dinsdag 10 april 2012

Alcohol


Misschien wel één van de meest ongelukkige uitdrukkingen in het Nederlands luidt: Van te hard werken is nog nooit iemand dood gegaan. In Amsterdam doorspekten wij de conversatie nogal eens met cynische varianten hierop. Sigaretje? Ja graag, van te veel roken is nog nooit iemand dood gegaan. Zullen we even naar de snackbar gaan voor een snelle hap? Lekker, van te veel vet is nog nooit iemand dood gegaan. En de meest gebruikte was toch wel: Een allerlaatste dan maar? Welja, van te veel alcohol is nog nooit iemand dood gegaan.

Toen ik nog in Amsterdam woonde dronk ik best veel. Dat kwam natuurlijk door mijn verkeerde vrienden. Bij de voetbalclub bijvoorbeeld. Als we op zaterdag weer eens hopeloos verloren hadden van WVHEDW 13 of Wartburgia 8, dan werd dat verlies op adequate wijze gecompenseerd middels diverse rondjes bier. Na enkele biertjes gingen mijn teamgenoten op huis aan, waar vrouw en kinderen op hen wachtten, en sloot ik me moeiteloos aan bij verkeerde vrienden uit andere teams voor het verder verwerken van voetbalverdriet. Aan alle mooie dingen komt een eind, en dus ging ik ´s avonds laat op de fiets richting huis, stiekem hopend dat ik onderweg nog een verkeerde vriend zou tegenkomen voor een werkelijk allerallerlaatste.

Mijn drinkgewoontes zijn hier in Spanje veranderd. Deels heeft dat te maken met het samenwonen. Alcohol is het sociale glijmiddel van de vrijgezel. Maar deels heeft dat ook te maken met de andere drinkcultuur die in Spanje heerst. In het begin moest ik daar erg aan wennen. Als we in Ponferrada met een groep in een kroeg zitten, dat wordt er één rondje gehaald. De drankjes worden tergend langzaam genuttigd, waardoor ik geruime tijd ongeduldig met mijn lege glas zit te spelen. Soms wordt er tot mijn vreugde toch besloten om nog een drankje te nemen, waarna er een uitgebreide discussie plaatsvindt over in welke kroeg we dat dan wel gaan doen, waarbij de kwaliteit van de pincho, het gratis borrelhapje, een belangrijk argument is. Daarna trekt iedereen zijn portemonnee en gaat de discussie over wie dit keer de rekening mag betalen. Als we dan eindelijk gaan, zetten sommigen hun glas bier of wijn half leeggedronken op de toog. Het toppunt van alcoholmisbruik.

In Nederland gaat het er, althans in de kringen waarin ik verkeer, anders aan toe. We nemen plaats aan een tafel in een kroeg, en daar zijn we dan voorlopig niet weg te slaan. Dan wordt er omstebeurt door iedereen een rondje besteld. Als de groep niet al te groot is, kan het zo maar gebeuren dat er iemand voor de tweede keer een rondje bestelt, waarop de hele cyclus zich herhaalt.

In Spanje wordt er wel eerder begonnen met drinken. Om een uur of één kan er al een aperatiefje worden genomen. Dan volgt de middagmaaltijd met wijn. Pas tegen een uur of acht ´s avonds stromen de kroegen weer vol voor het nuttigen van drankjes met pinchos. Bij het avondeten mag er natuurlijk weer een wijntje worden geschonken. De echte stappers gaan daarna echt los in de disco´s en nachtclubs, net als in Amsterdam, maar daar doe ik als bezadigde vijftiger natuurlijk niet meer aan mee.

De Nederlanders beginnen gemiddeld later op de dag, maar halen hun achterstand ruimschoots in. Borreltijd is ergens tussen vijf en zeven, dan wordt er uitgebreid gegeten, eventueel met wat wijn. Vaak komen er voor het slapengaan de flessen weer op tafel voor de nachtmutsjes. Ik denk dat de Nederlanders hun slechte naam op alcoholgebied in Spanje te danken hebben aan de gewoonte tijdens de vakanties beide drinkculturen te mengen. Uit respect voor de plaatselijke cultuur nemen ze rond een uur of één een aperativo, laten daarna de paella flink zwemmen in de witte wijn, waarbij ze niet nalaten de mediterrane keuken luidruchtig te roemen. Na afloop volgt een koffie met een coñacje. Om dan rond een uur of vijf te roepen: ‘Borreltijd!’ Aangezien pas tegen negenen de eerste restaurants opengaan duurt borreltijd eigenlijk net te lang om nog op fatsoenlijke wijze aan de avondmaaltijd te kunnen verschijnen.

Het heeft even geduurd, maar uiteindelijk heb ik geleerd om beide culturen niet meer te mengen. In Spanje houd ik me aan de Spaanse drinktijden en in Nederland aan de Nederlandse drinktijden. Hé, verrek, het is alweer één uur. Apertivotijd! Ach nee, ik ben weer even in Nederland. Ober, een glaasje melk, alsjeblieft!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten