maandag 28 januari 2013

Het leven is geen cabaret, ouwe jongen!


Eén van mijn lievelingsfilms is Cabaret, met Liza Minnelli als Amerikaanse nachtclubzangeres en Michael York als Bryan, een beginnend schrijver die in het Berlijn van de jaren twintig zijn brood probeert te verdienen met het geven van Engelse les aan privécursisten. Toen de film in de jaren zeventig in Nederland werd uitgebracht heb ik hem volgens mij wel drie keer in de bioscoop gezien. Normaalgesproken zijn musicals niet mijn favoriete films; dat mensen tijdens een dramatisch hoogtepunt plotseling in zingen uitbarsten doet altijd geforceerd en komisch aan. Zo niet in deze film. De meeste liederen zijn optredens van Liza Minnella als Sally Bowles in de Berlijnse nachtclub: hoogst functioneel en prachtig.

Tot mijn grote genoegen ontdekte ik in de collectie dvd’s van Ana ook de film Cabaret. Al twee keer heb ik hem hier bekeken. Eén keer de Engelse versie toen mijn familie hier op bezoek was, en één keer de Spaanse versie met de schoonfamilie. De Spaanse versie wil natuurlijk zeggen: met Spaanse nasynchronisatie, het middel bij uitstek om al het kijkplezier bij een buitenlandse film te vergallen. Ook bij Cabaret slagen ze daar weer uitstekend in. In het prachtige lied ‘If they could see her through my eyes’ is het gezongen gedeelte gelukkig gewoon in de originele versie, maar bij de gesproken gedeeltes neemt de Spaanse stem de macht weer over. De zanger lijkt te lijden aan een tweetalige gespleten persoonlijkheid.

Ook blijkt de nasynchronisatie indertijd gebruikt te zijn voor het censureren van al te vrijmoedige teksten. Eén van de sleutelscènes in de film is als Sally Bowles en Bryan praten over hun relatie met de even rijke als decadente Maximiliam. ‘Screw Maximiliam!’ roept Brian. ‘I do’, zegt Sally. ‘Me too’, bekent Bryan vervolgens. Tot mijn verbijstering hoorde ik de Spaanse Bryan zeggen: ‘¡Al diablo con Maximilian!´ (naar de duivel met die Maximiliaan) en Sally Bowles antwoorden met: ‘A mi me quiere’ (van mij houdt hij). ‘A mí también’ (van mij ook), mag Bryan dan ongecensureerd toegeven. Ook is er een scene waarin Sally een Duitse klant in de nachtclub afwimpelt met de mededeling dat ze een heel klein beetje syfilis heeft. De Spaanse Sally zegt dat ze enorme last van haar verstandskiezen heeft. Waarom de Duitser haar vervolgens vol ontzetting aankijkt moet de Spaanse kijker volledig een raadsel zijn.

Toen ik deze winter in Amsterdam was kocht ik de twee boeken van de Engelse schrijver Christopher Isherwood waarop Cabaret is gebaseerd. ‘Mr Norris changes trains’ en ‘Goodbye to Berlin’. Geweldige boeken waarin de sfeer van het Duitsland van vlak voor de machtsovername van Hitler wordt beschreven. De economische crisis, de armoede, het politieke geweld, de decadentie. En dat alles gezien door een buitenlandse ooggetuige die Engels geeft aan privécursisten.

Hé, wacht eens even. Ook in Spanje is er een enorme crisis. Elke dag wordt er geprotesteerd tegen het bezuinigingsbeleid. Linkse en rechtse radicalen kruipen uit hun donkere holen om totalitaire oplossingen te bieden. En ik geef hier in Ponferrada Engelse les aan privécursisten. Maar daar moeten toch echt alle parallellen ophouden, hoor! In elk geval beweeg ik me hier in Ponferrada niet in de kringen van decadente miljonairs met een bedenkelijke moraal, al ontbreekt het Spanje daar niet aan. Evenmin ga ik vaak naar nachtclubs waar zwoele zangeressen worden begeleid door een orkest dat geheel uit schaarsgeklede vrouwen bestaat, want daar ontbreekt in het in Ponferrada wel aan. En deze crisis zal niet uitmonden in een orgie van haat en geweld zoals die van de jaren dertig. Daar gaan we gewoon met z’n allen voor zorgen. 

Sally vertelt dat ze last heeft van haar verstandskiezen


donderdag 17 januari 2013

El Rosal


Was het een bedorven schelpdiertje of was het het overdekte winkelcentrum? Ik weet het niet. Maar één ding was zeker. Ik voelde me afgelopen zaterdag helemaal niet lekker.

We hadden die middag weer eens heerlijk gegeten. El Bierzo behoort officieel tot de autonome deelstaat Castilla y León, maar volgens sommigen zou het eigenlijk Galicisch moeten zijn. Ook zijn er duidelijk invloeden van Asturias aanwezig. Althans, in onze keuken. We eten soms Nederlands, maar meestal Spaans. En daarbij hebben we de uitgebreide keuze uit Berciaanse, Galicische, Leonese, Castilliaanse en Asturiaanse gerechten.

Afgelopen zaterdag werd het Asturiaans. Fabas con almejas. Witte bonen met kleine schelpjes. De almeja is een klein soort mossel, die in Nederland meestal op zijn Italiaans vongole wordt genoemd. Een echt schransgerecht. A la cuchara, zegt men hier; iets wat je eet met een lepel. We dronken daar een echte Asturiaanse Cider bij, want dat hoort. Tijdens het schransen proefde ik bij het leegslurpen van een almeja een bedorven smaak. Kan gebeuren. Ik spuugde het weekdiertje uit in de wc, dronk wat water en vervolgde het schransen, al zei een stemmetje in mijn achterhoofd: ‘Als dit maar goed gaat’

´s Middags gingen we shoppen. Net zoals bijna iedereen in Spanje. Het was de eerste dag van Las Rebajas, de uitverkoop, die in Spanje zeer uitgebreid gevierd wordt. In heb in Nederland volgens mij nooit meegemaakt dat het televisiejournaal diverse keren aandacht besteedt aan de uitverkoop. Hier in Spanje komen dan specialisten aan het woord die je waarschuwen niet tot te veel impulsaankopen over te gaan, want wellicht ben je dan uiteindelijk duurder uit. Vooral als je de verkoopvoorwaarden niet goed leest, en je het zo goedkoop aangeschafte kledingstuk niet kunt ruilen.

We gingen naar het overdekte winkelcentrum, El Rosal genaamd. De rozenstruik. De laatste associatie die ik zou hebben bij dit gebouw is toch wel die met rozen. We parkeerden in de enorme parkeergarage van twee verdiepingen. Het was druk. Natuurlijk. Zaterdagmiddag. Een regenachtige dag. Uitverkoop. Waar geen ruimte was stonden werknemers met hesjes aan te gebaren door te rijden. Een vreselijke baan moet dat zijn. Geen daglicht. Uitlaatgassen. We parkeerden op de onderste verdieping bij coördinaten H-10. Dat moet je onthouden anders ben je goed de pineut. Roltrappen brachten ons naar boven. Tijdens het stijgen op de roltrap zag ik op een enorm scherm aan de wand de zeer belangrijke wedstrijd van die middag: Español-Celta de Vigo. Een doelpunt werd telkens weer herhaald. Daarna liepen we over zeer drukke gang langs diverse winkels. Het was een gekkenhuis. Veel winkels in het centrum van Ponferrada zijn op zaterdagmiddag dicht. Een aantal is voorgoed verhuisd naar het overdekte winkelcentrum, dat met de overvloedige parkeergelegenheid en gelijkmatige temperatuur met gemak de concurrentiestrijd met de binnenstad wint. We liepen langs de gebruikelijke winkels. H&M. Zara. Springfield. Opeens werd het me allemaal te veel. Ik zag die almeja voor me. Proefde hem ook weer. En al die mensen op de roltrappen. En dat enorme scherm. Steeds weer dat doelpunt van Español. En die enorme luide achtergrondmuziek. ‘Ik voel me niet goed,’ steunde ik. Pas een uur later, thuis op de bank gezeten met een manzanilla (kamillethee; het Spaanse toverdrankje tegen maagklachten) voelde ik me weer op krachten komen.

Vreemd genoeg gingen we de volgende dag weer naar El Rosal. Nu met schoonmoeder om een film te zien. We parkeerden op de bovenste parkeerverdieping bij coördinaten A-5. Het winkelcentrum was een stuk rustiger. Op zondag zijn de winkels over het algemeen dicht. Toch leken veel mensen El Rosal te gebruiken voor een overdekte wandeling. Of wellicht waren ze op weg naar één van de horeca-gelegenheden die altijd open zijn. McDonalds, Döner Kebab, of naar de enige bioscoop die Ponferrada rijk is. Bioscopen zijn uit het straatbeeld van Ponferrada verdwenen. We zagen Blancanieves (Sneeuwwitje). Een met veel liefde gemaakte film in zwartwit en zonder geluid in de stijl van de beginjaren van de cinema. Het deed me het overdekte winkelcentrum om me heen compleet vergeten. En de bacalao al pil pil, die mijn schoonmoeder zo heerlijk had klaargemaakt, speelde me gelukkig niet op.