Waarom heeft
Nederland toch zo vaak twee christelijke feestdagen? Tweede kerstdag, paasmaandag, pinkstermaandag. Trouwens, van dat hele pinksteren heb ik nooit
begrepen wat er nou eigenlijk precies gevierd werd. Wel accepteerde ik de extra
vrije dagen altijd dankbaar, vanzelfsprekend. In Spanje is het vandaag gewoon
een werkdag. Ach, hier in Nederland wordt ook aardig de hand gelicht met tweede kerstdag. Volgens mij kan ik straks gewoon uitgebreid boodschappen doen. Bijna
alle supermarkten zijn open. Dat is gelukkig veranderd.
Voor stellen
is het best handig, twee Kerstdagen. Eén voor de schoonfamilie, één voor de
eigen familie. Maar bij ons leven die twee families wel erg ver van elkaar
vandaan. Dit jaar vieren we beide kerstdagen gescheiden.
Maar gelukkig
zijn er de moderne communicatiemiddelen. Via sms en videochat ben ik er achter
gekomen wat heb ik in El Bierzo allemaal gemist heb. In Spanje wordt vooral kerstavond gevierd. Met uitgebreid eten, natuurlijk. Vol jaloezie vernam ik wat
er allemaal op het menu stond. Diverse zeedieren. Bubbeltjeswijn uit de regio.
Een heerlijk toetje. Bij de middagmaaltijd op eerste kerstdag moest er een
lammetje er aan geloven. Cordero al horno; lamsvlees uit de oven. Dit laatste
bericht maakte mij al veel minder jaloers, al moet gezegd worden dat mijn
schoonouders dit gerecht heerlijk klaarmaken. Maar lieve help, als je ’s nachts
na twaalven na een overvloedige maaltijd met de nodige wijn van tafel gaat, is
het best moeilijk de volgende dag rond een uur of twee ´s middags vol
enthousiasme aan te treden voor alweer een overvloedige maaltijd.
Mijn eigen
middagmaaltijd van gisteren wist weinig afgunst op te wekken bij mijn
wederhelft. Twee broodjes kaas en een glas melk. ‘Maar ‘s avonds gingen we er
flink tegenaan’, zo vertelde ik net tijdens een lange culinaire
videochatsessie, ‘toen hebben we lekker voor de hele familie Chinees gehaald.’
Ondanks het slechte beeld waren de opgetrokken Spaanse wenkbrauwen duidelijk
zichtbaar. Bij Kerstmis hoort uitgebreid koken. ‘Maar wel bij de goede Chinees,
hoor,’ haastte ik me nader te verklaren. Er zijn hier vlakbij twee Chinese
restaurants. Een goedkope van mindere kwaliteit en een duurdere hele goede.
‘¿Met pekingeend?’ Eindelijk klonk er iets van verlangen naar een maaltijd in
Nederland in haar stem door. ‘Met extra veel pekingeend,’ dikte ik aan.
En zo stond
bij onze gesprekken, ondanks de vele sombere berichten over crisis, armoede en
andere rampspoed, toch het eten weer centraal. ‘Als je volgende week hier bent
maak ik een lekkere stamppot boerenkool voor je klaar,’ vertelde ik. Ja, laat
het maar aan mij over om vrouwen enthousiast te krijgen. ‘En we ontbijten met
kerststol, of misschien haal ik wel warme oliebollen.’ ‘Ik neem turrones
(Spaanse zoete kersthapjes) mee voor oudjaar,’ hoorde ik, ‘en misschien een
flesje cuturrús voor je oom en jou.’ Mijn vragende blik kwam blijkbaar
duidelijk over. ‘Je weet wel, dat likeurtje uit het dorpje Las Médulas dat we
laatst in dat restaurantje kregen aangeboden.’ De herinnering aan die fijne dag
en deed een scheut heimwee naar El Bierzo door mij heen gaan. ‘En ik zorg voor
de druiven op oudejaarsavond’ zei ik. Het is in Spanje de gewoonte om bij de
jaarwisseling bij elke klokslag een druif in de mond te steken en zo mogelijk op
te eten. Hoewel niet van verstikkingsgevaar gespeend is deze traditie een stuk
veiliger dan de onzalige Nederlandse gewoonte om het nieuwe jaar in te luiden
met vuurwerk. En veel goedkoper bovendien.
En zo besloten
we de komende oudejaarsavond te vieren met een combinatie van onze twee
culturen: oliebollen en druiven. Leve de Europese eenwording! Met dit goede
voornemen sloten we de videochatsessie af. Immers, het liep alweer tegen
vijven; borreltijd in Nederland terwijl El Bierzo toe was aan een
uitgebreide siësta.