Weer terug in
Ponferrada na bijna zeven weken werken in Nederland. Ik heb een onwezenlijk
gevoel. Het is maandagmorgen. Op straat hoor ik mensen schreeuwen en rotjes
afsteken. Nog steeds wordt dagelijkse die demonstratie van de werknemers van
het bedrijf in keukenapparatuur gehouden. Nog steeds hebben zij dus geen loon
ontvangen. Nu al maanden lang. In Nederland zou dat toch niet kunnen? Zo´n
bedrijf zou voor de rechter gesleept worden, dunkt mij. Ik kijk uit het raam.
In de verte liggen de Montes Aquilianos te baden in het zonlicht. Het wordt
vandaag wel 30 graden. En dat in oktober. Een heel verschil met de buien die
Nederland teisteren. Laat ik er maar gewoon van profiteren. Boodschappen doen
en dan lekker op een terras met een kop koffie en een krantje.
Het is rustig
op straat. Overal staan auto´s fout geparkeerd. Midden op zebrapaden. Aan de
linkerkant van de rijstrook. Ja, zelfs op de rotonde voor het postkantoor heeft
iemand pardoes zijn auto neergezet. Ponferrada
is een natte droom van een Amsterdamse parkeerwachter. Ik ga naar La
Cuesta. Een klein kroegje. Met fijne koffie die me zonder te bestellen wordt
gebracht. Een churro erbij. Niets is veranderd. Ik begin me alweer een beetje
thuis te voelen. Straks even langs de groenteboer. En dan koken. De uitgebreide
middagmaaltijd. Dat wordt weer even wennen aan het Spaanse eetritme.
We liggen uit
te buiken op de bank. We kijken naar La Novela. Officieel Amar en tiempos
revueltos geheten. De nimmer eindigende soap over de jaren vijftig in Madrid.
Met geweldige acteurs. Ik heb moeite het verhaal te volgen. Zal mijn Spaans nu
al achteruit zijn gegaan? Of komt het door de vele nieuwe figuren en
verwikkelingen? Dan klinkt de eindtune. 'Kom, we gaan wandelen', stelt Ana
voor. We nemen de trap naar beneden. Het voorportaal ligt vol met
reclamekrantjes die met pakken tegelijk hier worden bezorgd. Aan NEE-NEE-stickers doen ze hier niet.
We wandelen
langs de rivier El Sil, vlak voor ons huis. Oude mensen zijn er aan het werk in
hun huertas, de kleine tuintjes. We spreken een vrouw aan. '¿Is het mogelijk om
een klein stukje grond te huren?' vragen we. Ze verwijst ons naar een vervallen
schuurtje verderop. 'Dan moet je bij Maruja zijn,' zegt ze. We blijven staan
voor de ingang van het schuurtje. Een oude vrouw met vieze kleren zit op een
krukje met om haar heen een gigantische hoeveelheid paprika´s. Eén voor één
pakt ze de paprika´s op om ze te ontdoen van de lijst en pitten. 'Volgende week
ga ik ze roosteren,' legt ze uit, 'en dan inmaken.' We vertellen haar de reden
van onze komst. '¿Een stukje grond?,' antwoordt ze, 'mensen weten tegenwoordig
nauwelijks hoe ze op het land moeten werken, dat was vroeger toch wel anders,
en nu is er zoveel werkloosheid, ¿maar denk je dat het bij iemand opkomt om me
hier te komen helpen?, vergeet het maar, ze weten tegenwoordig niet eens
wanneer en hoeveel gif je moet strooien tegen het ongedierte, ze laten alles
maar verwaarlozen en ….'
Terwijl haar klaagzang
voortduurt, besef ik dat op dit moment één van mijn illusies is doorgeprikt.
Hoe vaak heb niet lopen pochen over de markt van Ponferrada, waar mensen hun
eigen gekweekte onbespoten groenten en fruit verkopen zonder dat ze dat ecologisch
noemen. En nu hoor ik dat er gewoon gif wordt gestrooid zonder daar de minste verstand
van te hebben. Voortaan die groenten maar extra wassen. Ik hoor hoe Ana de
vrouw bedankt voor haar informatie. We lopen de donkere schuur uit. De
ondergaande zon kleurt de hemel rood. Vanuit het struikgewas langs de rivier
klinkt het gefluit van een Cetti´s zanger. Er heerst een weldadige rust.
Ben wel benieuwd of je je landje nu hebt of niet..... Gr. Sacha O.
BeantwoordenVerwijderen