‘Dat kan ik niet toestaan. Jullie moeten hier bij ons komen eten.’
‘Misschien hebben we elkaar hetzelfde cadeau gegeven.’
‘Je hebt gelijk.’
Brieven uit El Bierzo, Spanje Zie ook: www.opinionesdeunguiri.blogspot.com
‘Dat kan ik niet toestaan. Jullie moeten hier bij ons komen eten.’
‘Misschien hebben we elkaar hetzelfde cadeau gegeven.’
‘Je hebt gelijk.’
‘¿Wie belde er?’‘Dat vertel ik je straks wel tijdens het reclameblok.’
‘Het was een hbo-school in Alkmaar. Ze vroegen me of ik Intercultureel Engels wilde geven en wel vanaf volgende week.’
'¿Intercultureel Engels?'
‘Ja, ik weet ook niet wat dat is. Ze hadden in mijn cv bij een één of andere vacaturebank gezien dat ik ook Engelse bijles gaf.’
'¿Wat heb je geantwoord?'
‘Dat ik in Spanje woon, maar ja, dat wisten ze natuurlijk al vanwege het telefoonnummer. En dat ik eigenlijk een bevoegde leraar economie ben. En dat ik niet per direct beschikbaar ben, maar eventueel voor een korte periode in de toekomst best wil overkomen voor wat lessen.’
Dit is geweldig. De mist dempt alle geluiden. Het is doodstil. Het ruikt naar herfst. Eenmaal boven, waar een klein veldje is, zie ik iets bewegen. Een ree. Met grote sprongen maakt het dier zich uit de voeten, de witte plek bovenaan de kont duidelijk zichtbaar. De spiegel, heet dat in het Nederlands. En in het Spaans? ¿El espejo? Of zullen ze hier denken dat ik weer eens een flauwe grap maak als ik zeg dat ik de spiegel van een ree zag? Thuis toch maar eens opzoeken.
Dan wordt dit moment van natuurbeschouwing verstoord door een trilling in mijn zak. Een whatsappberichtje van mijn vrouw Ana met een link naar een twitterbericht van de politie (hier). Vannacht is er een beer gesignaleerd in Ponferrada. De politie heeft het dier naar El Pajariel gedreven. Ik kijk om me heen. Gelukkig kan ik via een wat breder karrespoor naar beneden. Ik vraag me bezorgd af of de beer mij misschien gezien heeft. Twijfelend kijk ik naar die toch wel wat schriele stok in mijn hand.
Als ik eenmaal weer veilig thuis ben, zie ik op de sociale media dat het berichten regent over de beer. Het nieuws haalt ook El País (hier) en zelfs The Guardian (hier). We waren al gewend aan de nabijheid van wilde zwijnen en vossen, maar een beer, dat is andere koek. Ook de wolven zijn overigens niet ver weg. Ik heb ze zelf nooit gezien maar heb wel hun harige drollen mogen aanschouwen. En natuurlijk leidt die nabijheid van deze wilde dieren tot discussies en verdeeldheid.
Aan de ene kant is het natuurlijk een goed teken dat zulke dieren hier rondlopen. Het geeft aan dat de natuur hier puur en overdadig is. De dieren kunnen zorgen voor een natuurlijk evenwicht in de bergen en wie weet trekt het toeristen aan. Op Safari in El Bierzo!
Aan de andere kant zijn er de nodige problemen. De dieren boezemen angst in. De beren komen naar de fruitbomen in de dorpen, zoeken soms voedsel in de afvalbakken en verwoesten de bijenkorven. De extensieve veeteelt kan lijden onder de aanwezigheid van de wolven. En dat terwijl juist de loslopende runderen in de bergen of de schapenkuddes met herders in principe het meest circulair geproduceerde stukje vlees opleveren dat er maar bestaat. Moet er dan gejaagd worden op beren en wolven? Liever niet. Misschien moeten we de dieren voldoende angst aanjagen voor mensen en honden, zodat ze afstand houden van de boerderijen, dorpen en steden.
Maar als ik nu over mijn computer door het raam kijk, zie ik El Pajariel met daarachter de Montes Aquilianos. Daar lopen wolven en ten minste één beer rond. Dat is toch zeker fantastisch?