hard nodig. Het is al zo lang droog geweest. Er waren zelfs al enkele bosbranden. De waterniveaus van de stuwmeren zijn op een historisch dieptepunt beland, wat later in het jaar problemen kan opleveren. 

Ik schud even met mijn hoofd om deze gedachten te verdrijven. We zijn nu hier bezig met iets dat veel belangrijker is. De oorlog in Oekraïne. Het was een goed idee van de gemeente Ponferrada om dit te organiseren. Zo veel mensen delen de woede over de Russische inval. Het zinloze geweld. Stom nationalisme, grootheidswaanzin. We moeten omgaan met onze machteloze woede. Een demonstratie gaat Oekraïne niet redden. Net zomin als het ondertekenen van de zoveelste digitale petitie. Toch vonden we dat we hier nu moesten zijn, op het Plaza del Ayuntamiento. 

De eensgezindheid is groot. Er zijn mensen van verschillende leeftijden, met verschillende politieke opinies, zo te zien. Ik herken een Russisch meisje dat vroeger in een van mijn favoriete bars werkte. Er zijn spelers van Deportiva Ponferradina. Er zijn weinig mensen die de invasie niet veroordelen, denk ik. In Nederland is het alleen extreemrechts die de invasie goedpraat. Logisch. Ze herkennen in Poetin iemand met dezelfde ideologie. Het blinde nationalisme. Vreemd genoeg merk ik dat in Spanje het vooral linkse mensen zijn die de invasie bagatelliseren. Ze gaan mee met de argumentatie van Poetin. De NATO breidde zich ook zo uit richting het oosten. Rusland voelde zich daardoor bedreigd. In Oekraïne zijn veel nazi’s. En andere onzinnige redenen om mensen de dood in te jagen. Enfin, extreemrechts en extreemlinks delen nu eenmaal hun voorkeur voor agressieve dictatoriale alfamannetjes.

Via mijn onlinelessen Nederlands heb ik veel mensen uit Oost-Europa leren kennen. Ik denk terug aan een van mijn eerste studenten, een meisje uit Oekraïne. Zij heeft haar familie daar. Hoe zal het met hen gaan? En dan is er mijn Russische student die nu in Enkhuizen woont. Tijdens de laatste les was hij helemaal van slag, omdat hij zich schaamde voor zijn land. Hij vertelde over hoe de media in Rusland een propagandaoorlog voeren om de bevolking achter de invasie te krijgen. Ze gebruiken daarbij precies dezelfde argumenten als extreemrechts en -links in onze landen. 

Ik sta hier dus ook voor deze mensen. Mijn Oekraïense studente. Mijn Russische studenten. Mijn studenten uit Belarus en Azerbeidzjan. Zij voelen allen de gevolgen van deze oorlog persoonlijk. Zij lijden allen onder het machtsdenken van Poetin.

Er wordt een minuut stilte aangekondigd voor de overledenen in de oorlog. Altijd een indrukwekkend moment. Stilte zegt vaak meer dan luid geschreeuw.





zaterdag 5 februari 2022

Vlees

 Het is woensdagavond. 
‘¿Wat wil je vanavond eten?’, vraag ik aan Ana. Ze kijkt op uit haar boek. 
‘Haal maar iets lekkers’, antwoordt ze. 
Met deze wat vage aanwijzing ga ik op weg naar de supermarkt Gadis. Daar is altijd wel wat lekkers te vinden. Heerlijke wijn en vooral veel producten uit Galicië. 

Even later sta ik twijfelend tussen de schappen. Wordt het salade? Iets met vis? Met schelpdieren? Dat laatste hebben we vanmiddag bij de hoofdmaaltijd al gegeten. Ik loop naar vleeswarenafdeling. Mijn oog valt op een pakketje ham waarop staat: 
‘Ham van vrijlopende Keltische varkens, gevoed met kastanjes, zonder gluten, zonder lactose’. 
Toch maar vlees dan? Kan dat eigenlijk wel?

Want opeens wordt er over vlees volop gedebatteerd in Spanje. Dat heeft te maken met het interview dat de minister van consumptie Alberto Garzón gaf aan The Guardian (HIER). Dit zou waarschijnlijk vrij onopgemerkt voorbij zijn gegaan, als de Partido Popular, de grootste oppositiepartij in het nationale parlement maar regeringspartij in onze deelstaat Castilië-León, het interview niet had gebruikt voor campagnedoeleinden. De deelstaatverkiezingen van Castilië-León staan immers voor de deur.

Garzón werd bijna van landverraad beschuldigd omdat hij in het had gewaagd te opperen dat er in Spanje te veel vlees wordt geconsumeerd en dat er in de megastallen vlees van slechte kwaliteit wordt geproduceerd onder dieronwaardige omstandigheden. Het lijken weinig opzienbarende opmerkingen. Hetzelfde kan immers worden gezegd over bijna alle rijke landen, misschien wel met Nederland voorop. Het resultaat van de kritiek op de uitspraken van de minister is juist wat er niet de bedoeling van was: er is nu een serieuze discussie ontstaan over hoe het vlees wordt geproduceerd en wat daar de gevolgen van zijn voor de leefomgeving en de gezondheid.

Gelukkig hebben we geen megastalen hier in El Bierzo, voor zover ik weet. Maar nog niet zo lang geleden was er een grote varkenshouderij, in de heuvels dicht bij het lieflijke dorpje Molinaseca. Tijdens een van mijn mountainbiketochten had ik eens een verkeerde afslag genomen en was ik daar per ongeluk langs gereden. Het was er afgrijselijk. Het stonk, de grond was vervuild van de varkenspoep en ik voelde me erna de hele dag misselijk. De varkenslapjes uit de intensieve varkenshouderijen verdwenen voorgoed van ons menu.

Als het dan toch varkensvlees moet zijn, kiezen wij voor het vlees van Iberische varkens. Die zijn zwart, lopen vrij rond en eten worden soms op een dieet gezet van eikeltjes van de steeneik, wat een bijzonder smakelijk, maar wel wat prijzig product oplevert. De ham van Keltische varkens uit Galicië die kastanjes eten is een poging om te concurreren met de jamón ibérico van de hoogvlakte. 

Eigenlijk zou dit product hier in El Bierzo ook geproduceerd kunnen worden. Er zijn hier in de omgeving zoveel kastanjebomen dat men van gekkigheid vaak niet weet wat met de kastanjes te doen. Zo worden er in veel dorpen in het najaar magostos gehouden, volksfeesten waarbij op een mooie plek een vuur wordt maakt om daarop de kastanjes te roosteren. Best lekker, maar daarna zijn er nog steeds veel over. Ze als varkensvoer gebruiken kan een kwalitatief hoogwaardig stukje vlees opleveren en dat mag dan, net als de jamón ibérico, best een stuk duurder zijn. Dan eten we wel wat minder vlees. En er hoeven geen regenwouden te worden gekapt om soja voor ons veevoer te verbouwen. Een win-winsituatie. 

Gerustgesteld door al deze gedachten pak ik het pakje glutenloze ham zonder lactose van loslopende Keltische varkens die gevoed zijn met kastanjes uit het schap en laat het met een plofje in mijn winkelwagentje vallen. Daarna wandel ik naar de wijnafdeling. Daar is de keuze sneller gemaakt: een plaatselijke jonge wijn van de mencia-druif.


woensdag 5 januari 2022

Wopke moet echt weg

Sinds ik hier in Spanje woon, kijk ik bijna met de blik van een buitenstaander naar alles wat er in Nederland gebeurt. Vanzelfsprekend probeer ik zo goed op de hoogte te blijven van de politieke en sociale ontwikkelingen, al was het alleen maar omdat mijn stemrecht voor nationale verkiezingen nog steeds alleen maar in Nederland geldig is. En eerlijk gezegd, het valt me niet mee wat er allemaal plaatsvindt in mijn  geboorteland. Ik zal me, in verband met de komende beëdiging van het nieuwe kabinet, beperken tot de parlementaire ontwikkelingen en alle verontrustende berichten over de gewelddadige rellen van voetbalsupporters, vuurwerkaanhangers en virusontkenners even laten rusten. Wat in de Nederlandse politiek wordt besloten heeft immers, via de Europese Unie, ook wezenlijke invloed op het dagelijks leven in Spanje. Ik wil het met name hebben over Wopke Hoekstra, de demissionaire minister van financiën en de beoogde minister van buitenlandse zaken in het nieuwe kabinet.

Hij maakte zich bijzonder impopulair, hier in Spanje en in Zuid-Europa in het algemeen, toen hij tijdens de eerste Covid-golf weinig inlevingsvermogen toonde en met alle macht probeerde te voorkomen dat er Europese fondsen zouden worden gebruikt om de toen zo zwaar getroffen Zuid-Europese landen te ondersteunen. Terwijl in Italië en delen van Spanje van een noodtoestand sprake was, meende hij erop te moeten wijzen dat deze landen zelf meer hadden moeten sparen in de voorafgaande jaren. Het was, zacht uitgedrukt, de verkeerde opmerking op het verkeerde moment. 

Het was een symbool van iets dat al langer gaande was. De Christendemocraten waren steeds meer hun sociale gezicht aan het verliezen. Dat werd eens te meer duidelijk bij de toeslagenaffaire. Natuurlijk werd daar in de Spaanse pers uitgebreid aandacht aan besteed, ook omdat de in Spanje geboren advocate Eva González Pérez een belangrijke rol speelde bij het aan het licht brengen van de misstanden, hetgeen, met een zekere nationale trots, breed werd uitgemeten in de Spaanse media. Uiteindelijk viel het Nederlandse kabinet vanwege de affaire, maar op een wonderbaarlijke manier komen veel van de betrokkenen in het nieuwe kabinet weer terug, waaronder Rutte zelf en ook Wopke Hoekstra. De parlementariër van het CDA die zulk goed werk had verricht bij het ophelderen van deze affaire, Pieter Omzicht, bleef lang overspannen thuis en zag zich genoodzaakt zich uit de partij terug te trekken. Wopke Hoekstra mocht aanblijven als lijsttrekker en ziet binnenkort zijn benoeming als minister van buitenlandse zaken tegemoet.

Toen ik in de Spaanse en Nederlandse media de berichten las dat Hoekstra werd genoemd in de Pandora Papers omdat hij een belang had gehad in een brievenbusfirma op de Britse Maagdeneilanden, ging ik er helemaal vanuit dat zijn politieke dagen geteld zouden zijn. Hoogmoed komt immers voor de val. Niets blijkt minder waar. Maar hoe gaat de Nederlandse regering aan de Zuid-Europese landen uitleggen dat de minister die zo meedogenloos was tijdens de onderhandelingen over Europese noodfondsen en daarbij kwam met verwijten over het gebrek aan financiële discipline van de Zuid-Europese landen, zelf via een belastingparadijs aan belastingontwijking deed?

Volgens mij is hier de integriteit van de Nederlandse politiek in het geding. Een minister van financiën en ook een minister van buitenlandse zaken heeft binnen de Europese Unie alleen het morele recht van spreken en oordelen als deze persoon zelf van onbesproken gedrag is. Volgens mij kan Wopke Hoekstra daarom niet de nieuwe minister van buitenlandse zaken van Nederland worden. 

Mee eens? Onderteken dan mijn (Spaanstalige) petitie: (link: https://chng.it/P9Ggpf2F2V) gericht aan de Nederlandse parlementariërs om tegen de benoeming van Hoekstra te stemmen. Ja, ik weet ook wel dat dit eigenlijk geen enkele kans van slagen heeft, maar ja, ik woon nu eenmaal in het land van Don Quichot.