Als klein kind wilde ik al zanger worden. Dat was in de
jaren zestig van de vorige eeuw. Mijn oudste broer was een groot fan van de
Beatles. Hij had een aantal singles in huis en ook op de radio was de muziek
vaak te horen. Zonder iets van de betekenis te begrijpen murmelde ik de teksten
mee. Op een dag was het grote moment daar. Ik pakte de mattenklopper van mijn
moeder en ging de straat op. De plek had ik al van tevoren uitgekozen. Aan het
begin van de straat, niet ver van de gracht, stond een waterpaaltje voor de
brandweer. De tuit daarvan vond ik erg op een microfoon lijken. Ik pakte de
mattenklopper vast als was het een gitaar, keek nog even naar waar ik de
tribunes vol publiek fantaseerde: de twee huizenblokken aan weerszijden van de
Jacob van Arteveldestraat in Amsterdam-West. En toen zette ik het op een
bleren. Ik hoop dat het klonk als: She loves you, yeah yeah. En misschien dat
ik ook wel een imitatie heb gegeven van Help, I need somebody. Tot mijn
verbazing kreeg ik echt publiek. Op de balkons verschenen buren om te kijken
waarom dat kleine mannetje van een jaar of zes met een mattenklopper in zijn
handen daar zo enorm stond te schreeuwen.
Ik geloof dat ik enkele van die optredens heb gegeven.
Daarna won de schroom het van mijn kinderlijke onbevangenheid. Alleen in mijn
kamer zong ik nog wel eens met Lennon en McCartney mee. Later ook met mijn
eigen platen. The Who, Pink Floyd, Yes, ja, zelfs Frank Zappa. Zelf vond ik dat
best goed klinken. Toen ik een jaar of negentien was kocht ik een gitaar en
leerde de akkoorden. De Beatles keerden terug in mijn repertoire. Een enkele
keer zong ik iemand een lied voor. Meestal werd er dan wat bedenkelijk gekeken.
Soms zei iemand: ‘Nou, je kunt best al aardig gitaarspelen.’ Een enkeling zei
recht voor z’n raap: ‘Man, jij zingt hartstikke vals.’ Ik nam een lied op met
een cassetterecorder en luisterde het terug. Nu pas hoorde ik het ook. Het pad
naar roem bleek bezaaid te liggen met doornen.
Met wat vrienden richtten we begin jaren tachtig een
bandje op. ‘t Weiland, met Nederlandstalige vrolijke nummers, hetgeen geheel
tegen de tijdsgeest van Punk en New Wave inging. Ik speelde bas. Soms probeerde
ik nog wat mee te zingen als tweede of derde stem. Tot dat me ten stelligste
werd afgeraden. Ja, één nummer mocht ik zingen, meestal het laatste nummer van
een optreden. Geen frituur, heette dat. Een woordspeling op No future, de
zwartgallige slogan van die tijd, maar dat ontging de meeste toerhoorders. In
het nummer komen wat dronken mensen na een avond stappen de snackbar binnen en
willen dan na sluitingstijd toch nog patatten en kroketten. Ik ben de
snackbareigenaar. Ik word kwaad en mag dan in het nummer uitzinnig uit mijn dak
gaan: ‘Geen frituur!! Dus geen patatten! Nee, ook geen frikadellen!! Op dit
late uur!!’ Mijn zang kon blijkbaar nog wel als komisch element gebruikt
worden.
Toen ik me definitief in Spanje vestigde kocht ik een
akoestische gitaar. Niets is ontspannender dan even lekker tokkelen. Soms zong
ik ook wat. Langzaamaan ontstond er een lied vol weemoed en verlangen. Toen ik
het uiteindelijk Ana voorzong, zag in haar ogen tranen blinken. Enthousiast
geworden maakte ik er een clip van en zette die op Youtube. Mijn Spaanstalige
blog werd bij toeval ontdekt door de makers van het online multimediakanaal
Estado Público.com. Tot mijn verbazing wilden ze behalve mijn teksten ook mijn
videoclip plaatsen. Mijn zangcarrière was in een beslissende fase beland.
En nu is het wachten op mijn definitieve doorbraak.
Misschien via het Eurovisiesongfestival. Als representant van Nederland of
Spanje, dat maakt niet uit; mijn pasodobles doen niet veel onder voor mijn
Nederlandse levensliederen. In elk geval zal bij de prijsuitreiking mijn dank
uitgaan naar alle mensen die het mij mogelijk hebben gemaakt mijn droom te verwezenlijken:
alle medewerkers van Estado Público.com voor hun uitstekende muzikale smaak,
mijn kameraden van popgroep ‘t Weiland voor de creatieve ontwikkeling die we
samen doormaakten, mijn lieve vrouw Ana voor haar onvoorwaardelijke steun en
mijn moeder voor haar mattenklopper.
Voor de videoclip bij Estado Público.com klik HIER
't Weiland, een vrolijke noot in de jaren '80
Geen opmerkingen:
Een reactie posten