Mijn ouders hielden niet van reizen en al helemaal niet naar het buitenland. Mijn moeder was voor de oorlog wel eens in België geweest toen ze nog op het schip van mijn opa woonde en mijn vader had tijdens de oorlog een nare tijd in Duitsland doorgebracht. Sindsdien was de Veluwe al ver genoeg. Het was mijn Ome Jaap die een vleugje buitenland meebracht naar ons gezin. Ik weet nog goed een keer met Sinterklaas toen mijn moeder een pakketje openmaakte dat een vreemde witte substantie bevatte. Ik was nog een kind en zei: ‘Misschien is het wel een surprise, ma,’ waarop mijn moeder de substantie begon te doorwroeten op zoek naar het verborgen cadeau. Mijn oom schrok op uit zijn overpeinzingen en zei: ‘Nel, dat is Franse kaas.’ De eerste Franse kaas die we aten.
Het was denk ik in 1976 dat mijn oom vond dat mijn broer Willem en ik eens wat meer van de wereld moesten zien. Hij nam ons met de auto mee naar Frankrijk. Het was voor ons beiden de eerste buitenlandse reis. Een wereld ging voor ons open. Ome Jaap leerde ons waarom reizen interessant was, hoe je in het Frans je eten bestelde en om de rekening vroeg, in welke volgorde je de Franse kazen diende te eten. Salles Curan, heette het dorp waar we op de camping municipal verbleven; ik wil er binnenkort weer eens terugkeren; kijken of die bakkerij met dat pruimengebak nog bestaat.
In Frankrijk in 1976
Een andere mooie reis die ik met Ome Jaap maakte was naar China in het jaar 2001. Dit keer was ik het die hem meenam. Mijn Ome Jaap begon al wat ouder te worden, maar genoot nog volop van de reis en stond open voor het avontuur in deze voor ons onbekende cultuur, waarbij we overigens flink werden bijgestaan door mijn goede vriendin Marieke die al jaren in Peking woont. We bezochten vanzelfsprekend De Lange Muur, de diverse keizerlijke paleizen en de Verboden Stad.
In China in 2001
En de laatste reis die ik wil memoreren is die naar El Bierzo. Ik woonde hier toen nog niet, maar het zat er wel een beetje aan te komen. Ik had behoefte aan Jaaps goedkeuring voor een definitieve beslissing. Ik wilde hem kennis laten maken met de streek en onze toekomstige woning aan hem laten zien. Mijn Ana kende hij al. We hadden al een keer bij hem gegeten ergens eind jaren 80, toen Ana nog gewoon een goede vriendin van me was. Sindsdien had hij me regelmatig de wijze raad gegeven: ‘Als je ooit nog wat kan beginnen met dat Spaanse meisje, Roland, moet je dat zeker doen.’We namen hem mee naar Las Medulas, vanzelfsprekend, omdat hem als geschiedenisleraar deze plek, waar de Romeinen naar goud dolven en daarvoor een hele berg wegspoelden, zou interesseren. En we bezochten de mooiste dorpen van El Bierzo: Villafranca, Peñalba de Santiago en Molinaseca. In dat laatste dorp gingen we zelfs zwemmen, al was het water voor mijn oom iets te koud en waren de stenen waarop hij liep veel te hard en onregelmatig voor zijn oude voeten. We aten onder andere in het lokaal beroemde El Palacio de Canedo en het was daar dat mijn oom zei: ‘Dit is de beste entrecote van mijn hele leven.’ En toen hij later die week bij mijn toekomstige schoonouders met veel smaak botillo, de alom gevreesde gevulde varkensmaag, nuttigde, wist ik dat het goed zat. Jaap gaf stilzwijgend zijn goedkeuring aan de wending die mijn leven zou nemen.
In El Bierzo, Peñalba de Santiago, in 2007
Hij stierf op donderdag 13 april 2017 in het Slotervaartziekenhuis in het bijzijn van mijn broer Willem en zijn vrouw Els, en mijn vrouw Ana en ik. Hij laat een enorme leegte achter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten