Een dezer
dagen liepen we een band-en-garenwinkel binnen op de Calle Ancha in Ponferrada.
De verkoopster was zichtbaar ontdaan. ‘Wat een schrik, wat een schrik’ mompelde
ze. Bezorgd vroegen we wat er aan de hand was. ‘Er is een gewelddadige overval
op een winkel gepleegd’ zei ze. Geschokt keken we haar aan. ‘¿Waar? ¿Hier?’
vroegen we verbaasd. Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, in Tarragona,’ vertelde ze.
Even dacht ik haar niet te verstaan. ‘¿Tarragona, Cataluña?’ vroeg ik. Ze
knikte. ‘Ik hoorde het net op de radio.’ Even voor de duidelijkheid. Tarragona
ligt zo´n 1000 kilometer hier vandaan. Niet echt om de hoek. Dit was een
duidelijk geval van hoe het nieuws vol geweld in de gehele wereld een volkomen
onterecht angstgevoel kan oproepen, zo concludeerden we even later toen we op
een terras een welverdiend pilsje tegen de schrik namen.
Ponferrada
staat niet echt bekend als een criminele stad. Amsterdam heeft die naam wel.
Wat dat betreft ben ik er in veiligheid op vooruit gegaan. Hoewel me eigenlijk
in Amsterdam nooit iets ernstigs overkomen is. Er is nooit bij me ingebroken.
Ik ben nooit overvallen. Het enige wat ik kan noemen zijn mijn gestolen
fietsen. Dat moeten er in de loop van mijn leven een stuk of vijf zijn geweest.
Maar op het moment dat ik besloot een flinke hoeveelheid geld te investeren in
een aantal goede fietssloten was ook dat afgelopen. Het aantal junkies met de
bijbehorende kleine misdaad neemt af in Amsterdam, vanwege de verminderde
aanwas vanuit de jeugd. Junk zijn is niet hip. In de metro van Barcelona ben ik
ooit een keer gerold. En de metro van Madrid is ronduit een schande. Het barst
er van de zakkenrollers. Bij mij werd mijn rugzakje een keer opengeritst
(gelukkig zonder dat daar iets kostbaars inzat) en bij mijn schoonzus gebeurde
hetzelfde wat tot verlies van haar portemonnee leidde. Bij mijn lieve vrouw Ana
is ook een poging gedaan haar tas te rollen hetgeen ik heb weten te voorkomen
door heldhaftig ‘¡hé!’ te roepen toen ik het zag gebeuren. De zakkenroller
rende daarna niet eens weg; hij posteerde zich brutaal op het perron op zoek
naar andere slachtoffers. Vooral toeristen worden beschouwd als een
gemakkelijke prooi. Dat geldt net zo goed in Nederland. In de trein tussen
Schiphol en Amsterdam is het oppassen geblazen.
En hoe zit het
met de zware misdaad? Amsterdam staat bekend als de stad van de afrekeningen in
het drugscircuit. Als ik in Spanje naar het journaal kijk, is er een soort
misdaad die erg vaak genoemd wordt: het geweld in de huiselijke kring, met
meestal de vrouw of soms ook een kind als dodelijk slachtoffer. In Nederland
zie je dat eigenlijk zelden op het journaal. Komt het in Nederland dan echt
veel minder voor? Of zou men er minder ruchtbaarheid aan geven om navolging te
voorkomen? Ik vroeg aan een Nederlandse vriendin die werkzaam is in een
blijf-van-mijn-lijfhuis of huiselijk geweld in Nederland ook zo vaak een
dodelijk afloop kende. Ze beweerde nogal stellig: ‘bijna nooit’. Ach, zo´n
antwoord zou ik in Ponferrada zeker ook krijgen. En wie weet in Madrid of
Barcelona ook wel. Het nieuws op de tv is wat dat betreft een slechte
raadgever. De uitzondering wordt getoond. Het rustige alledaagse leven wordt
weggelaten.
Ondertussen
waan ik me in mijn beide geliefde steden betrekkelijk veilig. Maar mijn oude
fietsje in Amsterdam draagt nog steeds twee zware sloten. Voor mijn
mountainbike in Ponferrada heb ik puur voor de symboliek een piepklein plastic
slotje gekocht. En als ik in de metro van Madrid van busstation Sur naar het
vliegveld Barajas reis, zorg ik altijd dat El País pontificaal uit mijn jaszak
steekt. Dat zal ze afschrikken, die zakkenrollers. Hier gaat geen buitenlandse
toerist. Hier gaat een echte Spanjaard. Ja, met blauwe ogen, ¿nou, en?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten