Ik woon nu al bijna acht jaar in Spanje, maar ben nog voldoende Nederlander om aan de Nederlandse verkiezingen te mogen meedoen en voel me vooral voldoende Europeaan om mijn pro-Europese progressieve gematigde stem niet verloren te laten gaan, nu zoveel landen geteisterd worden door electoraal vandalisme. Alleen Spanje lijkt te ontsnappen aan deze tendens. Hier is geen noemenswaardige rechts-populistische anti-Europese anti-immigratiepartij actief. Volgens sommigen is dat omdat de herinnering aan de rechtse Franco-dictatuur met al de holle nationalistische retoriek van dien nog te vers in het geheugen ligt; zelf denk ik dat het komt omdat mijn blog hier zoveel gelezen wordt; enfin, de waarheid zal wel weer ergens in het midden liggen.
Het is alweer een tijdje geleden dat ik voor het laatst in Nederland was. Dat was in september van het afgelopen jaar, toen ik bij mijn goeie ouwe Ome Jaap in Osdorp logeerde. Daar had ik de vreemde gewaarwording dat er op de TV door politici en commentatoren tijdens de Algemene Beschouwingen gedebatteerd werd over de wantoestanden die in het rijke Nederland zouden heersen, terwijl ik door het raam zag hoe de bewoners van deze multiculturele wijk langs de gracht in het najaarszonnetje aan het wandelen, fietsen en joggen waren. De dierenambulance redde een gewonde zwaan uit de gracht. De Marokkaanse vrouw van de thuishulp was in de slaapkamer bezig het bed van mijn oom op te maken.
De zondag daarna fietste ik ’s middags via het Vondelpark de binnenstad in omdat een oude vriendin van me haar 50ste verjaardag vierde. Het was de perfecte gelegenheid om vele oude bekenden weer eens te zien. En daar moest natuurlijk uitgebreid bij gedronken worden. In Spanje drink ik eerlijk gezegd minder dan in Nederland; hier zijn vier pilsjes op een avond hooguit het geval als ik op een donderdagavond in het kader van guiris’ night met mijn Engelstalige vrienden op stap ga. Pas toen ik na afloop van het feest naar mijn fiets waggelde en moeite had het slot los te krijgen, besefte ik dat ik zwaar aangeschoten was. Het was ook veel te laat geworden; de trams reden niet meer en taxi’s zijn in Nederland onbetaalbaar, dus dan toch maar op de fiets, zwaar geconcentreerd om het slingeren zoveel mogelijk binnen de perken te houden. En dat lukte wonderwel. Sommige mensen zullen het onverstandig vinden om in beschonken toestand ’s nachts van Amsterdam centrum naar Osdorp te fietsen, dwars door de migrantenwijk Amsterdam-West heen, maar ik ben in deze wijk opgegroeid en voel me er ondanks de vele veranderingen nog steeds thuis. Bij een kruising vlakbij de Sloterplas gebeurde het. Ik stopte voor een auto, mijn voet raakte beklemd tussen pedaal en frame, het is ook ronduit belachelijk hoe weinig ruimte daar is voor het vrij bewegen van je voeten, en ik viel languit op de grond. De auto stopte en een jongeman kwam uit de auto en vroeg met een licht Arabisch accent: ‘Ish allesh goed, mehneer? Beschaamd stond ik op en mompelde iets als ‘jawel, dank je’, en begon weer mijn fiets te bestijgen. Hij keek mij nog even verontrust aan en liep vervolgens hoofdschuddend terug naar zijn auto.
Dit zou natuurlijk een anekdote van niets moeten zijn; dronken man valt van fiets, iemand vraagt of het goed gaat, maar in deze turbulente tijden hebben we misschien wel behoefte aan wat positief nieuws. Ik heb deze anekdote tot nu toe eerlijk gezegd een beetje verzwegen uit een soort trots op mijn nationale identiteit. Een echte Nederlander valt niet van zijn fiets, ook niet als hij gedronken heeft. Maar ja, ik ben de afgelopen jaren toch een beetje in Spanje ingeburgerd, en Spanjaarden, het is bekend, vallen in Amsterdam nu eenmaal regelmatig van hun huurfiets.
De dag erna gingen we met de familie lunchen op een terrasje in de buurt en dat deden we bij een Turks eethuisje op de Osdorperban. De oude man die ons bediende sprak alleen maar Turks, maar daar konden we niet mee zitten; de kaart was in het Nederlands en bovendien met foto’s. Dat hij geen alcohol serveerde, kwam mij op dat moment eigenlijk best goed uit. Mijn schoonzus en ik bestelden een rode linzensoep; mijn broer en oom een kippensoep. Het was heerlijk.
tevreden Nederlanders in Osdorp
Geen opmerkingen:
Een reactie posten