vrijdag 16 augustus 2013

Slaap kindje slaap

Een aantal jaren geleden, toen ik nog maar net op het punt stond te overwegen eventueel ooit naar El Bierzo te verhuizen, kwam ik in een stadje niet ver van Ponferrada vandaan een Nederlandse vrouw van mijn leeftijd tegen die de stap al veel eerder gezet had en wel om dezelfde reden: de liefde. Aan haar vroeg ik hoe het was om in Spanje te wonen. Over het algemeen was ze zeer gelukkig met haar leven hier, vertelde ze. ‘Maar zijn er ook nadelen?’ drong ik aan. Even dacht ze na en toen zei ze uit de grond van haar hart: ‘Ja, de manier waarop mijn schoonouders zich onophoudelijk bemoeien met de opvoeding van onze kinderen!’ Ondanks de grimmige toon waarop ze sprak beschouwde ik haar woorden als een aanmoediging. Immers, ik had toen al de leeftijd bereikt dat het krijgen van kinderen niet echt het eerste was waar ik aan dacht. ‘Als dat alles is wat ze aan nadelen kan noemen, nou, dan is het leven hier vast zo slecht nog niet,’ dacht ik bij mezelf.

En zo is het ook. En inderdaad heb ik nu ook de indruk dat de Spaanse grootouders zich meer mengen in de opvoeding van de kleinkinderen dan in Nederland gebruikelijk is. Voor de rest zie ik bij het opvoeden vooral overeenkomsten, net zoals op zoveel andere terreinen overigens. Als je het dagelijks leven in oogschouw neemt is de Europese eenwording al bijna een feit. Om een voorbeeld te noemen: zowel in de Nederlandse als in de Spaans steden spelen kinderen steeds minder buiten. In mijn jeugd (nu gaat opa spreken) waren we na schooltijd bijna altijd op straat met een bal in de weer: voetbal, bodje-tik (het gooien van een tennisbal tegen het straatnaambord), ja, zelfs hele honkbalcompetities speelden we op straat, waarbij de waterpaaltjes en rioolputten dienden als honken. Dat is in heel Europa veranderd. Tegenwoordig gaan kinderen naar naschoolse activiteiten. Ook hier in Ponferrada zie je ’s middags ouders gehaast hun kinderen heen en weer rijden tussen de diverse sportclubs, academies, muziekscholen, buurthuizen, privéleraren en spelotheken, dit alles om te voorkomen dat hun kroost hele middagen lang alleen maar hangerig zitten te chatten en te gamen.

Ondanks deze gemeenschappelijke ontwikkeling is er één opvallend verschil tussen Nederland en Spanje wat betreft de opvoeding van de kinderen. Volgens mij slapen Spaanse kinderen veel minder dan Nederlandse kinderen. Natuurlijk, de slaaptijden zijn nauw verbonden met de eettijden en die zijn in Spanje nu eenmaal anders. Men eet uitgebreid in de middag en de meestal lichtere avondmaaltijd wordt laat op de avond genuttigd. De meeste Spaanse kinderen liggen niet voor tien of elf uur in bed. In de zomer kan dat gemakkelijk uitlopen tot na middernacht, een tijdstip dat Nederlandse kinderen hooguit halen op oudejaarsavond. Als ik bij mijn vrienden in Amsterdam op visite ben, dan worden de jongste kinderen tegen achten in bed gestopt, zodat wij ons ongestoord kunnen wijden aan eten, drinken en goede of vaak ook best banale gesprekken. En dat verschil in nachtrust wordt mijns inziens nauwelijks ingehaald tijdens de siesta. Als ik gelijk heb (ik heb hier geen statistisch onderzoek naar gedaan) dan slapen Spaanse kinderen gemiddeld zo’n twee uur minder. En dan nu de grote vraag. Slapen de kinderen in Spanje te weinig, slapen de kinderen in Nederland te veel, of maakt het gewoon niet zoveel uit hoeveel slaap kinderen krijgen? Ik laat het beantwoorden van deze vraag graag over aan bevoegde wetenschappers, maar over algemeen lijken zowel de Nederlandse en Spaanse kinderen die ik van nabij meemaak niet al te veel te lijden onder een tekort of overdaad aan slaap. Ze maken een zeer gelukkige indruk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten