Ik zit in een café. Koffie, croissantje, krantje. Zoals zo vaak deze winter kan ik het niet laten om even te kijken naar de weersverwachting voor Nederland. Ámsterdam 7 1 LL, lees ik. Dit bericht geeft me een zekere rust. Tussen de 1 en 7 graden. Ik hoef geen vlucht te boeken. Geen schaatsweer. Het regent zelfs. LL staat voor Lluvia. Een zigeunervrouw komt het café binnen en loopt van tafeltje naar tafeltje. Ze probeert lootjes te verkopen. Ook aan mij. Ik schud mijn hoofd. Ze denkt aan deze buitenlander een gemakkelijke prooi te hebben. ´¿Handlezen dan?´, stelt ze voor.
Nee, van loterijen moet ik niets hebben. Als leraar statistiek heb ik mijn studenten vaak voorgerekend hoe klein de kans op een prijs is. Dat zag ik als mijn opvoedkundige taak. Natuurlijk is het fijn dat loterijen goede doelen steunen. Zoals de postcodeloterij in Nederland, bijvoorbeeld. Maar juist die loterij verfoei ik. Omdat er op bijna sadistische wijze gebruik wordt gemaakt van het feit dat het geluksgevoel niet zozeer afhangt van iemands absolute rijkdom als wel van de relatieve rijkdom. Stel: je zit lekker te lezen in je luie stoel. Op de radio klinkt je favoriete muziek. Je bent uiterst tevreden. Dan wordt je uit je boek opgeschrikt door rumoer op straat. Je kijkt uit het raam. Diverse buren vieren feest. Champagneflessen worden ontkurkt. Jouw postcode is het winnende nummer. Maar jij krijgt niets. Geen lootje gekocht. Dankzij die eikel van een statistiekleraar van je. Weg tevredenheid!
Hier in Spanje is de loterij nog veel populairder dan in Nederland. Een dagelijkse loterij is die van de ONCE, de Organización Nacional de Ciegos (blinden) Españoles. Voor de vele kiosken van de ONCE vormen zich soms rijen voor het bemachtigen van loten Daarnaast kan men op straat en in de cafés terecht bij de ambulante verkopers, die de loten op hun borst hebben gespeld als waren het militaire onderscheidingen. Nog massaler wordt er meegedaan met de twee grote loterijen rond de feestdagen. El Gordo op de dag voor Kerst en El Niño op de dag voor Driekoningen. De trekking van deze loterijen wordt direct uitgezonden op de televisie. Heel Spanje ligt dan even plat. De winnende nummers worden zingend voorgedragen door kinderen uit een weeshuis. Het is een heel spektakel. Later op de dag is er bij het journaal even geen aandacht voor Wikileaks, de oorlog in Afghanistan of nationale corruptiezaken. We zien de winnende nummers. Juichende mensen komen in beeld. En de verkoper van het winnende lot. Ook die is enorm blij. Volgend jaar zal hij extra veel loten verkopen.
Volgens mij bewijst de populariteit van de loterijen dat het met het sociaaldemocratische gedachtegoed nooit wat zal worden. Hoezo: gelijke inkomensverdeling? Hoezo: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten? Mensen blijken zelfs bereid een soort van belasting te betalen om de ongelijkheid te vergroten. Velen dragen we bij. Slechts enkele gelukkigen profiteren. Niet door hard werken, talent of doorzettingsvermogen. Ook niet door afkomst, gladde praatjes of crimineel gedrag. Nee. Puur toeval. Het lot bepaalt. En blijkbaar is dat een opluchting. Eindelijk gelijke kansen.
Ondertussen hoor ik hoe de barvrouw de lotenverkoopster vriendelijk verzoekt het café te verlaten. Mopperend geeft ze daaraan gehoor. Ik lees weer verder in mijn krantje. Wat een toestanden toch in de wereld. Even kijk ik naar de palm van mijn rechterpalm. Waar zit ook alweer de levenslijn?
vrijdag 14 januari 2011
donderdag 6 januari 2011
Aan tafel!
Over welk ander onderwerp zou ik dezer dagen kunnen schrijven? Eten. Het is vandaag 6 januari 2011. We aten de afgelopen dagen veel. Enorm veel. Op kerstavond een diner van vier gangen. Op kerstmis zelf moesten we ´s middags alweer aantreden voor de kerstmaaltijd. Gelukkig doen ze in Spanje niet aan tweede kerstdag. Met oudjaar hetzelfde patroon. Uitgebreid diner op 31 december. Afgesloten met de twaalf druiven tijdens de klokslagen van middernacht. Op nieuwjaarsdag ´s middags alweer een uitgebreide maaltijd. En vandaag is het Driekoningen. En dus hebben we gisteravond maar weer eens copieus gedineerd en wordt er terwijl ik dit zit te schrijven een konijn gebraden voor de driekoningenmaaltijd. Ja, er wordt hier goed gegeten in El Bierzo. Kwantitatief en kwalitatief in orde. Ze zijn hier niet bang voor botjes, graatjes of ingewanden, zoals in Nederland, waar de meeste mensen het vlees of de vis niet als zodanig willen herkennen. De keuken is hier recht voor zijn raap. Heerlijk en eerlijk! Al zijn er, vanzelfsprekend, Nederlandse gerechten die ik mis (daar heb ik een liedje over gemaakt; zie op youtube: nostalgia).
Waar ik in het begin moeite mee had was het ritme van de maaltijden. ´s Morgens stelt het eten weinig voor. Veel mensen dopen wat biscuitjes in warme melk of koffie en noemen dat een ontbijt. Vervolgens moet je honger lijden tot twee of drie uur ´s middags. Dan wordt er ook gelijk uitgepakt. Alles gaat hier dicht tussen twee en vijf uur. Alleen de restaurants zijn open. Er moet gegeten en gerust worden. In Nederland nam ik altijd een lunchpakketje mee naar mijn werk. Nou, dan zou je hier voor gek worden versleten. Soms denk ik wel dat de veelbesproken lage arbeidsproductiviteit in Spanje deels te wijten is aan de overvloedige middagmaaltijden. Je komt daarna echt niet meer op gang.
La cena, de avondmaaltijd, is meestal licht en wordt zo tegen tienen genuttigd.
Langzamerhand ben ik aan het Spaanse eetritme gewend geraakt en zelfs gaan waarderen. Vooral zomers. Als het heet is dan kun je ´s middags niet veel anders doen dan lekker eten en vervolgens uitbuiken in bed of op de sofa. Ook heb ik geleerd om ´s avonds niet al te uitgebreid te eten, zo vlak voor het slapengaan. Soms gaan we ´s avonds uit eten. Het is absoluut taboe om voor tien uur ´s avonds het restaurant te betreden. Dan ontpop je je als een guiri, een typische buitenlandse toerist. Wat ik nooit begrijp van de Spanjaarden is dat ze, als ze dan het restaurant verlaten, vaak iets uitroepen in de trant van: ´¡Ayayay, wat is het laat, het is al middernacht geweest!´ Ja, hoor eens, als je pas om half elf een restaurant betreedt en vervolgens zeer uitgebreid gaat tafelen met koffie en coñac toe, dan is het helemaal niet zo vreemd dat je pas na middernacht weer op straat staat. Dat denk ik dan. Dat zeg ik niet.
´s Winters heb ik meer moeite met het Spaanse ritme. Je verspeelt het daglicht. De bergen in El Bierzo zijn prachtig. De zondag is ideaal om te wandelen, te mountainbiken, of om te skiën in het nabijgelegen skistation Leitariegos. Maar nee, er moet ´s middags natuurlijk weer uitgebreid gegeten worden! Dat breekt de dag. Zonde! Het Spaanse ritme is gebaseerd op de zomer. Op lange dagen. En die zijn er ´s winters niet.
Vandaar mijn voorstel. Laten we het ritme van de maaltijden nou eens op Europees niveau afstemmen. ´s Zomers gaan we in heel Europa uitgebreid lunchen en uitbuiken midden op de dag. Ja, jullie ook, Finnen, met die hoge arbeidsproductiviteit van jullie. En als dan in oktober de wintertijd ingaat, dan gaan we ook over op het eetritme van de Noord-Europese landen. ´s Middags een lunchpakketje, ´s avonds een uitgebreid menu.
Nou, dit is mijn wens voor het nieuwe jaar. Het zal er wel weer niet van komen. Ik hoop dat de wensen van mijn lezers meer succes hebben. Een fijn 2011!
Waar ik in het begin moeite mee had was het ritme van de maaltijden. ´s Morgens stelt het eten weinig voor. Veel mensen dopen wat biscuitjes in warme melk of koffie en noemen dat een ontbijt. Vervolgens moet je honger lijden tot twee of drie uur ´s middags. Dan wordt er ook gelijk uitgepakt. Alles gaat hier dicht tussen twee en vijf uur. Alleen de restaurants zijn open. Er moet gegeten en gerust worden. In Nederland nam ik altijd een lunchpakketje mee naar mijn werk. Nou, dan zou je hier voor gek worden versleten. Soms denk ik wel dat de veelbesproken lage arbeidsproductiviteit in Spanje deels te wijten is aan de overvloedige middagmaaltijden. Je komt daarna echt niet meer op gang.
La cena, de avondmaaltijd, is meestal licht en wordt zo tegen tienen genuttigd.
Langzamerhand ben ik aan het Spaanse eetritme gewend geraakt en zelfs gaan waarderen. Vooral zomers. Als het heet is dan kun je ´s middags niet veel anders doen dan lekker eten en vervolgens uitbuiken in bed of op de sofa. Ook heb ik geleerd om ´s avonds niet al te uitgebreid te eten, zo vlak voor het slapengaan. Soms gaan we ´s avonds uit eten. Het is absoluut taboe om voor tien uur ´s avonds het restaurant te betreden. Dan ontpop je je als een guiri, een typische buitenlandse toerist. Wat ik nooit begrijp van de Spanjaarden is dat ze, als ze dan het restaurant verlaten, vaak iets uitroepen in de trant van: ´¡Ayayay, wat is het laat, het is al middernacht geweest!´ Ja, hoor eens, als je pas om half elf een restaurant betreedt en vervolgens zeer uitgebreid gaat tafelen met koffie en coñac toe, dan is het helemaal niet zo vreemd dat je pas na middernacht weer op straat staat. Dat denk ik dan. Dat zeg ik niet.
´s Winters heb ik meer moeite met het Spaanse ritme. Je verspeelt het daglicht. De bergen in El Bierzo zijn prachtig. De zondag is ideaal om te wandelen, te mountainbiken, of om te skiën in het nabijgelegen skistation Leitariegos. Maar nee, er moet ´s middags natuurlijk weer uitgebreid gegeten worden! Dat breekt de dag. Zonde! Het Spaanse ritme is gebaseerd op de zomer. Op lange dagen. En die zijn er ´s winters niet.
Vandaar mijn voorstel. Laten we het ritme van de maaltijden nou eens op Europees niveau afstemmen. ´s Zomers gaan we in heel Europa uitgebreid lunchen en uitbuiken midden op de dag. Ja, jullie ook, Finnen, met die hoge arbeidsproductiviteit van jullie. En als dan in oktober de wintertijd ingaat, dan gaan we ook over op het eetritme van de Noord-Europese landen. ´s Middags een lunchpakketje, ´s avonds een uitgebreid menu.
Nou, dit is mijn wens voor het nieuwe jaar. Het zal er wel weer niet van komen. Ik hoop dat de wensen van mijn lezers meer succes hebben. Een fijn 2011!
Abonneren op:
Posts (Atom)