zaterdag 24 december 2011

Mijn oude fiets


Vandaag is er iets vreemds gebeurd. Ik zette mijn fiets neer voor de Albert Heijn in Osdorp. Daarna deed ik uitgebreid boodschappen. Spullen voor de Kerstmaaltijd met de Nederlandse familie. En alvast wat zaken om mee naar Spanje te nemen. Stroopwafels. Een rookworst. Een pak boerenkool. Ik zal ze daar straks eens lekker verwennen. Ik kwam met een volle boodschappentas weer buiten, hing de tas over het stuur, en zocht in mijn zakken de sleutel van mijn ringslot. Nergens te vinden. Opeens wist ik zeker: vergeten op slot te doen. En toch was het slot dichtgeschoven. Kwajongenswerk, nam ik aan. En toen gebeurde het vreemde. Ik werd niet kwaad. Ik was niet eens teleurgesteld. Ik nam mijn tas weer in mijn hand en liep op mijn gemak langs de oever van de Sloterplas terug naar het huis van mijn oom. Deze opmerkelijke gelatenheid bij zoveel tegenslag had maar één reden. Mijn oude fiets was op. Nauwelijks meer te gebruiken. Versleten. Verroest. Hij kraakte en piepte. Ik gebruikte hem alleen nog maar voor boodschappen omdat je zo handig een tas aan het stuur kan hangen.

Daar langs de oever van de sloterplas begon ik toch mijn oude fiets al te missen, al was het maar vanwege het gewicht van de tas vol kerstboodschappen in mijn hand. Herinneringen kwamen boven. Wanneer had ik hem ook alweer gekocht? Geen idee, lang geleden. Op de Haarlemmerstraat. Een gloednieuwe fiets. Voor het eerst van mijn leven. Voordien gebruikte ik afdankertjes van vrienden, kocht ik tweedehandsjes of knutselde ik zelf wat in elkaar van fietswrakken. Mijn fietsen stonden ´s nachts altijd buiten. Een nieuwe fiets leek gezien het gevaar van diefstal onbegonnen werk. Nu durfde ik het aan. Wel met drie sloten: een grote ketting, een beugel en een ringslot.

Het was mijn beste fiets tot dan toe. Lange afstanden legde ik er mee af, puur voor het plezier. Ik fietste vanuit het centrum van Amsterdam naar de duinen bij Bloemendaal om de zee te zien, naar de polders in Noord-Holland in het broedseizoen van de grutto´s en de kieviten en naar ´t Gooi als de heide in bloei stond. Op zaterdagen bracht mijn fiets mij naar de voetbalvelden in de wijde omgeving. Doordeweeks arriveerde ik zonder vertragingen op de scholen waar ik lesgaf in Diemen en De Bijlmer. Op maandag werkte ik  vaak in Rotterdam. Normaal gesproken niet te doen op een stadsfiets. Op een ochtend hoorde ik op de radio dat er zuiderstorm zou komen. Als een kind zo blij nam ik de fiets mee in de trein, draaide mijn lesjes economie en statistiek af, en zeilde ‘s avonds op de zuiderstorm naar Amsterdam. Heerlijk!

Maar langzaamaan sloeg het verval toe. Toen ik een keer mijn sleutel van mijn beugel brak, nam ik niet meer moeite om een vervangend slot te kopen. Deze doodordinaire stadsfiets had aan twee sloten genoeg. De afstanden die ik aflegde werden minder. Een noodzakelijke reparatie aan het voortandwiel maakte de fiets definitief trager. De dag dat ik mijn Amsterdamse huis ontruimde verhuisde ik met twee tassen aan mijn stuur en een koffer achterop de bagagedrager mijn laatste bezittingen naar de kelderbox van mijn oom.

Toen ik al mijmerend met de booschappen bij het huis van mijn oom was aangekomen was ervan overtuigd geraakt dat ik deze fiets daar niet zo zielig en alleen voor de Albert Heijn wilde achterlaten. Ik liep weer terug en droeg hem naar een fietsenmaker. Daar werd het ringslotje doorgezaagd. Piepend en krakend reden we richting Sloterplas. En de fiets staat weer in de box in Osdorp trouw te wachten op een volgend bezoek van zijn baasje.

woensdag 14 december 2011

Kiezen


Tijdens de landelijke verkiezingen van Spanje op 20 november was ik in Nederland om te werken. Als tijdelijke remigrant, zeg maar. Nou heb ik aan die verkiezingen weinig gemist. Ik mocht als buitenlander toch niet stemmen. En bovendien zou het best moeilijk zijn om mijn stem te bepalen. Het was al ver van te voren bekend dat de regerende partij, de PSOE, een grote nederlaag zou lijden. De vraag was alleen of de rechts-conservatieve partij, de PP, een absolute meerderheid zou behalen. Nou, dat is dus wel gebeurd. Voor een buitenstaander lijkt het een vorm van masochisme dat zoveel mensen volkomen vrijwillig op een partij stemmen die in zoveel corruptieschandalen is verwikkeld. Misschien zijn de Spanjaarden cynisch geworden. Het maakt toch niet uit op welke partij je stemt, de corruptie krijg je er gratis bij. Hoewel, gratis? Volgens mij is de belangenverstrengeling van corrupte politici, louche ondernemers en lokale banken in handen van diezelfde politici (de cajas de ahorros) één van de belangrijkste oorzaken van het imploderen van de Spaanse economie.

Nog wel heb ik in Spanje het debat op de televisie gezien tussen de lijsttrekker van de PSOE (Rubalcaba) en de PP (Rajoy). Veel onderwerpen kwamen aan bod: de halfslachtige politiek van de PSOE voor en tijdens de crisis, het gebrek aan programma van de PP.  Maar het woord corruptie of vriendjespolitiek werd niet één keer geuit. En niet zonder reden. Dat zou alleen maar leiden tot wederzijdse verwijten en het opnoemen van alle schandalen waarin beide partijen betrokken zijn. En wellicht dat dan veel mensen zouden denken: verrek, die twee hebben gelijk, ik stem dus maar op een andere partij dan die eeuwige PP en PSOE.

Maar in Spanje telt niet elke stem even zwaar mee. Er bestaat een districtenstelsel. Dat betekent dat de partijen die veel stemmen behalen in een regio naar verhouding meer zetels krijgen dan de kleine partijen. Dit systeem is in het voordeel van enkele grote regionale partijen, zoals de Baskische PNV en Amaiur, en de Catalaanse CiU, en bovendien in het voordeel van de beide grote landelijke partijen. Die zullen daardoor niet snel geneigd zijn dit kiesstelsel te wijzigen. Veel mensen stemmen dan maar op de grote partij die het dichtst bij hun politieke voorkeur staat.

Zo blijft de hegemonie van de twee grote partijen in stand. En blijven ze de overheidsbaantjes verdelen als ze aan de macht zijn. In Spanje zijn zelfs rechters politiek verbonden met één van de partijen. Laatst zaten we lekker te eten in een Parador in la Sierra de Gredos,  toen mij werd verteld dat de Paradores (hotel/restaurants in historische gebouwen in heel Spanje) staatsbezit zijn, en dat nu een studievriend van Zapatero de directeur is van de Paradores. Ik had gelijk geen trek meer. 

En hoe is het in Nederland met de politiek gesteld? Er zijn veel partijen met zeer diverse standpunten: rechts, links, progressief, conservatief, internationaal georiënteerd of protectionistisch. Een uitgebreide keus. Dat is een voordeel. Daardoor duren coalitiebesprekingen soms erg lang. Minimaal drie partijen zijn er nodig voor een meerderheid in het parlement. Er zijn ook wel eigenaardige partijen bij, zoals de Partij van de Dieren. De Partij van de Vrijheid is zelfs één van de grotere partijen. En dat met ideeën zoals het invoeren van een speciale belasting op het dragen van hoofddoekjes en het verbieden van hoofddoekjes in het openbaar vervoer. Dat lijkt toch op het zoveel mogelijk treiteren van een bepaalde bevolkingsgroep. Om je  rot te schamen dat de huidige regeringscoalitie van zo´n partij afhankelijk is. Bijna genoeg reden om het Nederlanderschap op te geven.

Ik heb  een voorstel aan de PSOE of de PP. Als één van deze twee partijen nou eens komt met een daadwerkelijk hervormingsprogramma: een herziening van het kiesrecht zodat iedere stem even veel meetelt, een van de politiek onafhankelijke rechterlijke macht, zerotolerantie ten opzichte van corruptie, clientelisme en vriendjespolitiek, nou, dan laat ik me tot Spanjaard nationaliseren om op die partij te kunnen stemmen. Afgesproken?