zondag 22 oktober 2017

Zwarte maandag

Het was nog vroeg toen ik maandag mijn computer aanzette om te zien of ik berichten had ontvangen. Niet veel bijzonders. Dan maar even kijken wat er in de wereld gebeurt. Ik klikte een Engelstalige krant aan. Aan Spaans nieuws met al dat Spaanse en Catalaanse nationalistische gekrakeel had ik zo vroeg op de ochtend even geen behoefte. Ik las een artikel waarin Black Monday van maandag 19 oktober 1987 werd gememoreerd. Dertig jaar geleden; je zou er nostalgisch van worden. Ik zat de dinsdag erna in het college Internationale Economie van Professor Jager van de Universiteit van Amsterdam, waar we uitgebreid discussieerden over die volkomen onverwachte beurscrisis, die, achteraf gezien, de voorbode lijkt te zijn geweest van de grote financiële crisis van deze eeuw.

Tijdens het lezen van het artikel bemerkte ik dat er iets vreemds aan de hand was. Het was buiten nog steeds donker. Hoe laat was het? Ver over negenen. Het had allang licht moeten zijn. Ik liep naar het raam en keek naar buiten. Mijn ergste vermoedens werden bevestigd. De hele stad was gehuld in een deken van rook. De zon kwam er niet doorheen. De straatlantaarns brandden nog.

Dat er diverse bosbranden aan het woeden waren wist ik al. Het weekeinde waren we in Salientes geweest, dat schitterende bergdorp in het noordelijke deel van El Bierzo. Op weg er naar toe zagen we dat sommige bergen in de fik waren gestoken. Volgens mensen uit het dorp was het juist daar waar veel beren leefden. Dat zou volgens hen wel eens geen toeval kunnen zijn, lieten ze er veelbetekenend op volgen. Zondagavond laat zagen we op de televisie dat vooral in Portugal en Galicië de toestand heel ernstig was. Enorme vuurzeeën. Er waren al doden gevallen.

En op maandag had de westenwind de rook van Galicië naar El Bierzo gedreven, hoewel er ook enkele lokale bosbranden gaande waren. Toen ik even later de straat opging om de dagelijkse boodschappen te doen, was het nog steeds donker en erg rokerig. De sfeer was grimmig en mistroostig tegelijk. Her en der stonden mensen in kleine groepjes bijeen om het gebeuren te bespreken. Een buurtgenoot sprak me aan: ‘¡Galicië brandt! ¡De brandbestrijders zelf zijn de daders!’ En met een cynische lach maakte hij met duim en wijsvinger het gebaar van geld verdienen. Zoals zo vaak werd er gedacht aan een samenzwering. De brandbestrijders, de grote bouwbedrijven, de maffia zelfs. Vanzelfsprekend kregen ook de politici de schuld. Die zouden allemaal moeten aftreden. Maar is er beleid te maken dat zo’n immens leeg gebied in tijden van langdurige droogte beschermt tegen brandstichters? En de grote vraag is: wie zijn de daders?

Hier in El Bierzo zijn ondertussen vier daders geïdentificeerd, zover ik weet.
De grote brand van april nabij de beroemde El Valle del Silencio (de vallei der Stilte) was een daad van een lokale veehouder die verse weidegrond wou creëren door het struikgewas af te fikken. Dat liep door de harde wind enorm uit de hand.
Vorige week pakten ze hier hoog in de bergen op de Campo de las Danzas (Het Veld van de Dansen) een zeventigjarige man op die een fikkie stookte. Of dat iemand uit één van de nabijgelegen dorpen was, werd niet vermeld, maar dat vermoed ik wel.
Op maandag zelf pakten ze een veertigjarige inwoner van Ponferrada op die met zijn mountainbike naar El Pajariel was gereden en daar op diverse plekken brand had gesticht. Hij is bezeten om El Pajariel af te branden, vermeldde El Diario de León. Waarschijnlijk was hij dan degene die een paar weken geleden rond het middaguur, toen heel Ponferrada aan de maaltijd zat of zat uit te buiken, recht tegenover ons huis El Pajariel in de fik had gestoken. Het was schrikbarend hoe snel de berg vlam had gevat.  
En dan pakten ze deze week ook nog een 84-jarige dorpeling op die het tuinafval aan het verbranden was, verdacht dicht bij een brandhaard aan de voet van de bergen.

Het profiel van deze daders komt in het geheel niet overeen met wat de mensen in de straat veronderstelden. In plaats van grote bedrijven en de maffia moeten we wellicht onze directe buren wantrouwen. En vooral oudere eigenwijze dorpelingen die een stuk berg affikken voor hun vee of tuinafval verbranden omdat ze dat altijd al gedaan hebben. Ik sluit speculatieve motieven niet uit, vanzelfsprekend. Het is immers altijd zo dat de meest onbenullige daders het eerst tegen de lamp lopen.

Er moet onderzoek worden verricht naar de motieven van de brandstichters en de daders moeten streng worden aangepakt, daar is iedereen het wel over eens. Een verbod op het gebruik van vuur in rurale gebieden lijkt mij noodzakelijk. De langdurige droogte en het absurde warme najaar zijn echter een gevolg van klimaatverandering. Daar kunnen we alleen op de langere termijn wat tegen doen. Als we dat tenminste echt willen.

Ponferrada, maandag 16 oktober 2017, 10 uur 's morgens

El Pajariel staat in de fik.
27 september 2017





Geen opmerkingen:

Een reactie posten