woensdag 31 januari 2018

Guiri in Andalusië

Het is Kerstmis. Maar dit jaar vieren we dat niet met de familie. We zijn in Andalusië. In Granada, om precies te zijn. We eten onze avondmaaltijd in een Marokkaanse restaurant. Daarvan zijn er veel in deze stad. En veel teterías: de in Marokkaanse stijl ingerichte theehuizen. Granada is trots op haar geschiedenis van de Arabische overheersing. Met het Alhambra als hoogtepunt van die rijke cultuur. Terwijl we eten van onze couscous hebben we het over ons bezoek aan het paleis eerder die dag. Het regende. Maar dat maakte het bezoek niet minder interessant.

We zijn het er over eens dat het een positieve verrassing is dat hier in Granada de multiculturele samenleving gekoesterd wordt, al is het die van de late middeleeuwen. Op de toeristische informatiepanelen wordt vol lof gesproken over de wederzijdse tolerantie die er voor de verovering door de christenen geheerst zou hebben tussen de mohammedanen, joden en christenen. Dat zou natuurlijk een wensgedachte kunnen zijn; een romantische vlucht uit deze tijd waarin godsdiensthaat weer in opmars lijkt te zijn. De groepen woonden toen wel gescheiden van elkaar; de mohammedanen in de wijk Albaicín en de joden in de wijk El Realejo; nu schitterende wijken met doolhoven van steegjes vol witte huizen en kleine paleisjes. Na de reconquista door de christenen veranderde Spanje langzamerhand in een godsdienstige monocultuur van het katholicisme, waar pas sinds kort een eind aan is gekomen.

Want tegenwoordig is er meer variëteit, met name door de immigratie. De evangelisten en de kleinere protestantse sektes en zelfs mormonen zijn steeds actiever in hun bekeringsdrang. Ik heb in Ponferrada al een paar keer jehovagetuigen aan de deur gehad en de dichtstbijzijnde kerk is de evangelische kerk van de zigeunergemeenschap. Toch blijft Spanje een overwegend katholiek land. Je merkt dat als je over geschiedenis praat, de 80-jarige oorlog bijvoorbeeld. Veel mensen in Spanje hebben het dan over de strijd tussen de christenen en de protestanten. Zelfs een geschiedenisleraar heb ik dat horen zeggen. Het gekke is dat in Nederland het juist de protestantse organisaties of partijen zijn die het woord christen of christelijk in de naam voeren.

Als we de couscous op hebben kijken we uit het raam. De regen klettert op de straten. We blijven dus nog even zitten in dit prettige restaurant en praten verder over de godsdienstige verschillen tussen Nederland en Spanje. Opvallend is de relatieve tolerantie die er in Spanje lijkt te heersen ten opzichte van moslims. Ondanks de nabijheid van Noord-Afrika is hier geen noemenswaardige anti-moslim partij of –beweging actief. Het zijn de rare kronkels van de geschiedenis. Nederland, het land dat zich ooit bevrijdde van het katholieke juk en gedurende zoveel eeuwen religieuze vluchtelingen uit heel Europa aantrok, is nu een land waar religieuze intolerantie aan populariteit wint en dat worstelt met de verwerking van haar koloniale verleden. Terwijl Spanje, het land waar ooit zowel de joden als de moslims gedwongen werden hun godsdienst af te zweren dan wel te vertrekken, deze zwarte bladzijden uit haar geschiedenis lijkt te erkennen en de culturele en sociale rijkdom van de vroegere Arabische overheersers koestert. Het kan verkeren.

Naschrift
Een paar dagen later waren we in de stad Antequera, minder bekend maar zeker de moeite van een bezoek waard. We bezochten La Alcazaba, ook al zo’n mooie fortificatie uit de Arabische tijd. Maar daar was de informatie die gegeven werd helemaal vanuit het perspectief van de christenen die het complex in de 15e eeuw veroverden. Nooit te vroeg juichen!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten