woensdag 6 augustus 2014

Vijf jaar

Naarmate je ouder wordt lijkt tijd sneller te gaan. Dat schijnt te maken te hebben met de relatieve lengte van een periode. Vijf jaar is in absolute termen gewoon vijf jaar, maar voor iemand van 20 is dat 25% van zijn leven (en normaal gesproken jaren waarin veel gebeurt), terwijl het voor iemand van 55, zoals ondergetekende, dezelfde periode ‘slechts’ 9,09% van zijn leven vormt (maar er gebeurt nog steeds enorm veel, hoor). Voor mensen (zoals ik) die meer van relatieve dan van absolute getallen houden, had de titel van deze Brief uit El Bierzo misschien beter 9,09% kunnen luiden. Weet je wat? Ik begin opnieuw.

9,09%

Ik woon nu 9,09% van mijn leven in El Bierzo. Da’s misschien niet helemaal waar, omdat ik regelmatig naar Nederland terugkeer om er een paar weken te werken, maar aan de andere kant heb ik hier voor die tijd menige vakantie doorgebracht. Dat compenseert elkaar min of meer.

Vanwege de liefde verhuisde ik vijf jaar geleden naar Ponferrada met een zeer positief beeld van Spanje, het land immers waar ik zo graag mijn vakanties doorbracht en waar het leven goed leek te zijn. Deze indruk is niet echt veranderd, maar is wel gelaagder geworden. Mijn beeld van Spanje was roze gekleurd door mijn reizen in de jaren 80, toen Spanje zich nog maar net had bevrijd van een jarenlange dictatuur, waardoor er, net zoals later in de Oost-Europese landen, een open, nieuwsgierige en verwachtingsvolle sfeer heerste. Dat is veranderd. Het land is zichtbaar welvarender geworden, maar de crisis heeft een eind gemaakt aan het idee dat de toekomst alleen maar verbetering kan brengen. Soms lijkt men in de greep te zijn geraakt van een collectieve depressie. Een buurvrouw die ik op een ochtend tegenkwam in de lift en begroette met het wellicht wat plichtmatige ‘¿QuĂ© tal?’ (hoe gaat het?), verwoordde deze gemoedstoestand met het antwoord: ‘¿Que voy a decir? ¡No hay remedio!’ (Wat zal ik zeggen? Er zit niets anders op!) Varianten op deze weinig vrolijkmakende manier van reageren op basisbegroetingen zijn: ‘Estamos todos condenados’ (we zijn allemaal veroordeeld) of ‘Estamos vendidos’ (we zijn verkocht). Nou moet gezegd worden dat de crisis en de steeds sneller veranderende wereld ook de gemoedstoestand in Nederland niet onberoerd heeft gelaten. Het beeld dat men hier vroeger van Nederland had als een modern en progressief land lijkt steeds meer plaats te maken voor het imago van een land vol vreemdelingenhaters en neoliberale scherpslijpers.

Maar goed, zoals gezegd, mijn algemene indruk dat Spanje een fijn land is blijft ongeschonden. De negatieve berichten in de pers over de corruptiezaken worden meer dan gecompenseerd door de doodeerlijke mensen die ik hier heb leren kennen. Door mijn lessen aan huis heb ik veel interessante en vriendelijke stadgenoten ontmoet. Het is allang zo dat ik op een mooie zomeravond slenterend door het historische centrum van Ponferrada veel meer bekenden tegenkom dan waar dan ook in Amsterdam, met uitzondering wellicht van de voetbalvelden van mijn geliefde club afc Taba.

Ja, ik denk dat ik hier voorlopig blijf. Af en toe naar Nederland om weer lekker gemakkelijk in de eigen taal te kunnen praten en vrienden en familie te bezoeken, maar dan toch ook onmiddellijk El Bierzo te missen. Het leven is hier goed. En als ik 100 word, wie weet, dan kan ik de 50% nog halen. Da’s een mooi streven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten